Blogs

Buitenlandse Krant

Buitenlandse krant

Betapress, de enige importeur van buitenlandse kranten, stopt er grotendeels mee. Vanaf 2022 door de week geen internationale dagbladen meer in Nederland! Niet in boekhandels, niet in kiosken, niet op stations. Een duidelijk slachtoffer van het coronatijdperk. Misschien lijkt het velen een bijzaak, vooral in deze moeilijke tijden, maar mij heeft het nieuws niet onverschillig gelaten. Vooral door het déjà-vugevoel dat ik erbij kreeg. Ik zag mezelf alweer stiekem naar buitenlandse radiozenders luisteren, zoals ten tijde van het communisme. Zover zal het uiteraard niet komen, homo coronas heeft nog altijd het internet, maar het verdwijnen van de papieren internationale krant verandert wel iets aan het plezier dat je hebt bij het lezen ervan, al is het maar omdat je voor het van A tot Z online lezen van Le Monde of The New Yorker een abonnement moet nemen. En dat wil ik niet, ik koop liever elke week losse kranten. Kocht, moet ik zeggen, want het kon al niet meer sinds de eerste lockdown. En nu wordt dat definitief.
Moet je voortaan de trein naar Antwerpen pakken voor een buitenlandse krant? En ik denk niet aan mezelf, maar aan de Spaanstalige lezers van El País, aan de Franstalige lezers van Le Monde, et cetera. De zaterdageditie dan maar? Ja, zolang het duurt, want in het noorden is de distributeur in oktober ook daar al mee gestopt. Van de tijd dat ik in de openbare bibliotheek werkte, herinner ik me nog heel goed dat er ’s ochtends of ’s middags voor veel bezoekers niets urgenters was dan: de internationale kranten! Voor velen waren die misschien de enige mogelijkheid om nieuws over hun geboortegrond te lezen. Maar ik denk ook aan internationaal georiënteerde studenten die de buitenlandse krant op de uni lazen, en dus niet op hun mobiel. Ja, wat gaan de universiteiten doen?
En wat moet de gewone internationale krantenlezer? Zullen we voortaan in de Nederlandse dagbladen die artikelen verslinden die beginnen met ‘de internationale media zeggen over…’? Zullen er straks internationale kranten naar Nederland worden gesmokkeld, zoals in mijn geboorteland onder de dictatuur? Zal er een illegale handel ontstaan? Niet meer in menselijke nieren, maar in de El País van deze week: vers, je kunt de inkt nog ruiken. Met het verdwijnen van de internationale krant in de kiosk of de boekhandel verliest onze wereld iets van haar glans.
Je kunt zoomen met Mars, bij wijze van spreken, maar om Le Figaro te kopen moet je de trein naar Antwerpen nemen. De wereld is groot en klein tegelijk, vooral nu, in deze nieuwe lockdown. Armer in glans, rijk in hoop.
‘Daarom lieve Ari

Wees niet bang

De wereld draait rond

en dat doettie nog lang’

wens ik u op z’n Deelders’.

Fijne feestdagen!

