Blog oud

Lymfen en het Couperus Museum

Beste docenten Nederlands uit Nederland, breng jullie leerlingen naar het Louis Couperus Museum in Den Haag. Want wat ze daar zullen zien, in de expositie, zijn in eerste instantie Freddie Mercury en Pasolini, in filmpjes waarin het mannelijke lichaam geëxposeerd en bewonderd wordt, en ja, een paar femmes fatales. Maar ze zullen ook veel symbolen van een moderne, complexe wereld zien, die ze op hun tablets en iPhone tegenkomen en googelen.

Dan kunnen jullie ze in de klas vertellen, voorafgaand aan het uitje, dat dit ook de wereld van Couperus was. Dat iedereen meer alter ego’s heeft, dat iedereen – behalve misschien de artiest –geheimen en kanten heeft die hij voor zichzelf houdt. Dat de meeste boeken, ook de boeken (vermijd de woorden ‘oeuvre’ en ‘essays’) van Couperus als uien zijn die afgepeld kunnen worden.

U kunt ze ook waarschuwen dat een boek ons slimmer maakt, want alleen een boek laat onze fantasie vrij en alleen in een boek geven we zelf een gezicht aan een personage. We schrijven het boek samen met de schrijver, wat heel cool is, een slimme game waarvan het profijt voor ons brein niet genoeg benadrukt kan worden. Een film levert ons alle gezichten kant-en-klaar, terwijl een boek ons de macht geeft om gezichten te maken.

Lees ze voor uit het boek van Couperus tot het boek een mens wordt, lees fragmenten voor, de dubbelzinnige fragmenten, de erotische fragmenten, de genderneutrale fragmenten. Dat vind je allemaal bij Couperus en dat zie je ook in de expositie in het museum: een meervoudige lectuur, een kans voor interpretatie, herinterpretatie. Zolang we een boek mogen interpreteren, is het boek niet verloren. Niemand heeft het recht om te zeggen dat Couperus dit of dat níét was. Vele interpretaties zijn mogelijk en daarmee kun je een boek ontdoen van het stof dat erop ligt. Een boek is een object van zijn tijd (porteur du temps), maar is veel meer dan dat.

Stuur uw leerlingen niet eerst naar de kast in de mediatheek, breng ze eerst naar deze tentoonstelling en laat ze eerst in het museum de personages van Couperus zien. Vecht voor het boek, docenten Nederlands, want jullie zijn net zo belangrijk als de lymfen in het lichaam: jullie kunnen de liefde voor het lezen overbrengen aan de leerlingen, maar ook het ontdekken van de kracht van het boek tegenwerken.

Ik neem aan dat jullie als docenten proberen en proberen de leerlingen te laten lezen. En jullie pogingen kunnen mislukken, maar geef niet op, docenten Nederlands. Breng ze naar het Louis Couperus Museum, misschien lukt Freddie Mercury wat jullie nu niet lukt. Niet lezen heeft iets van een goedaardige tumor. Maar het blijft een tumor en jullie blijven de lymfen.

Den Haag Centraal, 27 april 2023

Spel

Uit verveling speel ik soms rare spelletjes in mijn hoofd. Ik stel me bijvoorbeeld voor dat ik Marie Antoinette ben en net de memorabele zin gezegd heb ‘dan eten ze toch cake, geef ze cake’ Ik speel dat een paar keer in mijn hoofd, uit verveling, tot ik me verspreek en zeg ‘ geef ze coke’. Of dat ik Josefine ben en mijn lieve, kleine Napoleon net binnen stormt en aan mijn oorlel ruikt en boos wordt: ‘je hebt toch gedoucht, ik zei toch dat niet te doen? Dan gaan we seks uit het menu halen, welbeminde Josefine’. Of dat ik Churchill ben, net wakker, met een kater groter dan China, op de ochtend nadat hij met Stalin naar de kroeg ging en net het briefje waarmee Stalin Europa verdeeld heeft in zijn broekzak vindt, zittend op de wc.
Dit weekend verveelde ik me heel erg en stelde ik me voor dat ik de zoon van Navalny was,15 jaar oud. Terwijl mijn klasgenoten op insta foto’s plaatsten met de verschillende continenten waarnaar ze met vakantie gingen, kan ik mijn gedachten niet op orde brengen. Uit angst, want ik ben 15 jaar oud en mijn vader zit in de gevangenis. En ik kan me alleen afvragen ‘zal hij deze keer dood gaan want op insta staat dat hij weer vergiftigd werd. Langzaam, deze keer. Waarom helpt niemand uit Amerika of Europa, als papa aan de kant van het goede staat? Hoe kan het goede winnen als papa in de gevangenis dood gaat, vergiftigd door Voldemort?’
Of dat ik de ex van Poetin ben, Ljoedmila, en als ik mijn haar doe en mijn opgezette gezicht in de spiegel zie, na de eerste 5 shotjes, tegen mezelf in de spiegel hardop zeg:’ If’. De rest zeg ik gewoon in mijn hoofd, want Voldemort heeft overal oren.
Dat ik zelf Navalny ben en mijn gedachten niet op orde kan brengen, in de isoleercel. Dat ‘ik 8 kilo afgevallen ben, overdag niet mag zitten en het licht dag en nacht aan staat in de cel, dat ik vrees dat ik mijn kinderen niet meer zal zien. Dat ik zo zwak ben dat ik soms niet meer weet waarom ik hier opgesloten zit. In een normale wereld had Voldemort in een isoleercel moeten zitten en niet ik. Wat doet Amerika? Wat doet Europa?’
Dit spel kan soms heel zwaar zijn en ik vond het niet leuk om me voor te stellen dat ik het kind van Navalny was. En toen ik me voorstelde dat ik Navalny was, werd ik redelijk duizelig.
Ik wilde me nog voorstellen dat ik Richard de Mos was, maar dat kan wachten tot morgen, 21 april.

20 april, Den Haag Centraal 2023

Conventie

Afgelopen week heb ik ‘De Uitnodiging’ van Laura van Dolron gezien in het Theater aan het Spui, waar beide speeldagen waren uitverkocht. Ik ga niet heel vaak naar het theater, omdat ik een hekel heb aan de conventie tussen kunstenaar en publiek die je er vaak te duidelijk ziet. Maar ik bewonder de authentieke mensen die op het podium staan. Ik bewonder authenticiteit en de kunstenaars die de conventie overtreden. In een boek vind ik deze conventie soms speels. Het contract met het publiek: ik sta als kunstenaar hier en jullie staan daar en ik ga jullie dat vertellen. De schrijver doet dat beter dan de acteur, vind ik in het algemeen. Het is waar dat de acteur er een beperkte tijd voor heeft en dat de schrijver over alle tijd beschikt. Maar afgelopen dinsdag was Laura van Dolron de artiest, ongeacht de beoefende kunst. Ontroerend, en hoewel ik nooit een recensie over haar stuk gelezen heb, denk ik dat elke recensent dit woord gebruikt heeft: Laura van Dolron ontroert. Het gevoel dat iemand voor je staat met zijn hart buiten zijn borst. Ectopia cordis heet dat in de medische wereld, zo’n geval waarin het hart buiten de borstkast groeit. Je ziet het hart buiten het lichaam kloppen. Tenminste, dat heb ik ooit gezien in een aflevering van de medische serie ‘The Good Doctor’: de patiënt met deze aandoening kon niet geknuffeld worden en dat is juist wat Laura van Dolron wil: geknuffeld en geliefd worden. Willen we dat niet allemaal? Laura leek niet te geloven in de conventie met het publiek en daar zit haar kracht. Zij deed het fantastisch, het publiek deed het oké. De vraag die ik me gesteld heb bij het publiek was of dertigers en veertigers in Den Haag ook naar het theater gaan, want het publiek was het gewone babyboomerpubliek van Den Haag. Een publiek dat geen seconde de conventie vergeten heeft. Laura wel. Vandaar dat ze binnenkomt bij iedereen. En je gunt haar liefde. Je gunt haar haar geliefde Mark, die twee uur lang bij haar blijft op het podium. Je gunt haar dat ze samen oud mogen worden – zegt zij die de geliefde met wie ze oud wilde worden heeft verloren. Ik zat bij de deur, klaar om te vluchten als mijn pijn te groot zou worden. Ik heb bijna de hele tijd gesnikt, maar ik ben tot het eind gebleven.

