Picasso’s keerzijde

In: Den Haag Centraal, 14 november 2019

Mira Feticu tekende haar avontuur op met een ‘gestolen Picasso’ in een Roemeens bos. Ze trekt de sensationele roof ervan uit de Kunsthal in de brede context van de Europese naoorlogse geschiedenis en die van haar eigen leven.
RECENSIE
‘Picasso’s keerzijde’
In 2012 vond een geruchtmakende kunstroof plaats uit een Rotterdams museum. Achteraf bleek het een lachwekkend makkelijke kraak te zijn geweest. Een paar Roemeense criminelen, amateurs in feite, openden op eenvoudige wijze de achterdeur van de Kunsthal, gingen naar binnen en lichtten naar willekeur een aantal schilderijen van hun haakje. Wat ze precies meenamen, was hun aanvankelijk niet eens duidelijk. De schilderijen zijn nooit op de zwarte markt gekomen, maar door de moeder van een van de Roemenen verbrand. De daders werden algauw in hun thuisland Roemenië gepakt.
Mira Feticu, een Nederlands-Roemeense schrijver, literatuurwetenschapper en columnist van deze krant, wijdde aan de kraak haar roman ‘Tascha. De roof uit de Kunsthal’ (2015). Vorig jaar kwam zij plotseling vol in de schijnwerpers te staan toen ze slachtoffer bleek te zijn geworden van een slechte grap van twee Belgen en een Nederlandse meestervervalser.  Feticu was getipt dat een van de schilderijen niet was verbrand, maar begraven lag ergens in een Roemeens bos. Het zou gaan om Picasso’s ‘Tête d’Arlequin’. Ze ontving een envelop met gedetailleerde aanwijzingen. Feticu ‘hapte’, zoals ze zelf schrijft, maar algauw bleek het om een vervalsing te gaan. Een stunt van twee theatermakers uit Gent die zo hun bijdrage dachten te leveren aan de discussie over echt en onecht in de kunsten.Reisverhaal
Feticu heeft de hele affaire rond de opgraving, de roof en de ‘kunstdaad’ van de theatermakers nu tot onderwerp gemaakt van een verslag dat net is verschenen. Het verslag, ‘Picasso’s keerzijde’, heeft de vorm van een reisverhaal, maar heeft ook essayistische kanten. Ze vertelt hoe ze samen met de bevriende Frank Westerman naar Roemenië afreist om uit te zoeken of het schilderij inderdaad behouden is gebleven. Tegelijk is het relaas – hoe kan het anders? – een poging te begrijpen wat er met haar aan de hand is geweest, waarom ze ‘er ingetrapt was’. Ze trekt de geschiedenis van de roof in de brede context van de Europese naoorlogse geschiedenis en die van haar eigen leven. Dat Feticu het debacle dat ze meemaakte ooit als onderwerp zou nemen, lijkt niet zo raar. De valkuilen op die weg zijn niettemin verre van gering. De belangrijkste is dat het boek een rechtvaardiging zou kunnen worden van wat uiteindelijk toch gewoon een stommiteit is geweest. Niet omdat ze eropaf ging, maar wel omdat ze van tevoren onvoldoende met anderen heeft overlegd en haar gretigheid het won van haar kritisch vermogen. Daarbij moet vermeld worden dat de Nederlandse politie niet thuis gaf nadat Feticu haar op de hoogte had gebracht van de brief, en dus besloot zelf actie te ondernemen. Maar zoals gezegd een zelfrechtvaardiging van een verongelijkte schrijver is dit boek niet. De enigen die zich hebben te rechtvaardigen zijn namelijk die twee cynische theatermakers uit Gent.