Den Haag Centraal, 23 december 2021

Lees verder

Onze stad

Onze stad

‘Wat voegt een nieuwkomer toe aan het collectief bewustzijn van de stad?’, vraagt Chris Keulemans zich af in zijn net verschenen boek ‘Gastvrijheid’. Het is een vraag die geldt voor ieder mens en elke stad, ook de onze. Toen mijn man en ik lang geleden besloten om ons te vestigen in een stad met een schouwburg, had ik geen idee dat deze stad echt mijn stad zou worden. Dat ik zo dol op de stad zou worden als je op een mens wordt.
In de liefde gaat het er mij om met wie je elke dag bent, met wie je oud wordt of wilt worden. Je eerste liefdes houd je in je hart, het leven wil soms anders dan het hart. Zo ook met steden. Elke dag dezelfde wegen, dezelfde tuinen, hetzelfde bos, de mensen die je kent. En op een dag realiseer je je verbaasd dat de stad de laatste jaren niet heeft stilgestaan: hij is onder je huid gekropen. En misschien is dat heel normaal voor iemand die hier is ‘geboren en getogen’, maar ik, die in dit land niemand met dezelfde achternaam als ik heb, vraag me soms wel af hoe wij zo ver zijn gekomen: de stad en ik.
Vorige week ontving ik het boek dat werd samengesteld naar aanleiding van het Haags Verhaal: Den Haag in 136 groepsportretten. Het echte Den Haag, geen promotionele glossy met mensen die je je hele leven in Den Haag niet zult ontmoeten, maar gewone mensen die niet anders willen doen dan ze zijn. Hoeveel Den Hagen zijn er? Hoeveel ken ik ervan? Van de mensen in het groepsportrettenboek ken ik een deel, soms ken ik ook hun verhalen. Maar sommige ontmoetingen in het boek verrassen me. En dat is ook de bedoeling van het Haags Verhaal, om mensen bij elkaar te brengen die elkaar anders niet zouden ontmoeten. Precies wat ook in het boek gebeurt. Een boek dat elk Haags museum, elke bibliotheek en elke wachtkamer zou moeten hebben. Ik herinner me hoe de juf op mijn basisschool dezelfde verrassende keuzes maakte toen ze ons een plek in de schoolbanken gaf, we waren verrast door haar keuzes, maar later begrepen we dat ze een doel had. De vraag van Keulemans, wat een nieuwkomer toevoegt aan het collectief bewustzijn van de stad, zou ik dan ook algemener maken: wat voegt íédereen toe aan het collectief bewustzijn van de stad? Het boek van het Haags Verhaal geeft een mogelijk antwoord. Een maatschappelijk antwoord op een politieke vraag, want zo lees ik de vraag van Keulemans. Oudkomers, nieuwkomers, we nemen niets af, we voegen alleen toe. We zijn geen onbekenden voor elkaar, we zijn de stad. We zijn allemaal Den Haag.

Den Haag, 18 december 2021

Lees verder

Hypocrisie

Hypocrisie

Ik heb nooit een aflevering van ‘De Meilandjes’ gezien. Je hoeft immers geen aflevering te zien om te begrijpen waar het over gaat. Na twee seconden kijken snap je het, denk ik. Meilandjes zijn er bijna overal in de wereld op de buis. Waarom? Omdat er kijkers voor zijn. En dat zegt meer over de kijkers dan over de Meilands, die geen moeite hebben om hun niveau en manier van denken en zijn te laten zien. Maar de ophef die is ontstaan na de uitspraken van Erica Meiland zegt wel iets over de hypocrisie van Hallmark, Emma en al die andere bedrijven die ineens een geweten, een ruggengraat, en political correctness hebben. Alsof ze ineens, out of the blue, beseffen met wie ze te maken hebben. Ik zie ze van Hallmark op hun vingers bijten: ‘Oh, hoe hebben we ons zo kunnen vergissen in die Erica, zeg!’
Ach, hou toch op! Als er niet zou zijn geklaagd over het niveau van Erica en haar gedachtegoed, waren haar postkaartjes nog gewoon in de etalages te vinden. Of ik het dan eens ben met wat die Erica op tv debiteert? Helemaal niet. Naar mijn idee vervullen de Meilands de rol van de clowns aan de koninklijke hoven van vroeger. Als de grappen van de clown de koning niet meer bevielen, moest zijn kop eraf. De tijden zijn niet veranderd, alleen heet de koning nu televisie of Hallmark. En als grappen of opmerkingen die worden gemaakt, gevaarlijk lijken, moet er koppen rollen. Maar wat die Erica heeft gezegd, leeft wel voort in de Nederlandse woonwijken, en niet alleen daar! Komt Hallmark straks ook met een echt statement? Vertrekken ze uit Nederland omdat veel van hun klanten ook pinguïns aan de horizon zien? Bedrijven, jullie naam is hypocrisie!
Of ik dan vind dat Hallmark de samenwerking met die malloten niet had moeten beëindigen? Helemaal niet. Maar misschien was het gewoon beter geweest als ze er nooit aan waren begonnen.
De maatschappij waarin we leven, heeft veel weg van een salon van de Franse neuroloog dr. Charcot: allemaal schreeuwen we wat. Die vervreemding zie je ook op tv.
Toen ik kind was, kwam er eens een man naar ons dorp met een enorme beer die kon dansen. We keken allemaal gefascineerd naar die beer die zelfs de foxtrot kon doen, en geen seconde dachten we eraan dat die beer iemand anders was dan wij zagen. Hij was een arme beer, getemd om te dansen. We vroegen die beer niet om boeken te schrijven of memorabele quotes te geven voor op Hallmark-kaarten. Want als je dat doet, krijg je pinguïns. En dan begint pas de echte foxtrot!