Den Haag Centraal, 13 april 2023

#Eigenwaarde, mijn column in #denhaagcentraal

Het ontroert me als vrienden zich zorgen maken dat ik me niet ga redden als zzp-er. Dat ik weer een vaste baan zou moeten zoeken. Niets is zeker in deze wereld, maar een ding weet ik zeker: never nooit meer in vaste dienst, ook al zit er ergens in de plooi van mijn geheugen nog het cliché never say never. Ik ben freelancer geworden om meerdere redenen. Een van de redenen, niet de meest belangrijke, is dat ik toch een beetje de mensen met wie ik te maken heb wil kiezen. Voor meer rendement. Voor meer vreugde. Om mezelf te ontwikkelen. Om van wat ik doe te kunnen genieten. Om, om weer een cliché te gebruiken, eindelijk te worden wie ik ben. Hebt u enig idee hoeveel grote, maar vooral kleine racisten in een grote organisatie zitten? Ik heb besloten mijn eigen racisten te kiezen. Het type dat racistische dingen met een soort onschuld zegt, kan ik makkelijker aanspreken. En een-op-een kun je makkelijker reageren. In een organisatie versterken racisten elkaar, zeker als je de nieuwkomeling bent. ‘Onschuldige’ grappen, ‘onschuldige’ naïviteit of ‘nieuwsgierigheid’, je leert ermee te dealen, als ‘vreemde’, maar in het weekend droom je over een andere werkplek. Ik heb al jaren geleden gekozen voor zelfspot, ik was op die manier tenminste iedere kleine racist voor. Zelfspot ontspant de sfeer en iedereen vindt je ‘cool’. In feite ben je toch minder jezelf. Na zoveel oefenen in zelfspot baarst(sic!) ik van kunde. Ik kies voor eigen waarde, waarin ik als eerste geloof. Er is ook iets in mij veranderd: ik hoef me niet meer te bewijzen. Hoeveel hooggeschoolde buitenlanders horen niet dat ze in hun werk overgekwalificeerd zijn? Dat was in mijn geval vaak een probleem, niet zozeer voor mezelf, maar meer voor anderen. De geschikte mens op de geschikte plek zetten is heel moeilijk, vooral als je met een accent praat. Als je een zin twee keer moet herhalen, want sommige mensen kennen alleen eén melodie van de taal en zijn doof voor kleine variaties, blijft dat moeilijk. Deze week, precies op de dag waarop deze kranteditie verschijnt, ben ik 18 jaar in dit prachtige land, waarin we het zo goed hebben. Ik ben dus ook hier volwassen geworden. Op mijn 18de in Nederland kies ik hardop voor mezelf en voor mijn waarde. Zal ik het redden? Lieve vrienden, ik kan de toekomst niet lezen, maar zoals ik ook in mijn vorige land gedaan heb, ik ken mezelf en ik leef met de hoop. Dat is al iets.

7 april 2023, Den Haag Centraal

Geluk, het #boek en de #bibliotheek, mijn #column in #denhaagcentraal

Mijn favoriete bezigheid van de laatste weken is om podcasts over bibliotheken te beluisteren. Waarin alleen het woord ‘bibliotheek’ me overtuigd dat het over bibliotheken gaat. Het mainstream onderwerp is de ‘gelukkige samenleving’. Na 10 minuten luisteren vraag ik me af of er nog bibliotheekmensen zijn die ook in het boek geloven. Moet ik me een dinosaurus voelen omdat ik in een collectie boeken geloof? Tegelijkertijd schrikken we dat kinderen niet lezen. Wat moeten ze lezen als de bieb verandert in een ontmoetingsplek en het boek niet meer belangrijk is? Dat zeggen de beleidsmakers, dat de bibliotheek een ontmoetingsplek is. Ontmoetingsplek, maar geen ontmoeting met het boek? Degenen die in zo veel geluk in de samenleving geloven zijn geen lezers. Zonder dat te willen, doen ze me denken aan de nieuwe mens die de Sovjet-Unie wilde maken. Mag ik in het Westen 40 jaar later het resultaat verklappen? Het is de Sovjet-Unie niet gelukt. Laat iedereen zijn wie hij is. Geef hem boeken en een goed woord en laat hem zijn. Zijn in de bibliotheek. Leer kinderen te lezen, want je spreek jezelf tegen. Vertel kinderen dat ze in boeken iets zullen vinden wat alleen in boeken te vinden is. Die ‘gelukkige samenleving’ waarin iedereen gelukkig en tevreden is zal nooit kunnen bestaan. Je gaat scheiden of je partner gaat dood, je wordt ontslagen, je schoonmoeder haat je, je wordt verliefd op een getrouwde vrouw die haar eigen beloftes wel wil houden, je hond gaat dood, je bent veel te dik, je hebt psoriasis, je kunt niet naar Spanje dit jaar, je hebt een foto gezien met een kind uit Afrika dat op een steen sliep. Hoe kun je dat allemaal even vergeten? Als je een boek leest. Wordt iedereen de vriend van iedereen of is hij dat al en loop ik achter? Beleid is nog geen boek. In de toekomst zullen we als Diogenes met de lamp naar echte lezers zoeken. Mensen die toch iets over boeken weten of zouden moeten weten maken beleid waarin het boek weinig plek heeft. Een vroedvrouw die anticonceptiepillen uitdeelt. Misschien omdat het subsidiegeld van de gemeente komt, waar alles beleid is, vergeten we het boek en streven we naar gebakken lucht, pardon, geluk. Oke, stel je voor dat we die gelukkige samenleving creëren. Wat vinden we daar? Vluchtig geluk dat weg gaat als we niet meer daar zijn of zo? Relatie? Liefde? Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat de universiteiten van de toekomst weer in Praag of Boedapest zullen zijn, waar men bibliotheken met boeken zal hebben en geen gelukkige samenlevingen, maar een gewone. Ik geloof niet in het sociale geluk, dus ik lees.
Kan een afbeelding zijn van 1 persoon en de tekst 'Mira Tedje zijn b maar neer dicht Bie. D maar leefti stad Mijn favorietebezighed de laatste wekeni podcasts over bibliotheken beluisteren. Waarin alleen het woord 'biblio- theek' me ervan overtuigt dat het over bibliotheken gaat. Het main- stream onderwerp de geluk- kige samenleving' Na tien minu- ten luisteren vraag me nog bibliotheekmensen zijn die ook in het boek geloven. Moetik me een dinosaurus voelen omdat ik in een collectie boeken geloof? Tegelijkertijd schrikken we dat kinderen nietlezen. Wat moeten ze lezen als de bieb verandert'
30 maart 2023
Dit is de laatste #column van dit moeilijke jaar. Ik wens u dat uw lichaam in het nieuwe jaar geliefd wordt en comfort ervaart. Fijne feestdagen iedereen!
De laatste column van dit jaar besteed ik aan het lichaam. Want dat is wat ik de laatste weken doe: ik help mijn eigen lichaam om te herstellen. Ik geef mijn lichaam aandacht. Het verdriet van een lichaam dat zijn kameraad verloren is kende ik niet tot dit jaar.
Voor je geest die rouwt zijn er zo veel boeken geschreven. In al deze maanden heb ik nooit aan mijn lichaam gedacht, niet verder dan de paniekaanvallen sussen en van de vele katers na drank en slaappillen afkomen. Toen ik met klachten naar de huisarts ging zei ze dat ‘rouw in je botten en in je huid zit’. Daarom ging ik naar haar, omdat er iets mis was met mijn botten en mijn huid. Mijn lichaam, al 20 jaar gewend met het lichaam van mijn man, dat niet meer bestaat, moest alles wat het wist herdefiniëren. Je rouwt en je bent een verloren, lijdend lichaam. Je hebt lichamelijke pijn en je bent lichamelijk kwetsbaarder dan ooit, als je rouwt. Je lichaam zoekt het verdwenen lichaam, zoals een tweeling zijn helft zoekt. Ik heb geen familie bij wie ik in de armen kan springen en bij vreemden spring ik niet in de armen, hoe aardig zij ook mogen zijn. Niet eens bij vrienden, want geen vriend vervangt wat je verloren hebt. En toen ging ik massages nemen en huilde ik tranen met tuiten onder de zachte handen van de masseuse en nog eens onder een apparaat bij een beautycentrum waar de machine meer kietelde dan aaide, maar daar, liggend onder die machine die zijn werk deed dacht ik aan al die freaks die opgeblazen poppen thuis hebben en ik begreep hen he-le-maal. Het bekende lichaam van mijn man was niet meer en ik had geen moeder en geen vader die me in hun armen konden sluiten. Ik zocht veiligheid en aanraking in een beautysalon, bij een masseuse en bij een robot. Langzamerhand herstelt mijn lichaam, mijn huid is schoon en mijn botten hebben geen stem, zoals het hoort. Ik heb weer controle over mijn lichaam. Ik leer ook als lichaam zelfstandig te zijn. Controle over het gemis te hebben. Ik ben minder kwetsbaar, ook daarom durf ik dat op te schrijven. Ik las vanochtend over een klein meisje dat gevlucht was uit een instelling en in de kou liep in mijn geboorteland. Ik dacht aan haar zwaar beproefde lichaam, waar de angst zich al geïnstalleerd heeft. Lichamen hebben liefde, warmte en comfort nodig! Ik wens u dat uw lichaam in het nieuwe jaar geliefd wordt en comfort ervaart. Fijne feestdagen iedereen!
IMG_0267.jpg