Een zelfrechtvaardiging van een verongelijkte schrijver is dit boek niet

Don Quichot
In plaats van een rechtvaardiging werd ‘Picasso’s keerzijde’ een zingeving, een poging van de schrijver haar eigen positie tegen het licht te houden en daar een betekenisvol geheel van te maken. Zo is het boek uiteindelijk een privédocument geworden, geschreven vanuit een gevoel van persoonlijke gêne, maar ook een kritiek op de postmoderne wind die er door het West-Europa van na de Koude Oorlog is gaan waaien. Waarheid is daar een subjectieve mening geworden, het onderscheid tussen goed en kwaad een kwestie van smaak. Feticu portretteert zichzelf als een Don Quichot die het opneemt voor de hoge idealen, maar intussen een kolderiek gevecht levert met de banale werkelijkheid. De vergelijking met Don Quichot past goed in het literaire straatje van de auteur, maar of ze echt effectief is, valt te bezien. Door de nadrukkelijke en nogal stilistisch aangezette identificatie met de Spaanse edelman wekt ze verzet bij de lezer. De verlichtingsidealen van waarheid en moreel besef, die Feticu in haar geboorteland in de Sovjettijd geminacht zag worden, hebben in het Westen nu ook nog maar weinig aantrekkingskracht. Daarin heeft de auteur pijnlijk gelijk. Maar het heeft iets geforceerds de botsing tussen een paar criminelen, twee nihilistische charlatans en een avontuurlijke schrijver ook in dat licht te plaatsen. Minder boeiend wordt het relaas er overigens niet door.

Mira Feticu, ‘Picasso’s keerzijde, De zoektocht naar een verloren kunstwerk’. Uitgeverij: Querido Forfor. Prijs: € 18.99.


Mira Feticu toont de vervalste tekening van Picasso. | Foto: NOS

 

[Persbericht Uitgeverij Querido Fosfor]

29 oktober verschijnt

Picasso’s keerzijde
De zoektocht naar een verloren kunstwerk
Mira Feticu

Als een privédetective zoekt Mira Feticu eind 2018 naar de verloren gewaande Picasso Tête d’Arlequin, een van de zeven kunstwerken die in 2012 door een Roemeense bende uit de Rotterdamse Kunsthal werden gestolen. Aanleiding voor de reis is een anonieme brief die ze ontving, waarin vermeld stond waar de Picasso zich zou bevinden. Ze gaat onbesuisd, enthousiast en vol goede hoop op pad met bevriend schrijver Frank Westerman. Reizend door haar geboorteland Roemenië, van Boekarest tot de Donaudelta, werpt ze een schrijnend nieuw licht op deze nog altijd onopgeloste kunstroof.

In een wervelende vertelling beschrijft Feticu hoe de zoektocht naar Tête d’Arlequin eindigt in een ontluistering: de brief bleek een stunt van twee Belgische theatermakers.

Picasso’s keerzijde is naast een zoektocht ook een beschouwing over schoonheid en valsheid, kunst en werkelijkheid.

Wervelend verslag van ‘Picasso-gate’: de Roemeense zoektocht van Mira Feticu en Frank Westerman naar een gestolen Picasso.

‘Misschien is het een grap, misschien ook niet. Voor mij was het een avontuur. Het was alsof we een schatkaart hadden gekregen.’

Mira Feticu op NOS.nl

Mira Feticu – Picasso’s keerzijde / paperback, 136 bladzijden / € 18,99 /
ISBN 9789021417547 / Verschijnt 29 oktober 2019

Voor de pers: Voor een interview of meer informatie: j.van.dijk@singeluitgeverijen.nl

Recensie-exemplaren en beeldmateriaal: publiciteit@querido.nl

En deze roman vormde indirect de aanleiding:

Weer volop in de actualiteit: Tascha. De roof uit de Kunsthal.

Het bestaan van de roman werd onlangs door twee Belgische theatermakers  aangegrepen voor een ‘stunt’ die leidde tot ‘Picassogate’.

Tascha. De roof uit de Kunsthal is verkrijgbaar via de boekhandel of direct bij Uitgeverij Jurgen Maas.

 

(Klik hier voor de opname van DWDD over Picassogate.)