Schuld van de vertaler

Schuld van de vertaler

In 1877 meldde de Italiaanse astronoom Giovanni Schiaparelli een schokkende ontdekking: toen hij door zijn telescoop naar Mars tuurde, had hij daar ‘canali’ gezien, wat in het Engels (en vervolgens in andere talen) misleidend als ‘canals’ in plaats van ‘channels’ werd vertaald. En aangezien canals per definitie kunstmatige waterlopen zijn, deed zich ineens ook de mogelijkheid van marsmannetjes voor; die zouden de kanalen hebben aangelegd als irrigatiewerken. De astronoom Percival Lowell nam het idee gelijk over en bracht de marskanalen in kaart, op een vooral door zijn verbeeldingskracht ingegeven wijze. Het probleem is dat Schiaparelli doelde op lijnen/greppels, die ook door volstrekt natuurlijke omstandigheden gevormd konden zijn (en later gezichtsbedrog bleken), en niet per se op kunstmatige waterlopen. Maar een hele generatie na hem heeft in de overtuiging geleefd dat marsmannetjes kanalen hadden aangelegd. Vertaalfout.
Vertalers, vooral ook AzerbeidzjaansTurks, maken fouten. Zo had Erdinç Akyol niet gezegd dat ze in de Schilderswijk voor Groep de Mos stemmen hadden gekocht, maar misschien ‘gekocht hadden stemmen’. Kwestie van interpretatie.
Toen de Amerikaanse president Jimmy Carter in 1977 een bezoek aan Polen bracht, veroorzaakte de incompetente tolk bijna een politieke ramp, op z’n minst veel geschater. Steven Seymour, tolk, zzp’er met een dagloon van 150 dollar, vertaalde ‘ik ben gekomen om uw standpunten te horen en uw wensen te begrijpen’ als ‘ik wil de Polen vleselijk’.
Ik kan me niet voorstellen wat er met de arme vertaler Azerbeidzjaans-Turks gaat gebeuren. Staat hij/zij sterk in zijn schoenen? Ik hoop dat hij niets heeft gelezen over het bij de oudere broer Akyol gevonden pistool. Hilarisch is dat de jonge Akyol, die de blunder aan de telefoon maakte, niet zegt wat hij eigenlijk wél had gezegd en door de tolk zo verkeerd is vertaald. ‘Ah, die telefoontjes, ik heb maar wat geluld.’ Woorden zijn niets voor stoere kerels die in een Porsche of een Mercedes rijden, je kunt van alles zeggen, vooral in het Azerbeidzjaans-Turks. Belangrijk is wat je doet. En blijkbaar deden de broers Akyol in de Schilderswijk goed: 150 euro voor twintig stemmen, dan kan de arme Schilderswijker rondkomen, zeker tijdens de verkiezingen.
Wij buitenlanders denken altijd dat Nederlanders soft en vaak naïef zijn. Vooral als we Azerbeidzjaans-Turks aan de telefoon spreken, denken we toch niet dat degenen die ons tappen er iets van snappen? Wij buitenlanders hebben overal nog onze eigen methodes. Grenzen die aan corruptie? Onmogelijk!
Groep de Mos/Akyol begint iets weg te hebben van de Louis de Funès-films. Laat die jonge broer maar vaak bellen; binnenkort gaan we het delen, in afleveringen, met ondertiteling vanuit het Azerbeidzjaans-Turks. ‘Zowel Richard (de Mos) als Rachid (de ‘Marokkaanse flikker’ volgens de jonge Akyol) zijn in onze handen.’ Het is verder aan de naïeve en softe justitie om haar gang te gaan. Wordt vervolgd, ongetwijfeld.

Den Haag Centraal, 11 juni 2020