Het brein

Ik ben altijd onder de indruk geweest van het menselijke brein. Wie bijvoorbeeld met suiker wil stoppen weet welke slimme manieren het brein bedenkt om toch suiker te krijgen. We zijn gedesigneerd om te overleven. En ik zie dat in mijn dagelijkse leven. Ik heb iets bedacht, zonder dat ik daarover ging nadenken, waardoor ik de paniek en wanhoop over het recente verlies van mijn man kan verdragen. Mijn brein was op zoek naar een strategie, zonder dat ik het in de gaten had. Want de laatste weken ben ik een groot fan geworden van documentaires over de kosmos. Laatste ontdekking: ‘Ancient Apocalypse’ op Netflix. Het werkt namelijk zo: Ik voel de paniekaanval aankomen (via vragen zoals ‘hoe zal ik ooit dit enorme verlies verwerken?’ ‘Hoe kun je terug naar het leven gaan als het geliefde lichaam, dat voor jou de hele mensheid betekende, in je armen zijn laatste adem uitblies?’). Als ik de vragen voel aankomen zap ik naar ‘Ancient Apocalypse’. Of  ik troost mezelf met het nieuws dat de Webb- telescoop chaos toont door een pasgeboren ster. We zijn niets, we zijn stof, zoals de Bijbel zegt. De natuur heeft het ook moeilijk, kijk maar naar al die rampen, heel Atlantis is verdwenen. Toen mijn man terminaal ziek was, fietste ik twee keer per week door een prachtig bos naar de school waar ik werkte. Ik bracht hem naar de chemo en ik mocht eerder weg van school om hem van de chemo terug te halen. Als hij aan het chemische infuus lag, fietste ik door het bos en smeekte ik de natuur en de hemel, die kracht die ik als kind uit mijn dorp kende, om hem beter te maken. Ik schreeuwde als een gek in de regen naar het bos om hem in leven te houden. Nu kijk ik naar al die apocalypsen en ik zeg tegen mezelf dat de natuur het ook moeilijk heeft, kijk maar naar al die overstromingen en aardbevingen. Dat zeg ik tegen mezelf en ik voel mijn bloeddruk dalen. Ik ben nooit kwetsbaarder geweest en mijn hersenen zijn op hun hoede. Mijn neiging is om me van de wereld terug te trekken, om mijn wonden in eenzaamheid te likken. Maar na nog een aflevering van ‘Ancient Apocalypse’ vraag ik me af of onze kwetsbaarheid niet een teken is dat we mensen nodig hebben. Dat we met elkaar verbonden zijn door het verlies dat we meemaken: aardbevingen of de dood van je geliefde. De filosoof Democritus  zocht naar euthymie, het moment van kalmte waarop je geest rust vind. Ik vind mijn euthymie als ik naar apocalypsen op tv kijk.

Den Haag Centraal, 24 november 2022

Doema is dom

Ik vrees voor de winter die uit #Rusland komt, die langer dan een seizoen zal duren. Een vrieskou die veel jonge en oude harten zal bevriezen, die een groot deel van de mensheid en onze cultuur wil bevriezen. Want Doema, het Rusische parlement, heeft een wet goedgekeurd die elke positieve berichtgeving over #LGBTQ+-personen strafbaar maakt. Ik stel me voor dat ik een jonge gay tiener in Rusland ben, die graag op social media zit. Hij of zij mag zich niet meer uiten, de persoon die hij of zij zou zijn in een vrij land moet voor de Russische wet verdwijnen. Hoe voelt het Westen deze ijskoude wind? Propaganda voor Poetin mag, ‘propaganda’ voor een leven waarin je vrij bent om te zijn wie je wilt, niet. ‘Zijn’ wordt strafbaar in Rusland en het ‘decadente’ Westen moet nu ingrijpen. De oorlog met Poetin is zoals in een B-film: hij speelt zich af op alle mogelijke fronten. Ik had 17 jaar de tijd om mijn afkeer voor het woord propaganda te verminderen en daar gaan we weer. Vraag u zich af wat “LGBT-propaganda” zou kunnen betekenen voor de Russische wet? De media, internet, literatuur, film en reclame. De tekst van de wet verbiedt ook “informatie die het verlangen kan opwekken om van geslacht te veranderen” voor kinderen. Het gaat mij niet alleen om de jonge Russische harten, maar ik vraag me ook af hoe besmettelijk de Russische bekrompenheid in Oost Europa zal zijn. Tot waar zal deze vorst komen? De obsessie met de traditionele familie is een van de Oost-Europese ‘waarden’ die de Oost-Europese volkeren met het Poetinistische volk verenigt.
En het gaat niet alleen om de Russen van Moskou tot Vladivostok, nee, de homohaat zal zich in Oost-Europa sneller verspreiden dan het coronavirus.
Zullen de ‘Memoires’ van Hadrianus, een van de meest bekende homoseksuelen aller tijden een van de mooiste zielen die op aarde geleefd heeft verboden worden in Rusland? Wat zullen de tieners op school leren over de Griekse en Romeinse cultuur, over Homerus, die in zijn werk uitgebreider in zijn beschrijvingen van mannen dan van vrouwen is? Over Gilgamesj, die moet leren leven zonder zijn vriend Enkidu? Zullen ze Andre Gide, Marcel Proust lezen? Of zullen zij en hun oeuvres deel uitmaken van de LGBT- propaganda? Er waait een koude wind uit Rusland die alles wat we zijn wil bevriezen. Onze cultuur, onze vrijheid, onze kinderen. We moeten hard vechten, tegen de Joker en zijn Doema. Want Doema is dom.

Den Haag Centraal, november 2022

Nokia-verhaal

Wie heeft er niet zo’n vriend of familielid aan wie hij geen appje of foto kan sturen omdat die nog steeds een oude Nokia gebruikt? Een niet-geüpdatete oom of juist iemand die de moderne gadgets niet vertrouwt? Niets mis mee natuurlijk. Maar in de praktijk zijn het in zo’n situatie vaak je kinderen die je aansporen om een modernere telefoon of laptop te nemen. In elk geval word je wel geüpgraded door de tijden, nolens volens. Alleen Rutte bleef achter.
En met dat Nokia-verhaal vraag je je opnieuw af, met een beetje gene: wie is deze man eigenlijk? Het rare zit uiteraard niet in het gebruiken van een Nokia op zich, het zit in het premier-zijn en een Nokia gebruiken. ‘Beetje awkward’, zouden zijn leerlingen kunnen zeggen. Daardoor zag ik hem in dat licht dat niet in zijn voordeel is: man alleen, geen kinderen, geen partner, arrogant in zijn ivoren Torentje, een personage. Ik zeg zeker niet dat alle mannen of vrouwen die alleen zijn, raar zijn, maar sommigen zijn het wel. Want wat maakt je in essentie mens? De menselijke connectie. Niet de functie. Als ik Rutte in dit licht bezie, denk ik aan de geleerden van Laputa in ‘Gullivers reizen’. Die waren zo geconcentreerd op wiskunde en muziek dat de wereld voor hen niet meer bestond en ze iemand nodig hadden die hun hoofd met een stokje aanraakte om ze terug naar de werkelijkheid te halen. Daar moest ik aan denken toen ik de volgende woorden van Rutte in de krant las: ‘Ik stuur sms-berichten die van belang zijn voor de bestuurlijke besluitvorming door of in cc naar de meest betrokken medewerker. De medewerker bewaart vervolgens de sms. Lange berichten, die ik niet kon doorsturen, las ik voor, parafraseerde ik of gaf ik op hoofdlijnen door aan medewerkers.’
Toen dacht ik aan de geleerden van Laputa en de Flappers: ‘Deze mensen leven zozeer in hun eigen gedachtewereld, dat zij zonder een externe prikkel van het spraak- of gehoorzintuig niet kunnen spreken of naar anderen kunnen luisteren. Daarom zijn er in elke familie speciale bedienden, ‘Flappers’ geheten. Zonder hen gaat men niet naar buiten. Het is de taak van een Flapper om, wanneer twee of meer personen in gezelschap zijn, met een ‘Flap’, een soort zwabber, zachtjes de lippen van degene te prikkelen die gaat spreken, en het rechteroor van degene aan te raken die aangesproken wordt.
De Flapper begeleidt zijn meester ook op zijn wandelingen om hem regelmatig een Flap op zijn oog te geven, omdat hij anders zo verstrikt raakt in zijn eigen gedachten, dat hij grote kans loopt om te struikelen over uitsteeksels, tegen obstakels zijn hoofd te stoten of tegen anderen aan te botsen.’
In 2022 heeft Rutte een Flapper nodig, omdat hij zijn Nokia niet wil updaten.

Den Haag Centraal, 26 mei 2022

SLAPP

Ik heb altijd gedacht dat het makkelijker is om in het Westen journalist te zijn. Ik heb het over de journalist die kritisch durft te zijn, die vragen durft te stellen. Je wordt immers niet doodgeschoten als je over de toeslagenaffaire schrijft. Niet lang geleden las ik over een Oost-Europese burgemeester die zich door een hele krantenredactie gediscrimineerd voelde en de krant prompt voor de rechter sleepte. De rechter gaf hem gelukkig ongelijk.
In de Roemeense zaak-Colectiv, waarbij in 2015 een brand uitbrak in de gelijknamige nachtclub, die uiteindelijk leidde tot 65 doden, kregen de schuldigen deze week hun straf op basis van wat de pers over de corruptie in deze zaak had onthuld.
Ik moet erbij zeggen dat in dezelfde landen waar journalist een gevaarlijk beroep is, je als journalist ook mee kunt doen met de tijdelijke politieke macht. Hoeveel journalisten worden na verkiezingen geen ambassadeur bijvoorbeeld?
Ik heb een zwak voor journalisten, vooral voor de kritische stemmen. Voor vragenstellers. Voor degenen die geen vrienden hoeven te zijn met de macht, omdat macht en waarheid zelden matchen. Voor de niet-bruggenbouwers. Ik hou van ongemakkelijke vragen, van oncomfortabele stemmen, van degenen die het niet gezellig houden.
Van journalisten die irriteren. Van links of rechts, ongeacht de huidige betekenis van links of rechts. Maar je hoeft vandaag de dag niet op Malta te wonen om te worden bedreigd als journalist. Ook het Westen heeft zijn eigen middelen om een journalist stil te krijgen, zonder te schieten. Het rijke Westen heeft geld. Zo werden onlangs twee Zweedse journalisten door een verongelijkte miljonair als privépersoon voor het Londense Hof gesleept. En de proceskosten waren zo hoog dat de journalisten geïntimideerd raakten. Zullen ze een volgende keer nog naar de waarheid zoeken als ze hun huis moeten verkopen om een dure advocaat te betalen?
Rijken, mensen en organisaties, jagen journalisten bewust op hoge kosten. Zulke procedures heten, volgens de Europese Commissie, SLAPP: ‘Strategic Lawsuits Against Public Participation’. Ik kende ze al uit het Oosten.
Waarheid doet er niet toe en heeft geen lichaam meer. Er is geen waarheid meer, alleen power. We zoeken naar kleine onderdelen van de waarheid, die, bij elkaar gebracht, geen waarheid meer vormen. Misschien is de waarheid in het Westen minder gevaarlijk, maar misleidend. Wie wil nog voor de waarheid werken als Abramovitsj, de burgemeester of een rijke organisatie je voor hoge kosten voor de rechter kan slepen? Waarom zou de waarheid nog belangrijk zijn? Voor wie? We kunnen toch allemaal een beetje corrupt of fout zijn en het gezellig houden? Ja?

