Mira Feticu Biografie

Ik ben geboren in een dorp onder de Karpaten, in communistisch Roemenië. Tijdens de Val van de Muur zat ik in een internaat van een pedagogisch instituut, want ik wilde juffrouw worden. Maar na het internaat ging ik Letteren studeren in Boekarest. Na mijn studies Roemeense en Franse letteren en Vergelijkende literatuurwetenschap in Boekarest, werkte ik als radiomaker en als onderzoeker maakte ik deel uit van het redactionele collectief van het grote Woordenboek van de Roemeense Literatuur. Ik heb een proefschrift geschreven over de Roemeense dichteres Gabriela Negreanu.

In Roemenië heb ik twee boeken gepubliceerd: Femei cu veverițe (Vrouwen met eekhoorntjes) en Povestea Penelopei (Het verhaal van Penelope), waarvan de eerstgenoemde diverse nominaties ontving. Voor de liefde ben ik naar Nederland gekomen en vrij snel begon ik in mijn nieuwe taal te schrijven. In 2012 verscheen Lief kind van mij en in 2013 kwam De ziekte van Kortjakje uit. In 2015 volgde mijn derde Nederlandse boek, Tascha. De roof uit de Kunsthal bij Uitgeverij Jurgen Maas. Bij dezelfde uitgeverij verscheen in 2019 Al mijn vaders; bij Uitgeverij Querido Fosfor verscheen Picasso’s keerzijde. In 2021 verscheen bij De Geus mijn Liefdesverklaring aan de Nederlandse taal (shortlist Jan Hanloessayprijs) en in 2024 verscheen er een luxe, tiende editie van mijn ode aan het Nederlands. In De Volkskrant riep Matthijs van Nieuwkerk het uit tot een van de verrassendste, beste boeken van 2021. Over mijn liefde voor de bibliotheek verscheen er in 2023 ‘Geheugen, geschiedenis, beschaving’, bij uitgeverij De Geus. Momenteel werk ik aan een boek over de functies van de taal in het rouwproces.

Boeken

Alle boeken zijn gesigneerde exemplaren

Bekijk alle boeken

Laatste Blogs

Lymfen en het Couperus Museum

Beste docenten Nederlands uit Nederland, breng jullie leerlingen naar het Louis Couperus Museum in Den Haag. Want wat ze daar zullen zien, in de expositie, zijn in eerste instantie Freddie Mercury en Pasolini, in filmpjes waarin het mannelijke lichaam geëxposeerd en bewonderd wordt, en ja, een paar femmes fatales. Maar ze zullen ook veel symbolen van een moderne, complexe wereld zien, die ze op hun tablets en iPhone tegenkomen en googelen.

Dan kunnen jullie ze in de klas vertellen, voorafgaand aan het uitje, dat dit ook de wereld van Couperus was. Dat iedereen meer alter ego’s heeft, dat iedereen – behalve misschien de artiest –geheimen en kanten heeft die hij voor zichzelf houdt. Dat de meeste boeken, ook de boeken (vermijd de woorden ‘oeuvre’ en ‘essays’) van Couperus als uien zijn die afgepeld kunnen worden.

U kunt ze ook waarschuwen dat een boek ons slimmer maakt, want alleen een boek laat onze fantasie vrij en alleen in een boek geven we zelf een gezicht aan een personage. We schrijven het boek samen met de schrijver, wat heel cool is, een slimme game waarvan het profijt voor ons brein niet genoeg benadrukt kan worden. Een film levert ons alle gezichten kant-en-klaar, terwijl een boek ons de macht geeft om gezichten te maken.

Lees ze voor uit het boek van Couperus tot het boek een mens wordt, lees fragmenten voor, de dubbelzinnige fragmenten, de erotische fragmenten, de genderneutrale fragmenten. Dat vind je allemaal bij Couperus en dat zie je ook in de expositie in het museum: een meervoudige lectuur, een kans voor interpretatie, herinterpretatie. Zolang we een boek mogen interpreteren, is het boek niet verloren. Niemand heeft het recht om te zeggen dat Couperus dit of dat níét was. Vele interpretaties zijn mogelijk en daarmee kun je een boek ontdoen van het stof dat erop ligt. Een boek is een object van zijn tijd (porteur du temps), maar is veel meer dan dat.