Den Haag Centraal, 9 december 2021

Lees verder

Eigen taal

Eigen taal

Finland wil het Engels als officiële taal, omdat het Fins, met die uitzonderlijk vele naamvallen, voor migranten te moeilijk zou zijn, zelfs voor degenen met een universitaire opleiding. Ik ken het Fins niet en ben ook nooit in Finland geweest, maar ik heb begrepen dat het een beetje op het Hongaars lijkt, of andersom. Afhankelijk van waar je vandaan komt, zijn alle talen moeilijk. Voor een native speaker van een Romaanse taal is een Germaanse taal moeilijk en andersom. Of beter gezegd: was moeilijk. Chinees lijkt voor iedereen Chinees, en toch leren bijna alle gymnasiasten tegenwoordig ook Chinees.
Niemand zegt dat je de taal perfect moet spreken, maar opgeven voordat je begint, is de grootste faux pas die je in je land van adoptie kunt maken. Als je in Nederland je hele leven Engels blijft spreken, blijf je een paar centimeter boven de Hollandse klei- en zandgronden zweven. Je voelt de grond niet. En daarmee bedoel ik dat je nooit zult weten wat die schaatsers in de bekende schilderingen van Avercamp zeggen of over welke uitdrukkingen het in Pieter Bruegels Nederlandse spreekwoorden gaat. Ik wilde ze wel horen, ik wilde ze kennen. Op de zaterdagmarkt in Oud-Rijswijk zag ik jaren geleden dezelfde mensen als bij Avercamp. En toen ik aan mijn derde boek in het Nederlands begon, zette ik in mijn werkkamer een dienblad voor mijn neus met daarop een prent van de schaatsers van Avercamp. Ik wilde kunnen babbelen met hen. Voor mij, als geboren Roemeense, is de rookworst bij de Hema heel Nederlands en ik geniet als iemand in de rij voor de kassa me in plat Haags vertelt hoe ik hem moet bereiden.
Ik weet niet wat de angst van de Finse politici is dat ze bereid zijn om een groot stuk van hun identiteit verborgen te houden. Je kunt het voorstel zien als openheid tegenover migranten, maar voor mij is het het tegenovergestelde. Immers, die migranten die Engels blijven spreken, zullen nooit echt helemaal worden opgenomen in de Finse maatschappij. Het is waar dat ik niets weet van de Finse maatschappij, maar net als alle maatschappijen moet ook de Finse samenleving iets eigens hebben, iets eigens en iets moois, iets waar je nooit toegang tot zult hebben als je Engels blijft spreken. Misschien is het een manoeuvre uit paniek, want politici die dingen voorstellen zonder erover na te denken heb je overal. Of zouden de Finnen het echt zat zijn om tijdens een wandeling alleen een zwijgzame yeti tegen te komen en willen ze er een die ‘nice to meet you’ zegt en bij de McDonald’s eet?
Als buitenlander zou ik mijn mouwen opstropen en in die lange Finse woorden die zinnen lijken, beginnen te hakken.