Den Haag Centraal, 19 mei 2022

Leermeester

Als je geliefde of iemand anders in je familie doodziek is, verandert niet alleen je leven, maar ook je kijk op het leven. De vraag is: wat blijft er overeind als je naaste de diagnose terminale kanker krijgt? ‘Ben ik nog mezelf?’, vraag ik me vaak af. ‘Of ben ik iemand anders aan het worden?’ Ik ben altijd vrij rechtlijnig geweest en heb altijd veel gevraagd van mensen. Ik heb mezelf ook altijd volledig gegeven. Maar als ik mezelf van vóór de kanker zou moeten beschrijven, zou ik zeggen: ‘Soms een beetje te serieus.’

Maar ruim twee maanden na de zware diagnose merk ik dat ik ongeduldiger met de wereld aan het worden ben. En zwartgalliger in het algemeen. Dat ik geen geduld meer heb voor oppervlakkigheden, wat ik zelf logisch vind. Zoals een vrouw die in de winkel de tijd neemt om de verkoopster uit te leggen wat voor handdoekjes ze wil neerleggen in haar nieuwe, grote badkamer en iedereen in de rij achter haar getuige wil laten zijn van haar geluk. Ook in mijn ogen zoekt ze een bevestiging van haar mooie karma en ze verwacht een glimlach van me. Maar mijn tanden waren nooit strakker op elkaar geklemd. Ik zou haar niet willen vertellen wat ik met haar stomme handdoekjes zou willen doen. Zie je? Ongeduldiger, dat bedoel ik. Kanker in je familie maakt je nog geen verpleegkundige, ik ben van mijn spoor afgeraakt en zal ooit het leven opnieuw moeten leren. Nu, net als Dante, sta ik klaar om af te dalen in de hel. Het afglijden is begonnen. Ik kijk naar de wereld door een nieuwe bril, een kankerbril. Je hebt ineens andere prioriteiten en andere urgenties. Wat vroeger belangrijk was, zakt op je lijstje. Je leert een nieuwe woordenschat, je ontmoet nieuwe mensen, die je begeleiden op het kankerpad. Vrienden rangschikken. Mensen van wie je het nooit verwachtte, bellen je en bieden hulp, terwijl vrienden die je nodig had, op afstand blijven. Je bent verrast, maar de dood is eng in onze cultuur en zo was het tot drie maanden geleden ook voor mij. Maar kanker is niet alleen eng, hij is ook een leermeester. Voor een nieuwe dimensie van het leven, voor zolang het leven er nog is. Kanker verwijdert veel blinde vlekken en oogkleppen.
Ik ben ongeduldiger geworden, maar tegelijk heb ik niet meer zo snel een oordeel klaar als iemand chagrijnig is. Misschien heeft hij iemand thuis die terminaal is, is hij bang en uitgeput en hangt hij tussen het kapotte leven en de dood van zijn geliefde. Ik weet nu dat hij iedereen nodig heeft.

Den Haag Centraal, 12 mei 2022

Go, Sigrid!

Ik heb geen zwak voor Sigrid Kaag. Zoals zovelen die op haar hebben gestemd, wacht ik er nog steeds op dat ze waarmaakt wat ze heeft beloofd. “Heb je er geen spijt van dat je op haar hebt gestemd?”, vroeg mijn dochter me een paar maanden nadat Kaag was verkozen. En ik twijfelde. Maar voor wat de grote kranten nu met Kaag doen, heb ik geen woorden. En ik heb de neiging om te denken dat gefrustreerde mannen achter alles staan wat er nu over haar wordt geschreven.
De Volkskrant publiceerde deze week een artikel naar aanleiding van een brief die een lezer naar de ombudsman had gestuurd over eerdere berichtgeving in de krant, en het stuk eindigde met een nietszeggend ‘helaas’ in plaats van oprechte excuses, alsof de Bijenkorf het had geschreven en niet de Volkskrant zelf. De kop: ‘Deed de Volkskrant (onbedoeld) mee aan de hetze tegen Sigrid Kaag?’
Dit is een land waarin alles moet worden ‘uitgepraat’. Het viel me al jaren geleden op, toen ik serieus Nederlands aan het leren was.
Echt ‘sorry’ of ‘ik ging te ver’ bestaat niet in het Nederlands. Niemand zit fout in Nederland, iedereen heeft hier een uitweg. Zeker als je wit bent en macht hebt.
In de NRC van een week geleden was het niet zozeer het artikel tegen Kaag, maar de foto die erbij werd geplaatst die me liet schrikken. Kaag werd geportretteerd als een heks en ik vraag me nog steeds af hoe zoiets mogelijk was, dit is immers het niveau van mensen die ik meteen ontvriend op Facebook. Waarom haar niet direct stenigen, zoals in die landen die witte mensen verafschuwen? Dit gaat niet over het feit dat D66 een sekte of geen sekte aan het worden is (trouwens: degene die fout zat, was weer een man met macht), dit is afschuwelijk gedrag. Gewoon pesterij. Ver onder het niveau van een landelijke krant.
Nee, ik heb geen enkele sympathie voor D66, ik heb geen enkele sympathie voor enige partij, maar ik begin te denken dat we de kranten hebben die we verdienen, net zoals we de politici hebben die we verdienen. Vorig jaar schreef ik in onze krant dat Kaag te hoog gegrepen is voor Nederland, maar ik bedoelde daarmee voor het volk. Ik wist niet dat landelijke journalisten zo volks zijn en dat mannelijke politici zo bang zouden worden voor Kaag. In die hierboven bedoelde afschuwelijke landen stenigen ze vrouwen voor overspel. In Nederland beginnen ze een heksenjacht als de vrouw haar plek in de politiek niet kent. Ik heb geen bijzondere sympathie voor Kaag, maar zolang we zulke journalisten en politici hebben die een heksenjacht op een politica beginnen, blijf ik roepen: ‘Go, Sigrid Kaag, go!’

Den Haag Centraal, 5 mei 2022

Bram

Vanuit een ambulance die door de stad snelt, lijkt zelfs de stad anders. Zeker midden in de nacht, bedacht ik deze week toen ik dat meemaakte. Hoe anders eigenlijk? Menselijker. Warmer, net als Bram, de ambulancebroeder en zijn broeder. Ik wens het ook niemand toe, maar een rit met de ambulance is soms belangrijker dan een vakantie naar een ver oord. De hemel lijkt dichterbij, de stad lijkt een poppenhuis en de instituties lijken gewoon huizen. Alles onderweg kreeg door de uitzonderlijke rit een infuus menselijkheid. Of kwam dat door Bram en zijn collega’s?
Toen bedacht ik: hoe zou het zijn als Rita Verdonk of de vele onmenselijke directeuren of gewoon onaardige mensen iets van Bram zouden hebben? Of de wethouder cultuur, in het algemeen, of de mevrouw van een willekeurig loket die soms geen geduld heeft. Vooral met de buitenlanders die haar niet verstaan. Hoe zou het zijn als de hele maatschappij waarin we leven iets van Bram, de ambulancebroeder van het HMC, zou hebben?
Ik was de hele nacht wakker, zittend op een stoel in het ziekenhuis, dus ik had de tijd om me van alles voor te stellen. Dat de mensen met wie je gewoon te maken hebt dezelfde vragen als Bram zouden stellen: ‘Gaat het, mevrouw?’
‘Lukt dat, meneer?’ ‘Geen probleem, voor alles is er een oplossing.’ Stel je echt voor dat Rita Verdonk deze vragen zou stellen aan een buitenlander die niet meer weet of hij er goed aan heeft gedaan om te emigreren en met een depressie kampt. Ze zouden er allebei baat bij hebben. Zeker Rita Verdonk. Stel je voor dat de politici of hoge ambtenaren, in ieder geval degenen die denken dat zij het voor het zeggen hebben in deze stad, iets van Bram zouden hebben. Er is overal iets van Bram nodig. Overal.