Stuur uw leerlingen niet eerst naar de kast in de mediatheek, breng ze eerst naar deze tentoonstelling en laat ze eerst in het museum de personages van Couperus zien. Vecht voor het boek, docenten Nederlands, want jullie zijn net zo belangrijk als de lymfen in het lichaam: jullie kunnen de liefde voor het lezen overbrengen aan de leerlingen, maar ook het ontdekken van de kracht van het boek tegenwerken.

Ik neem aan dat jullie als docenten proberen en proberen de leerlingen te laten lezen. En jullie pogingen kunnen mislukken, maar geef niet op, docenten Nederlands. Breng ze naar het Louis Couperus Museum, misschien lukt Freddie Mercury wat jullie nu niet lukt. Niet lezen heeft iets van een goedaardige tumor. Maar het blijft een tumor en jullie blijven de lymfen.

Den Haag Centraal, 27 april 2023

Lees verder

Spel

Uit verveling speel ik soms rare spelletjes in mijn hoofd. Ik stel me bijvoorbeeld voor dat ik Marie Antoinette ben en net de memorabele zin gezegd heb ‘dan eten ze toch cake, geef ze cake’ Ik speel dat een paar keer in mijn hoofd, uit verveling, tot ik me verspreek en zeg ‘ geef ze coke’. Of dat ik Josefine ben en mijn lieve, kleine Napoleon net binnen stormt en aan mijn oorlel ruikt en boos wordt: ‘je hebt toch gedoucht, ik zei toch dat niet te doen? Dan gaan we seks uit het menu halen, welbeminde Josefine’. Of dat ik Churchill ben, net wakker, met een kater groter dan China, op de ochtend nadat hij met Stalin naar de kroeg ging en net het briefje waarmee Stalin Europa verdeeld heeft in zijn broekzak vindt, zittend op de wc.
Dit weekend verveelde ik me heel erg en stelde ik me voor dat ik de zoon van Navalny was,15 jaar oud. Terwijl mijn klasgenoten op insta foto’s plaatsten met de verschillende continenten waarnaar ze met vakantie gingen, kan ik mijn gedachten niet op orde brengen. Uit angst, want ik ben 15 jaar oud en mijn vader zit in de gevangenis. En ik kan me alleen afvragen ‘zal hij deze keer dood gaan want op insta staat dat hij weer vergiftigd werd. Langzaam, deze keer. Waarom helpt niemand uit Amerika of Europa, als papa aan de kant van het goede staat? Hoe kan het goede winnen als papa in de gevangenis dood gaat, vergiftigd door Voldemort?’
Of dat ik de ex van Poetin ben, Ljoedmila, en als ik mijn haar doe en mijn opgezette gezicht in de spiegel zie, na de eerste 5 shotjes, tegen mezelf in de spiegel hardop zeg:’ If’. De rest zeg ik gewoon in mijn hoofd, want Voldemort heeft overal oren.
Dat ik zelf Navalny ben en mijn gedachten niet op orde kan brengen, in de isoleercel. Dat ‘ik 8 kilo afgevallen ben, overdag niet mag zitten en het licht dag en nacht aan staat in de cel, dat ik vrees dat ik mijn kinderen niet meer zal zien. Dat ik zo zwak ben dat ik soms niet meer weet waarom ik hier opgesloten zit. In een normale wereld had Voldemort in een isoleercel moeten zitten en niet ik. Wat doet Amerika? Wat doet Europa?’
Dit spel kan soms heel zwaar zijn en ik vond het niet leuk om me voor te stellen dat ik het kind van Navalny was. En toen ik me voorstelde dat ik Navalny was, werd ik redelijk duizelig.
Ik wilde me nog voorstellen dat ik Richard de Mos was, maar dat kan wachten tot morgen, 21 april.

Den Haag Centraal, 20 april 2023

Lees verder