Den Haag Centraal, 2 december 2021

Lees verder

Mannen

Mannen

Op dit moment ben ik een debat over machtsmisbruik en seksuele intimidatie aan het voorbereiden. Met bijzondere gasten, die over dit onderwerp meer kunnen vertellen dan ik. En zeker meer beheerst. Naast twee bekwame vrouwen zit er in het panel ook een man en ik heb geen idee wat voor vragen ik hém moet stellen. Ik vind het moedig dat hij de discussie aangaat en tegelijk irriteert me mijn eigen gevoel. Zijn de vrouwen in het panel niet net zo moedig?
Het langzame intreden van de overgang gaat gepaard met het gevoel dat er te veel mannen in mijn omgeving zitten. Noem het een neveneffect van mijn opvliegers, maar ik heb het gevoel dat Den Haag stikt van de mannen. Allemaal in pak, belangrijk, somebody, met power. Als freelancer in de cultuursector heb je ook altijd met mannen te dealen. Ja, er zitten wat vrouwen, ‘meisjes’, op de socialmedia-afdelingen en, wees nu niet te opvliegerig, Mira, hoeveel vrouwelijke projectleiders heb je niet gekend – die bijna altijd verantwoording afleggen aan een man? Zou het paradijs ook vol mannen zitten? Of is het dan de hel?
Ik heb mezelf horen denken: hoeveel jaar moet ik nog dealen met zoveel powermannen? En dan heb ik het niet eens over machtsmisbruik & Co. Waar begint het probleem?
Thuis, in je relatie? Elke relatie is immers ook een machtsverhouding. Ik ben afkomstig uit een maatschappij waar het vanzelfsprekend is dat de man directeur, dokter, manager, schrijver is. Na jaren, ik zat allang in Nederland, begreep ik dat ik daar een literaire prijs niet had gekregen omdat de juryvoorzitter in mijn mannelijke personage de karikatuur van een bevriende collega meende te herkennen. Allebei mannen met power. In de liefde, oorlog en literatuur mag alles, maar alleen als mannen het doen.
Ik leef in een leven waarin zo veel wordt bepaald door een man. Ik was gek op een afwezige vader, verhuisde naar een ander land voor een buitenlandse man, om niet te beginnen over echte machtsmisbruikers. Waar was mijn vrije wil? Altijd bij me gehad, maar vaak verkeerd gebruikt, in de richting zoals onze maatschappij ons leert. Na te zijn opgegroeid in een mannenmaatschappij verhuisde ik naar een maatschappij waar de beslissingen toch door mannen worden genomen. Vrouwen mogen ook wat, maar in hoge functies zijn ze met te weinig om echt het verschil te maken.
Zouden vrouwen het anders doen? Een van de sprekers in het debat meent dat vrouwen elkaar minachten, terwijl mannen elkaar respecteren. Ik dacht dat ik het nooit zou zeggen, maar soms mis ik het meisjesinternaat waar ik ben opgegroeid. Een paar honderd meisjes.
U hoort het, het wordt wat, dat debat.

Den Haag Centraal, 25 november 2021

Lees verder

In het nu

In het nu

‘Why so much drama in the world?’, vraagt het Griekse meisje met wie ik sport. Heel het weekend heeft ze politiesirenes gehoord. Ik haal mijn schouders op. Geen sirene gehoord, geen krant gelezen dit weekend, geen nieuws gezien, zelfs geen Netflix. Aan Loekasjenko heb ik niet gedacht, niet eens aan de persconferentie van Rutte & Co.
Toch had ik een vol en spannend weekend. Ik heb bijvoorbeeld een volle spaarkaart voor Albert Heijn-bestek ingeleverd. Niet voor het zilveren, maar voor dat andere, het goudkleurige eetgerei. Twee weken geleden had ik al twee lepels en twee vorken gehaald. Dit weekend ook de lepeltjes en gebakvorkjes. En meteen heb ik ze in gebruik genomen.
Mijn hele (Nederlandse) leven heb ik gegeten met gewone, banale vorken. Als ik in mijn eentje at, gebruikte ik meestal de enige vork die ik als studente in Boekarest had. Die heb ik nu nog steeds. Met een plastic handgreep, helemaal gesmolten, een vork die veel vuren heeft meegemaakt. Niets mis mee. Ik heb ook luxueuzer, mooier bestek, dat ik al jaren bewaar voor ‘later’. Maar dat later is nog niet gekomen en zal ook niet komen, vrees ik. Na zoveel verhuizingen zitten die betere lepels en vorken nog steeds ergens in een doos. Maar dit weekend heb ik mijn pompoensoep gegeten met een goudkleurige lepel. Dan is ie ook lekkerder, serieus! Door het bestek waande ik me in een goudeneeuwdecor voor een onzichtbare schilder. En ditmaal geen Netflix tijdens het eten, ik concentreerde me volledig op de soep en de lepel. Vrijdagavond was niet de persconferentie het spannendste moment van de dag, maar mijn gang naar Albert Heijn. Zouden die gebakvorkjes nog op voorraad zijn?
Nee, ik ben niet huiselijk, ik kook maar eens in de week en bakken doe ik nooit. Als ik alleen eet, is mijn lekkerste maaltijd een goedgevulde sandwich en een salade – die nu lekkerder is dankzij de nieuwe vork die ik in de tomaat prik. Tot nu toe heb ik het ’s ochtends nog niet aangedurfd om met zo’n mooi mes margarine op mijn boterham te smeren, maar dat komt nog wel.
Blij worden van kleine dingen is mijn mantra dit jaar. De grote zijn vaak een drama. Dat is wat ik doe, en het voelt goed!
‘Why so much drama in the world?’ Ik hoor de vraag niet eens, ik ben bezig met een oefening die drie verschillende spieren aanspreekt. Ik voel me bijna een drummer, mijn hele lichaam is aan het multitasken. Ik leef in het nu, in een sportzaal. Als ik aan de toekomst denk, zie ik mezelf met een gouden dessertlepel een sachertaart eten.