We zouden minder eenzaam, minder ziek, minder bang, minder teleurgesteld, minder arrogant, minder egoïstisch zijn als we af en toe de Bram in ons zouden laten praten. Misschien zijn we allemaal Bram bij de geboorte en worden we pas daarna Verdonk of Wilders of je absurd veeleisende baas of de arrogante of hypocriete politicus. Maar ik denk het niet. Ben ik te cynisch? Misschien. Ook ik zou vaak meer van Bram willen hebben. Waar kunnen we een snelle cursus Bram volgen?

Den Haag Centraal, 29 april 2022

Terrassen

Twee jaar lang heb ik min of meer gewoond op het Regentesseplein. Tot een paar weken geleden had ik er een werkkamer, de beste die ik kon hebben. Daarvoor was ik alleen en passant in de buurt en had ik geen idee wat deze kruising tussen de Weimarstraat en de Regentesselaan betekende. Nu, twee jaar later, weet ik dat dit het punt is waar meerdere werelden bij elkaar komen. De betere buurten en de minder goede buurten ontmoeten elkaar bij café Emma, op het plein. Het Manhattan van Den Haag, waar je iedereen tegenkomt. Café Emma, dat iedereen kent. Jij kent niet iedereen, maar iedereen kent café Emma. Waar die meneer in de rolstoel de kranten leest op het terras, ongeacht het weer. Hoe vaak heb ik hem niet om de Volkskrant gevraagd? Als er één plek is in Den Haag waar iedereen zichzelf mag zijn, dan is het op het terras daar, aan weerszijden van de weg. Hoeveel kriek heb ik er de afgelopen zomer niet gedronken? Hoeveel plannen heb ik er niet gemaakt? Hoeveel vrienden heb ik er niet ontmoet? Hoeveel mensen die ik via via kende, ben ik daar niet tegengekomen?
En nu lees ik dat de gemeente de tijdens corona vergrote terrassen niet meer wil. Alsof je op aarde geen mensen meer zou willen. Het Regentesseplein in de zomer zonder de twee terrassen! Wanneer volgt een verbod op ijs in de zomer? Een verbod op fietsen naar Scheveningen, een verbod op lopen met honden?
Want een verbod op terrassen op het Regentesseplein is net zo absurd. In coronatijd was het geen probleem en nu ineens wel? Hoe komt dat? Kon een van de gemeenteambtenaren soms niet parkeren in de buurt en besloot hij daarom dat hij boos is op de terrassen daar? Ja, het is er moeilijk parkeren, maar wat is makkelijk in Den Haag? Overal omwegen, overal wegwerkers, overal enorme bouwplaatsen! Zeventien jaar geleden was het niet anders toen ik naar Den Haag kwam. Niets is soepeler geworden: om van de Regentesselaan naar het Malieveld te komen, fietste ik langer dan van het Malieveld tot Wassenaar en onderweg werd ik steeds creatiever in vloeken. Laat de terrassen leven op het Regentesseplein, gemeente Den Haag! Laat die mensen elkaar ontmoeten, laat die buurten elkaar leren kennen, laat die man in zijn rolstoel zijn kranten lezen, laat het zijn en kom zelf de sfeer ervaren. Ga eens op het terras naast de rozenbosjes zitten en bestel een cheesecake en een pintje. Kijk om je heen naar de mensen, ik hoop dat je wat talen spreekt, want het terras daar is net Babel, je hoort Den Haag, oud en nieuw, klaar om te leven. Even chillen, gemeente Den Haag.

Den Haag Centraal, 21 april 2022

Boekenbal

Dear bewoners van Bridgerton, pardon, Boekenbal 2022. ‘Er werd gezegd dat van alle teven, levend of dood, een schrijfster het meest op een hond lijkt. Als dat waar is, laat deze schrijfster graag haar tanden zien.’ Zo begint de Netflix-hit ‘Bridgerton’ en tijdens het Boekenbal van vorige week moest ik daar een paar keer aan denken. Maar ik ben geen Lady Whistledown en mijn tanden laat ik graag bij andere omstandigheden zien. Dit is niet meer dan een klein relaas van ons Bal.
Om naar binnen te kunnen stond ik een uur in de rij, anderen wel anderhalf uur. In een galajurk.
Zoals iedereen die daar in de kou stond, om te zien en gezien te worden. Aandoenlijk gewoon.

Had iemand me veertig jaar geleden in communistisch Roemenië verteld dat ik op een koude avond op stilettolaarzen in een ander soort rij zou staan, een waar je geen brood krijgt, zou ik ‘flikker op!’ hebben gezegd. Toch stond ik daar net als die andere honderden mensen die min of meer iets met de letteren in ons landje te maken hebben. Waarom ga je een uur in de rij staan om vervolgens in een superdrukke Escape niet te kunnen ademen? Ik zag mensen die na een uur geduldig in de kou te hebben gestaan, na twee minuten rechtsomkeert maakten, naar buiten. Toen ik eenmaal binnen was, begon het gedoe met de lockers. En daarna wil je natuurlijk aan een drankje komen. Vraag iedereen wat hij of zij op het Bal deed. Ik denk niet dat je snel een zinnig antwoord zult krijgen. Handjes schudden, wangen kussen. Corona? Nooit van gehoord. Wat deden al die mensen op een bal in Bridgerton? Groeten, dansen, praten, hoewel in Escape niemand je echt kon horen door de herrie.

Rondjes maken om te zien en gezien te worden. Op de roze jurk met lange sleep van Heleen van Royen gestapt, of stapte ik op haar vriend? ‘Ik zou hem niet willen zijn,’ zei de collega met wie ik rondjes maakte. ‘Waarom niet?’ Dit is altijd de positie van de vrouw geweest, naast of achter een min of meer machtige man staan.
Het viel me op dat er steeds meer jonge mensen op het Boekenbal komen. Ben ik oud geworden? Of is het een teken dat steeds meer jonge mensen boeken maken?
Ik zei jong, niet onervaren. In de klare ochtend, uren na het Bal, toen ik langs Escape liep richting het station, zat er een dakloze iets te eten. Alsof de rijen van gisteren niet echt waren. In scène gezet, zoals de lijken in Boetsja, volgens de Russische autoriteiten. Ik keek naar de dakloze en vroeg me af welke van de prinsen van gisteren nou in een kikker was veranderd.

Den Haag Centraal, 14 april 2022

Agressie

Wat heb je aan een artikel dat de agressie van de Russische tsaren wil verklaren? En dat uiteraard in de huidige context. Waarom doet NRC dat? Onbedoeld laten ze immers nog eens zien hoe naïef westerse journalisten en hoogleraren zijn als het om Rusland gaat. ‘Rusland heeft schaarse bestaansmiddelen, is dunbevolkt, de klimatologische omstandigheden zijn er zwaar en het ligt midden in de Euraziatische landmassa. Die onmetelijke ruimte biedt kansen voor expansie, maar is tegelijkertijd een enorm gevaar. Rusland heeft in zijn geschiedenis constant met invasies te maken gehad. Die dreiging heeft zijn sporen achtergelaten op de Russische psyche (…). Het heeft de Russen een veiligheidscomplex opgeleverd. Dat gold voor de tsaren en de communisten en geldt nu ook voor Poetin,’ las ik.
Maar hoe kun je de agressie van Stalin of Poetin verklaren door het feit dat hun rijk of land in de loop van de geschiedenis zelf werd aangevallen? Wat moet je in het Westen weten om Rusland-specialist te zijn? De landsnaam kunnen spellen en Dostojevski in het Nederlands kunnen schrijven? Waarom zijn de overige landen in Oost-Europa niet agressief? Of stopt de kennis van Oost-Europa bij Rusland? Roemenië, Polen, Hongarije, Bulgarije Albanië, de Baltische staten, Tsjechië… waarom vallen zij geen andere landen aan? Zij hebben meer geleden dan de Russen, juist: door de Russen! Waarom hebben deze landen nooit iemand aangevallen?
Rusland-specialisten, er is meer te eten in Oost-Europa dan kaviaar! Ten minste uit respect voor het woord ‘specialist’ moet je je oogkleppen afzetten en naar de hele geschiedenis van Oost-Europa kijken. Agressie van Russische heersers kun je niet verklaren door een moeilijke geschiedenis. Dus nogmaals: waarom valt Albanië Italië niet aan? Of Bulgarije Rusland? Specialisten, verbreed je horizon eens, ga ook naar de andere Oost -Europese landen. Als een kleine krant deze onzin allemaal had geschreven, zou ik mijn mond hebben gehouden, maar in dit artikel negeert een landelijke krant met zijn onzinnige ‘specialisten’ heel Oost-Europa! Zou je echt kennis van Oost-Europa hebben, dan zou je bijvoorbeeld weten dat precies 81 jaar geleden, op 1 april, in het noorden van Boekovina, bij Varnița, 3000 Roemeense kinderen, vrouwen en oude mannen werden doodgeschoten door Russische soldaten! Een ander Boetsja, bij echte specialisten bekend onder de naam het bloedbad van Fîntîna Alba. Hoe verklaar je Boetsja, hoe verklaar je Fîntîna Alba? Heb dus respect voor degenen die onder de oppressie van de Russen hebben geleefd of nog steeds leven.

Den Haag Centraal, 7 april 2022

Leeftijd

We geven het leven te veel credits. We eren oude mensen om hun leeftijd en we adviseren kinderen om het rustiger aan te doen tot ze levenservaring krijgen. Maar wat is leeftijd? Een summum van ervaringen? Een optelsom van seizoenen? De boeken die we gelezen hebben? Op mijn vijfentwintigste kende ik al de boeken die mijn manier van denken hebben beïnvloed. De boeken die daarna kwamen, gaven me schoonheid, want de belangrijkste lessen uit de boeken had ik al gekregen.
Ik ben van mening dat leeftijd overschat wordt. Het leven is een oefening in knielen. Velen blijven op hun knieën, gekweld door het leven, anderen lijken flexibelere knieën te hebben en staan meermalen op, tot de eindrekening komt. Ik heb niet veel mensen ontmoet die mooi geleefd hebben. En daarmee bedoel ik niet degenen die het makkelijk hebben gehad, de mazzelaars, nee, ik bedoel degenen die ondanks de vele kniebuigingen nog van velden vol bloemen kunnen genieten, of van een enkele roos. Degenen die geven en kunnen reflecteren.
Leeftijd wordt overschat en ik heb geen bijzondere sympathie voor oude mensen. In mijn geboorteland waren ze, als ze niet de mannetjes van de geheime dienst waren, het wandelende resultaat van een dictatuur van vijftig jaar. Ze zouden er niet voor teruggedeinsd hebben om je te verklikken aan de Securitate of je weg te duwen uit de rij voor brood. In het Westen, ook al dragen ze gekleurde truien en shoppen ze op het Noordeinde, zijn ze ook niet heel anders. God verhoede als je ze confronteert met de fouten van hun generatie of hun onverschilligheid. En ik heb het nu niet over de uiterst racistische oude mensen die je in Nederland tegenkomt in sommige volksbuurten. Het leven is voor hen een zomerregen, geen enkele tijdgenoot of gebeurtenis maakt een deuk in hun pitbullkarakter. En ik zal vandaag niet eens beginnen over oude vieze mannen.
Wat is leeftijd? Leren we in het leven iets meer dan je eigen bot vasthouden?
Bijzondere veranderingen, eurekamomenten, openbaringen zijn zeldzaam in het leven van de mens. Ze behoren eerder tot de literatuur. Is het leven een proces of is het zwemmen tegen de stroom in? Krijgen we de kans om er iets van te snappen of moeten we dankbaar zijn als we het tot de menopauze volhouden? Wat is leeftijd? En wat is oud worden, als je vele lijken achter je hebt gelaten? Als je kinderen bang voor je zijn of als je buren naar binnen gaan als jij in de tuin bent? Veel oude mensen voelen zich jong en onveranderd, alsof tijd niet bestaat.
Goedheid van het hart behoort eerder tot de kinderleeftijd. Waarom worden we dan oud?
Wat moet je leren, wat moet je doen, wie ben je?

Den Haag Centraal, 31 maart 2022

Catilina

‘Quousque tandem abutere, Poetin, patientia nostra?’ Niet alleen rechtenstudenten kennen deze vraag uit Cicero’s Catilinarische redevoeringen, de vier aanklachten die Cicero richtte aan Lucius Sergius Catilina – die zich met geweld placht toe te eigenen wat hij niet op vreedzame wijze krijgen kon. Klinkt dit bekend? Het is nu de hele wereld, zelfs de Russische bevolking, die in koor vraagt:
‘Hoelang nog, Catilina (lees: Poetin), zul je ons geduld misbruiken? Hoelang nog zal die razernij van jou met ons de draak steken? Tot welk uiterste zal jouw lef zich grenzeloos roeren?’
Met deze woorden begint het ‘exordium’ (inleiding) van de eerste Catilinarische redevoering, die nu, ruim tweeduizend jaar later, nog actueel blijkt. ‘Het is moeilijker om de economie van het Romeinse Rijk te reconstrueren dan de politiek,’ zei de bekendste Britse classica, Mary Beard, ooit.
Hoe kan dat? Hoe komt het dat de woorden van Cicero na twee millennia nog actueel zijn? Hongaren hebben dezelfde woorden in 2012 gebruikt, toen er sprake was van een grondwetswijziging.
De beruchte Catilina in de redevoering van Cicero stierf als een held, hoewel hij een crimineel was. Zijn eerste vrouw had hij vermoord om te ontkomen aan een kostbare scheiding en plaats te maken voor een nieuwe vrouw. Ook over de vrouwen van Poetin bestaat de nodige onduidelijkheid, die tirannen doorgaans in stand houden als het om hun privéleven gaat, maar duidelijk is wel dat Poetin níét zal sterven als een held.
Het is hem wel gelukt om de klok van Oost-Europa dertig jaar terug te draaien. Wanneer ik de Roemeense kranten lees, krijg ik een acuut gevoel van déjà vu: paniek, angst en steun voor de Oekraïners in nood. Ook de angst van de inwoners van Moldavië dat zij mogelijk de volgende zijn op het lijstje van Poetin, en hun gebed om last minute bij Roemenië te kunnen aansluiten, zijn deel van mijn déjà vu.
Als je ooit een oorlog of revolutie hebt meegemaakt, hoop je dat zoiets nooit meer gaat gebeuren. Niet twee keer in je leven. Maar politiek is een vuil spel dat over de rug van gewone burgers wordt gespeeld en Poetin voedt zich met het fantoom van het verleden.
‘Hoelang nog, Catilina, zul je ons geduld misbruiken.’ Ik had gehoopt dat ik dit citaat alleen in moderne polemieken zou gebruiken en Catilina daarbij zou vervangen door de naam van een of andere intellectueel, of soit, een lokale politicus, want ik hoopte op nieuwe gezichten in de plaatselijke politiek. Maar de geschiedenis is wreed en ik vrees dat de echte Catilina in vergelijking met Poetin een lieverdje was.

Den Haag Centraal, 24 maart 2022

Slogans

Door omstandigheden doorkruiste ik Den Haag de laatste maand veel vaker dan tevoren. En behalve velden vol narcissen en mensen die tijdens het fietsen op hun telefoon zitten en op tegenliggers botsen, zag ik vooral veel verkiezingsposters. Teksten op zulke posters ontbloten vaak kromme ruggengraten, maar richten zich op de potentiële kiezer, zoals u en ik. Ze moeten ons lokken, ons ‘aanspreken’, meer nog dan de onvermijdelijke, altijd te breed grijnzende kop op elke affiche. En in mijn geval werkt dat, want die koppen zou ik niet kunnen onthouden, enkele uitzonderingen, gezichten die ik helaas al kende, daargelaten, maar een slogan heb ik wel onthouden, ook al is het er maar één: ‘Niemand in de kou’.
Ik weet ook waarom die tekst me aansprak: ik fietste elke dag naar het ziekenhuis, eerst naar het ene, dan naar het andere, in verschillende delen van de stad, en op mijn route las ik die tekst als een kleine mantra. Eindelijk een tekst zonder de woorden ‘Haags’ of ‘eigen’! Eindelijk een tekst met een beetje gevoel, empathie, eindelijk een niet-populistische tekst! Andere slogans waren onbedoeld komisch, zoals ‘Eerlijk Haags’, maar ik zag ook pogingen om wat slimmere teksten te schrijven. Filosofische teksten (‘Laat iedereen vrij, maar niemand vallen’) of competitieve (‘Onze stad verdient beter’). Overal teksten over de verkiezingen, op posters en op websites.
Ik geloof niet dat de kracht van de papieren poster is uitgeblust. Tekst werkt altijd, in geval van politici soms te goed. Via een tekst zie je ook wat het doel van de betreffende politicus is. De laatste twee genoemde teksten verraden grof het doel, ze suggereren dat de kiezer (in het eerste geval) een marionet is die ‘vrij’ gelaten kan worden, en het touw dat de pop doet bewegen zou in de handen van de partij zijn. Ik moest denken aan het prachtige gedicht van Rilke, ‘Herfst’, waarin God ook niemand laat vallen, net als de alomvattende politieke partij: ‘Wij allen vallen. Deze hand zal vallen./ En kijk ik naar de andere: het is in alle/ Maar Een is er. Hij vangt dit vallen/ oneindig teder in zijn handen op.’
Over de laatstgenoemde slogan wil ik niet eens veel zeggen. Die is ‘fout’, omdat men zich richt tot andere partijen die het fout doen. Niet de kiezer is het doel. Maar dat betekent niet dat deze verkeerde slogan zijn doel niet bereikt. Niet alleen in de tekst, maar ook in zijn daad heeft De Mos hetzelfde gedaan. Zijn succes in Den Haag dankt hij ook aan de impotentie van andere partijen. Maar op het moment dat deze column verschijnt, is de teerling al geworpen. Veel verrassingen zullen er niet zijn, helaas, ‘again’.