Den Haag Centraal, 18 november 2021

Lees verder

Jeanette de Geus

Jeanette de Geus

‘Een slachtoffer van geweld en misbruik in de jeugdzorg heeft een rechtszaak die ze had aangespannen tegen de Nederlandse staat verloren. De rechtbank in Den Haag gaf de staat, die zich beriep op verjaring, gelijk,’ meldt Nos.nl droog.
Het slachtoffer is Jeannette de Geus en toen zij de staat twee jaar geleden aansprakelijk stelde voor nalatigheid, heb ik daar in onze krant over geschreven. Nu heeft een rechter besloten dat ze daar te lang mee had gewacht. Heeft het zin om te vragen of de rechter een man was? Of een vrouw? Vindt u mij tendentieus? Weet de rechter wat het betekent om in geval van misbruik stappen te durven zetten? ‘De Geus heeft geen feiten gesteld, en die zijn ook niet gebleken, waaruit volgt dat de staat destijds daarvan op de hoogte was en toen had moeten ingrijpen,’ staat te lezen in de uitspraak.
De staat heeft ook iets van Harvey Weinstein, die zijn schouders ophaalt en zijn schuld ontkent. Ook de staat is een man. Een week geleden interviewde ik een dappere vrouw uit Bangladesh die werd bedreigd door orthodoxe groeperingen, en tegelijk ook door de staat Bangladesh. Maar wij zijn niet in Bangladesh. De staat kan blijven slapen terwijl er kinderen worden misbruikt, want de staat is toch niet aansprakelijk. Die kinderen zullen hun hele leven met zichzelf moeten vechten, tot ze de moed zullen hebben om er iets over te vertellen. Een vrouw van 68 klaagde de staat aan. Dacht de staat dat ze op haar leeftijd niets te doen had, dat haar breiwerk af was of zo? Nee, die vrouw worstelt een leven lang met wat haar is aangedaan en vindt nergens gerechtigheid. Ze draagt het kind dat tussen haar vierde en haar veertiende meermalen is misbruikt met zich mee. Wat voor leven heeft deze vrouw gehad? Waar kan ze rust vinden en compensatie in een rechtstaat die zegt ‘je pijn doet er niet toe want je bent te laat’? Wanneer had ze de staat aansprakelijk moeten stellen? Vijf jaar geleden? Tien, twintig, dertig, veertig jaar geleden? Ergens voor haar geboorte? Ergens tussen paniekaanvallen en depressie? Tussen het wegstoppen van herinneringen en flitsen uit een horrorverleden? Op welke leeftijd had ze de staat precies moeten aanklagen? Toen haar lichaam nog trilde bij elke onverwachte aanraking? Deze vrouw, die onder haar trauma gebukt gaat, heeft alles gedaan om dóór te gaan, om te leven, deze vrouw is de heldin van haar eigen leven. Ze heeft gevochten en heeft de schuldigen aangewezen. Het resultaat van haar aanklacht? Jeannette de Geus moet nu de proceskosten van 3391 euro betalen.