Den Haag Centraal, 18 maart 2022

Oekraïne leert ons

Het ‘kleine’ Oekraïne geeft de hele wereld een lesje moed hebben en doorzetten. Maar wat leert het Westen van deze les? En vooral: wat leert Nederland, ons land dat Baudet jarenlang met de Russen liet flirten zoals een impotente man zijn vrouw met een gorilla laat doen?
Het eerste wat Nederland goed in zijn oren moet knopen, is dat heel Oost-Europa een enorm potentieel heeft, en niet in die typisch Nederlandse handelszin van goedkope landbouwgrond of arbeidskrachten. Oost-Europa is de nieuwe ‘Cradle of Humankind’. Het Westen moet zijn mening over het corrupte Oost-Europa toch een beetje aanpassen. Niet dat het ineens minder corrupt is, maar om andere waarden: zie de explosie van menselijkheid die eruit spat, kijk hoe de grenzen van Oekraïnes buurlanden zich openden voor de gevluchte vrouwen en kinderen. Zo’n massale steunbetuiging en solidariteit heb ik niet meer gezien sinds de val van de Muur.
Roemenië, mijn geboorteland, zette de grenzen wijd open voor gevluchte Oekraïners, en hoewel ik het nieuws al dagen vooral volg in een stoel in het ziekenhuis, voel ik mijn hart elke keer harder kloppen als de solidariteit van Roemenen met Oekraïners wordt genoemd. ‘Het goede bestaat,’ schreef iemand enkele dagen geleden onder het nieuws op Facebook nadat Oekraïne weer een oorlogsnacht had doorstaan. Het wereldwijde enthousiasme is net zo besmettelijk als dat virus dat ons leven wereldwijd heeft beperkt. Het kleine Oekraïne met zijn grote moed is voor de wereld wat Japie Krekel was voor Pinokkio – en rara wie hier Pinokkio is.
Maar nogmaals, wat leert Nederland van Oekraïne? Rutte zelf schijnbaar niets. Ondanks zijn latere ‘We are family’-videoboodschap haastte hij zich na de ‘Oekraïne is welkom’-uitspraak van Ursula van der Leyen te benadrukken dat hij een eventueel EU-lidmaatschap van Oekraïne als ‘een heel-langetermijnproces’ ziet. Toch hoop ik echt dat we door deze oorlog iets meer zullen weten over Oekraïne dan de clichés over Oekraïense vrouwen en al die andere. En wie weet hoe de geschiedenis zich ons zal herinneren. Onze geschiedenis begint zo’n beetje met een vergelijkbaar verhaal: de Grieken, destijds niet veel meer dan een verzameling stadsstaatjes, verslaan het machtige Perzische Rijk. Herkenbaar?
Het Westen (lees: Nederland) is naïef – en nu doel ik niet alleen op die rare snuiter Baudet. Ik zat eens bij een conferentie van het Nexus Instituut, dat Aleksandr Doegin, de antiliberale propagandist van Poetin, had uitgenodigd om te polemiseren met Bernard Henri Levi. Alsof je de duivel uitnodigt voor een lunch om te lobbyen in plaats van hem te willen verslaan.

Den Haag Centraal, 10 maart 2022

Eunice

De kerk in Nederland is in beweging. Dat is op zich goed nieuws. Helaas geldt het niet voor alle kerken, alleen maar voor de kerk aan de Haagse Elandstraat. En de beweging is helaas letterlijk. Door de storm Eunice. Je kunt zeggen dat zo’n storm niet alleen schade aanricht, maar ook laat zien hoe klein wij zijn. Dat wij nietig zijn in de stevige armen van de natuur. Dat we klein zouden moeten bouwen, dat we ons klein zouden moeten houden, ook al hebben we grote ego’s en denken we het centrum van het universum te zijn. Welke zonde is dit in de decaloog? Hoogmoed. De zevende zonde.
Maar door de komst van de woeste dame Eunice denk ik bij vlagen dat we ook gewoon dom zijn. Hoogmoed is een blinde vlek en Eunice was een gevolg van onze acties en niet de aankondiging van de apocalyps. Want hoe kun je die mensen noemen die een dag nadat Eunice over de Lage Landen raasde, in diezelfde Lage Landen met een achtbaan gingen, en prompt bleven vastzitten in de lucht? In België, dat is waar, maar een storm is minder kieskeurig dan de Nederlander als het om tongval gaat.
Vanuit het raam zie ik, terwijl ik deze column schrijf, een buurvrouw bijna opstijgen door de wind. Dat gaat makkelijk vanwege de enorme kartonnen dozen die ze naar de container wil brengen. Een goed gekozen moment om Amelia Earhart te spelen.
En toch. Het had veel erger kunnen zijn, het had een tornado kunnen zijn. Van de kerk is maar een klein topje op een auto gevallen, en geen hele toren. De kerk gaat nu in gesprek met de gemeente Den Haag over renovatie, geld, de macht van God en onze zonden.
Zou de gemeente niet beter kunnen beslissen om er woningen te bouwen? Veel katholieke kerken zijn niet meer dan de verlaten kamer van een kind dat het huis uit is. Hoelang bewaar je die kamer leeg en onveranderd? Een mausoleum dat op instorten staat. Een mausoleum dat geen mens dient, zoals God zou willen. Waarom dan leeg en gevaarlijk behouden? Ik vrees dat geen Haagse politicus met zo’n ketters voorstel durft te komen zo vlak voor de verkiezingen, God verhoede! Maar een bescheiden appartementencomplex daar zou de mens dienen, meer dan een alleenwonende God in een gevaarlijk pand doet. Soit.
Voor de rest: er vielen vier doden in Nederland als gevolg van Eunice, en hoewel ik graag een grap zou willen maken over het feit dat de storm de verkeerde buurvrouw laat opstijgen, treur ik voor de vier mensen en hun nabestaanden.

Den Haag Centraal, 24 februari 2022

Goochelaar

Toen Rita Verdonk trots op Nederland wilde worden, was ik net een paar jaar in Nederland. In de onwetendheid van de nieuwkomer die in het begin geen idee heeft dat hij niet welkom is in dit land. Ik wist niets over Rita Verdonk, ik was toen net als Eva en Adam voordat ze het paradijs werden uitgezet. Maar Rita Verdonk is uit de mottenballen gehaald. Door niemand anders dan de goochelaar Richard de Mos, die om de zoveel tijd ‘ijzersterke’ namen uit zijn hoed tovert.
Waar is Plasman gebleven? De Mos probeert alle recepten uit het kookboek, maar het deeg rijst niet. En nu Verdonk die hij ophemelt. Let op zijn taal als hij over haar praat: ‘Ik was op zoek naar een brok ervaring’ of ‘Met Rita Verdonk halen we een dijk van een politica in huis’. Het wordt steeds kouder in Den Haag met zulke figuren die iets te zeggen willen hebben in de politiek. En ze mogen trots op elkaar zijn, maar zij zijn Den Haag niet. In Den Haag heb je bruggenbouwers nodig en Rita Verdonk is eerder iemand die de boten op zee in brand steekt. Het type buurvrouw door wie je gaat verhuizen. Wij kennen haar allemaal, haar ‘ik ben niet rechts, ik ben niet links, ik ben rechtdoorzee’. Brrr!
Manipulatie is een groot ingrediënt van de politiek in het algemeen. Zo werkt het, je overtuigt een groep om op je te stemmen, om je macht te geven. Maar je begrijpt beter wie de politicus is als je naar zijn groep kijkt. Wie zijn zij die hem of haar macht willen geven? En zo zie je hoe schaamteloos de manipulatie is. Om niet over ‘Hagenaars eerst’ te beginnen: ‘Hart voor Den Haag wil eerst voor stadsgenoten bouwen’. Begin maar met wat Lego, zou ik zeggen. En laat Den Haag voor iedereen zijn. Hoeveel konijnen over de datum zal De Mos nog uit zijn hoed tevoorschijn halen voor een beetje macht? Is er geen adviseur die hem kan vertellen dat een bloedtransfusie met Rita Verdonk niet de redding is, maar juist bloedvergiftiging kan veroorzaken? Als je een mens mag veroordelen op basis van zijn vrienden, dan hoeven we niet te wachten op het oordeel van justitie, in geval van De Mos. Ik ga geen namen noemen: wie weet, die kent.
Maar als er iets van echte waarde is wat De Mos in het politieke spel kan gooien, is het zijn naïviteit. De vaak zelfvernietigende arrogantie van D66-tijgers of helaas ook de PvdA heeft De Mos niet. Het is het enige bij hem wat echt blijkt en niet gespeeld. Speel ermee en overtuig het Haagse volk dat je voor hem op de brandstapel zult branden.

Den Haag Centraal, 17 februari 2022

Scrollen

Ik zit berichten te lezen op de sociale media en scrol met de vaardigheid van een millennial. Op mijn wall verschijnen foto’s van mensen in de sneeuw, in de kou, en ze houden een bevroren kind in hun armen. Ik durf niet te denken dat dat kind niet meer leeft. Je zegt tegen jezelf dat je de taal niet begrijpt en je scrolt verder. Daarna ga je terug, want je durft niet meer te ademen. Je vertaalt de Arabische taal met Google Translate. Het kind dat de ouders in hun armen houden, leeft niet meer. De tol van een leven in oorlog. De ouder wil zijn leven geven voor het kind, maar dat kan niet. Onze God heeft zijn nek omgedraaid en over Allah durf ik niets te zeggen. Regelmatig zijn er verhalen over arme, mishandelde of misbruikte kinderen op de sociale media.
Ook kinderen van dichterbij. Ook ‘onze’ Belgische Dean werd het leven ontnomen. Je weet niet eens wat je moet zeggen. Je scrolt verder en hoopt als ouder dat je na je dood in de hel zal zakken en niet tijdens je leven, zoals de ouders van deze kinderen. Maar wat voor wereld zijn wij, moeders en vaders, beschaafde moeders en vaders, die scrollen en scrollen tot we een site met mooie schoenen vinden, die onze angst temt dat de hel ook ons kan inslikken? Wat een vreemd en selectief verschijnsel is de evolutie, die ervoor heeft gezorgd dat we naar de maan kunnen reizen, maar dat we nog steeds en voor altijd de prooi van de natuurlijke selectie zijn: alleen de sterksten overleven. We redden dieren van de weg, we geven honden een nieuwe heup, maar na een bericht over een dood kind in de kou scrollen we, we scrollen naar beneden tot we weer op adem komen. Welke macht zouden we moeten hebben, wat voor God zouden we moeten aanbidden die onze kinderen kan sparen? Het leven is om te leven. Voor alle kuikentjes, van dier én mens. Dat we dieren zijn, kinderen van de evolutie en niet van God, zie je ook in de drang waarmee we in leven willen blijven, waarmee we eten om niet gegeten te worden, waarmee we scrollen. We scrollen, we scrollen. Er is geen Jezus tussen ons die zegt: ‘Laat alle kinderen, ook die van de migranten die door bevriezing doodgaan, tot mij komen.’ We willen antwoord op de vraag wie Anne Frank heeft verraden, maar over de nog levende Anne Franks zijn we onverschillig. We zouden Anne Frank op straat zomaar passeren. We passeren haar op de sociale media. Waarom? Omdat scrollen al onze tijd in beslag neemt.