Den Haag Centraal, 11 november 2021

Lees verder

Woede

Woede

Al een tijdje weet ik wat er in de Centrale Bibliotheek van Den Haag gebeurt, maar ik wilde me niet wéér opwinden en ook geen conclusie uit alleen persoonlijke ervaringen trekken. Maar de schande is nu openbaar en ook vele anderen zijn geschrokken van de lege geesten, lees: lege kasten van de bibliotheek, getuige de aandacht in de media.
‘Minder collectie, meer connectie’ is de nieuwe slogan van de barbaren die de collectie vernietigen. Umberto Eco zei ooit: ‘Het boek behoort tot dezelfde categorie als het wiel’, doelend op het belang van boeken voor de mensheid. Als je daar niet van doordrongen bent, moet je ook niet met boeken werken. Ik schaam me al lang voor de beleidsmakers in openbare bibliotheken. En zo’n ongelukkig rijm toont nog eens aan dat een rijm nog geen gedicht maakt, alleen dat de bedenkers ervan niets met boeken hebben. Meer dan dat, ze weten kennelijk niet wat een boek betekent of wat de functie van lezen is. Zulke dingen krijg je met directeuren die na vier, vijf jaar bij de bibliotheek nog niet weten waar de collectie geschiedenis staat, maar wel de weg naar de gemeente met gesloten ogen weten te vinden. Heeft niemand opgemerkt dat de werkroutes van de laatste directeuren van de ‘openbare’ bibliotheek steevast beginnen bij de gemeente? En dat wanneer ze daar zijn opgebrand, ze een minder hete functie bij de bibliotheek krijgen, bij de Assepoester van de publieke sector? Dat we cultuurwethouders hebben die evengoed zorg of financiën hadden kunnen doen en dat, wie weet, misschien met minder vernietigende effecten dan nu voor de openbare bibliotheek?
Het is al langer geleden dat ik werd benaderd door oud-collega’s van de bibliotheek die me vertelden wat daar gaande is en ziek werden van de beslissingen die werden genomen over de collectie. Ik heb toen mijn schouders opgehaald, omdat ik neutraal probeer te blijven. En omdat ik de nieuwe directie kansen gunde. Maar inmiddels schrijven alle kranten dat in de bibliotheek de koning naakt is.
Ik snap best dat je in deze tijden niet moet verwachten dat beleidsmakers in de bibliotheek Callimachussen zijn, zoals de vader van de bibliothecarissen. Maar ik schrik als ik bedenk dat met mensen zoals degenen die nu over de collectie beslissen, het boek in het algemeen de tand des tijds helemaal niet zou kunnen doorstaan. En als ik dat bedenk, voel ik woede. Woede, ja, het woord waarmee 750 jaar voor Christus de westerse literatuur begon.
Wanneer zal de bibliotheek worden geleid door mensen met liefde voor het boek? Kunt u zich voorstellen dat Mercedes-Benz wordt geleid door iemand die niets met auto’s heeft? Of het Vaticaan door een atheïst?

Den Haag Centraal, 4 november 2021

Lees verder

Kippenvel

Kippenvel

Wat voel je op het moment dat je iemand onder de tram duwt? Of als je, zoals de advocaat zegt, niet duwt maar alleen ‘de hand en vinger van het slachtoffer wegslaat’, met dodelijke gevolgen? Is zoiets een beslissing van het moment? Een impuls? Is het peil van je menselijkheid om onverklaarbare redenen ineens tot onder het nulpunt gezakt? Of ben je simpelweg een onmens gekleed in de strakke huid van een vijftienjarige jongen die nog geen kompas in het leven heeft?
En is dit een losstaand geval of hebben we te maken met een kwetsbaar segment van de bevolking dat zomaar het slachtoffer kan worden van een wreed kind van vijftien? Je kunt eigenlijk niet meer spreken van geïsoleerde gevallen. Immers, ze stapelen zich op. Mensen over wie niemand zich ontfermt. Hun herkomstland niet, hun adoptieland niet. Migranten, de dupe van decennialange sociale en economische onzekerheid in eigen land, aangespoeld in het Westen.
Ik lees dat de ambassadeur van Polen kippenvel kreeg van de tragedie. Kippenvel. Sommigen krijgen kippenvel als ze tijdens het eten op hun vork bijten, anderen van douchen met koud water.
Kippenvel. Toch een menselijke reactie. Maar ik vrees dat hij vaak kippenvel krijgt en zal krijgen, want het wemelt van de ongelukken met Polen. Hoeveel kippenvel kreeg hij toen er twee dode Polen werden gevonden op een bootje, niet eens zo lang geleden? Reacties die tonen dat je mens bent, zijn welkom. Maar moet de ambassadeur niet beginnen met het tellen van de doden? Twee op de boot, één op een zolder, één in een park, Polen in Den Haag beginnen te lijken op de tien kleine negertjes in ‘En toen waren er nog maar…’. De Pool is de nieuwe neger. Of krijgt de ambassadeur ook van metaforen kippenvel?
Het beschermen van de migrant begint in het land van meneer de ambassadeur zelf en gaat verder tot in het land van adoptie. Dit is geen verkeersongeluk. Geweld tegen de migrant, tegen de kwetsbaarste, is geen losstaand fenomeen dat je kippenvel bezorgt, maar een verschijnsel dat moet worden aangepakt.
Wat voel je op het moment dat je iemand onder de tram duwt of ‘alleen de hand wegslaat’ met dodelijke gevolgen?
Een seconde lang stel ik me voor dat de arme Pool zich had omgedraaid en naar de jongen had geschreeuwd: ‘Waarom duw je mij?’ Dat hij van de tramrails zou opstaan en schreeuwen naar ons allemaal: ‘Hoe durven jullie? Hoe?’
Ja, ik zie het hem doen, en anderen zoals hij. En ik krijg er kippenvel van.

Den Haag Centraal, 28 oktober 2021

Lees verder

Te aardig

Te aardig

Vorige week interviewde ik Emile Roemer in het Limburgs Museum tijdens de start van een project over migranten in Nederland. Ik voelde me die dag heel moe en ik was eigenlijk bang dat ik op het punt stond om ziek te worden, maar ik wilde het toch doen. Emile Roemer is immers een van die weinige Nederlandse politici die geen telescoop nodig hebben om de verre planeet van de migranten te zien. En ja, hij is ook een heel aardige man. Dat zei ik een paar weken geleden na een kennismakingsgesprek ook over wethouder Martijn Balster tegen mezelf. Balster wilde me leren kennen na de publicatie van mijn onderzoek naar migranten in de regio Den Haag. Aardig, aardig. Ook Emile Roemer leek me echt een warm mens, het type dat je wiel vervangt als je panne hebt en ook je koffie betaalt.
‘Blijf vechten,’ zei Roemer na afloop van het vraaggesprek tegen me. Wat had ik tegen hem moeten zeggen? Ik had hem naar concrete stappen gevraagd, bang dat hij nu, met zijn nieuwe functie als gouverneur van Limburg, steeds minder tijd voor migranten zal hebben. ‘Voor een wet hebben we drie jaar nodig,’ zei hij. ‘Blijf vechten!’
Hoe idealistisch is een politicus eigenlijk? Of hoe pragmatisch? Zijn er ook politici die het welzijn van een bepaalde groep in de samenleving echt op de eerste plaats zetten en pas daarna hun eigen agenda of belangen? Kan dat? Wat zijn de regels om het spel te blijven spelen en te blijven vechten voor een groep die de pech heeft geen electoraat te zijn? Migranten in de kassen stemmen niet. Zullen we ooit verder gaan dan het ‘rapport Roemer’? Het verschijnsel van de migratie staat al twintig jaar op de Nederlandse politieke agenda’s, zal het over vijftig jaar nog steeds actueel zijn? Het ‘rapport Roemer’ bestaat. Hoe nu verder? Concreet? Concreet, want ook een idealist heeft een dosis pragmatisme en bij mij wordt die dosis altijd geactiveerd als ik een politicus spreek. Voor iedereen is het fijn om aardige mensen te spreken! Aardig zijn is fijn, maar ik ervaar het soms als een onzichtbare deur die voor je neus wordt dichtgesmeten. Je ziet het niet, maar na een tijdje voel je de pijn. Pijn na de aardige ontmoeting met Balster, pijn na het gesprek met Roemer. ‘Blijf vechten!’
Wie? Ik? Maar ik ben geen politicus. U moet gaan vechten! U zit daar. Ik heb alleen mijn woorden, verder niets, u hebt de instrumenten, de ruimte en de macht. U kent uw politieke partners, en als het u echt kan schelen, maakt u echte afspraken en gaat u verder dan uw beloftes.
Wanneer hebben we elkaar gesproken, meneer Balster?
Meneer Balster, meneer Roemer!

Den Haag Centraal, 21 oktober 2021

Lees verder