Den Haag Centraal, 10 februari 2022

Secret Garden

Niets van ‘buiten’ heeft me de laatste tijd zo geraakt als Aglaia Bouma’s artikel in NRC: ‘Aglaia Bouma liet een koningin in haar koelkast overwinteren. In diapauze’. Meer dan het lezen waard, voer voor de ziel.
Tot tranen toe geroerd, was ik. Met het verhaal van de wespenkoningin haalde Bouma in mij het meisje naar boven dat vlinders en vogels redde, dat met haar moeder vocht om de mieren in de pan een voor een te redden voordat het warme eten voor het varken erin werd gegooid. Elke dag opnieuw. Reddingsacties kennen niet altijd victories. Mijn hele kindertijd heb ik gerouwd om drie kleine biggetjes die niet gered konden worden omdat er geen dierenarts in de buurt was. Het harde leven van het dorp in de vallei: wie kan, ontsnapt.
Ook mollen heb ik niet kunnen redden. Als ik ’s ochtends het erf overstak op weg naar de wc diep in de tuin, struikelde ik soms over het bleke kadaver van een mol: een stukje donker vlees, door de dood lichter gemaakt. Mollen en dode vogels heb ik regelmatig achter in de tuin begraven, tussen grote bossen weegbree.
Schrijver heb ik ook in de nieuwe taal en in het nieuwe land kunnen worden, zoals ik in mijn geboorteland was. Maar in mijn nieuwe land heb ik meer aandacht voor mensen dan voor de wereld van vogels, insecten en tuinen. Alle tuinen die ik in Nederland heb gehad, konden beter zeggen dan een psycholoog hoe het met me ging, maar het was altijd ons geheim, van de tuin en mij.
In de vallei in mijn geboortedorp groette ik de bloemen, zei ik sorry tegen de bietenbladeren als ik ze plukte voor het varken. Hier, bij een van de huizen waar ik heb gewoond, zat ik in tranen op mijn knieën toen ik een witte sering ontwortelde om hem mee te nemen naar een andere tuin, naar een ander huis. Want hoe kon ik weten of de sering mee wilde?
Ik ben beter met de biologische wereld dan met de mensenwereld, en toch heb ik voor de mensen gekozen. Was het een keuze? Elke keer als ik een bloemenwinkel binnenga, wil ik vragen of ze mensen nodig hebben. Om elke dag tussen bloemenstengels te mogen zijn, de geuren in m ’ n longen te zuigen en de kleuren m ’ n vermoeide ogen te laten strelen. Maar ik heb jarenlang last van blaasontsteking gehad en ik kan niet lang in de kou staan.
Het artikel van Aglaia Bouma maakt het meisje in mij wakker. En stiekem hoop ik dat het meisje de volwassene die ik ben bij de hand zal nemen, en dat ze samen en voor altijd in een ‘secret garden’ zullen leven.

Den Haag Centraal, 3 februari 2022

Poetin de bully

Poetin is aan het pesten als een vervelende jongen op het schoolplein. Het is makkelijker om kleinere landen bang te maken dan iets met eigen frustraties te doen. China blijft een grootmacht en het Westen is ook niet van plan om Russisch te leren. Dan maar Oekraïne, Moldavië, Bulgarije en Roemenië bang maken. De moppen die je tegenwoordig in Oost-Europese chats leest, zijn de grappen van de jaren vijftig in Roemenië.
‘We moeten weer Russisch leren,’ klinkt het. Voor Oost-Europa is dit een werkelijkheid die het Westen niet kent. Toen ik las dat onze Rutte op bezoek gaat in Oekraïne, stelde ik me hem voor op zijn fiets, onderweg naar Oekraïne, een tussenstop bij het Kremlin, om ‘pleur op!’ naar Poetin te roepen.
Het Westen heeft de Russische laars nooit op zijn nek gevoeld, zoals Oost-Europa. Als kind wist ik al wat het betekent als Russische soldaten je komen ‘redden’. In 1944 kwamen ze Roemenië ‘bevrijden’, pas in ’58 vertrokken ze. In de bijna vijftien jaar bezetting hebben ze geroofd, verkracht en gemoord. Mijn (latere) generatie kende nog steeds de zin waar de Russen je mee bevrijden: ‘Davai ceas, davai palton.’ Alles moest je afgeven aan de bevrijders, tot je jas en horloge aan toe.
Wie heeft gezien wat de Russische bevrijders onlangs in Kazachstan deden, begrijpt het. De tactiek is onveranderd. Ze weten hoe ze steden moeten omsingelen, internetsites moeten hacken en de elektriciteitsvoorziening, de gaslevering en de aanvoer van levensmiddelen moeten onderbreken. Een paar weken later verschijnen ze als redders van de burgers, vallen ze de gecapituleerde steden binnen en redden ze de Oekraïense/ Kazachse/Moldavische bevolking van de honger of de dood.
Voordat Poetin de Krim annexeerde, las ik ergens de grap dat Poetin had gevraagd om de grenzen van de Krim heel ver van de Russische troepen te laten zijn. Moppen doen met angst wat magnesium doet met spieren.
Maar de angst blijft. In Oost-Europa lacht iedereen tegenwoordig als een boer met kiespijn.
Wat zullen de komende internationale gesprekken opleveren? Het gedreig met ‘zware sancties’? De wereld is een schoolplein waar pesten de belangrijkste activiteit is: je wilt Oekraïne redden, maar je moet ook China en Iran niet uit het oog verliezen.
Wie zal zich het ergst misdragen? Er zijn namelijk nog meer Kremlins op het schoolplein. Wie ga je redden?
Kun je wel iemand redden? Is het Westen van plan om Oekraïne te redden in geval van oorlog? Ondanks het feit dat Oekraïne het belangrijkste nieuws beheerste in de afgelopen weken, bleek uit een peiling dat 64 procent van de Amerikaanse studenten Oekraïne niet kon vinden op een wereldkaart. Grap in een Amerikaanse talkshow. Hoort u Poetin nu ook zeggen: ‘Straks zal niemand het nog kunnen vinden’?

Den Haag Centraal, 27 januari 2022

Stroomloos

De te voorziene toekomst is herkenbaar. Niet alleen voor mij, maar voor veel buitenlanders uit moeilijke landen, denk ik. Ik denk dat we ons in de toekomst steeds meer thuis zullen voelen in Nederland.
En nee, dat heeft niets te maken met het welzijn van Wilders, Baudet of de net gerecycleerde Rita Verdonk, het heeft te maken met de stroomvoorziening in de toekomst. Met de luxe die geboren Nederlanders gewend zijn. Koelkast, vriezer, vaatwasser, wasmachine, droger 1, droger 2, blender 1, blender 100, apparaten en volle stopcontacten. Eén auto per gezinslid, vliegen voor de skivakantie, vliegen omdat de Nederlander vliegend is geboren, als vliegende Hollander, alleseter, allesuitprobeerder. En bij dat alles staan er ook 100.000 lampen aan, voor ‘de sfeer’.
Na de val van de Muur was er in mijn moeilijke geboorteland een reclame op tv met de slogan ‘De toekomst klinkt goed’. Ik moest eraan denken toen ik las dat er steeds meer kolen- en gascentrales uitgeschakeld worden. Na het lezen heb ik meteen een doos kaarsen besteld. Er was niet genoeg eten in het Roemenië waar ik ben opgegroeid, maar kaarsen kon je wel vinden, verschillende soorten zelfs: voor de levenden en voor de doden. We gebruikten eerst die voor de levenden. Als de elektriciteit onder het Ceaușescu-regime na zeven uur ’s avonds werd afgesneden, had je de kaars al klaarstaan van de voorgaande avond. Er werd gezellig gegeten bij kaarslicht, er werden kinderen gemaakt et cetera. En pas als die kaarsen op waren, gebruikten we de kaarsen voor de doden; geen dode mocht doodgaan zonder een lichtje bij zijn hoofd. Voor de sfeer. Of noem het: Oost-Europees magisch realisme. In tegenstelling tot wat ik Nederlands magisch realisme noem: de hysterie met zonnepanelen in een land met heel weinig zon. We rekenen op orkanen en tornado’s, om tenminste de helft van die 100.000 lampen aan te kunnen doen. Voor de sfeer.
Zo kom ik in dit leven toch op een punt dat ik kan zeggen dat het communisme niet alleen trauma’s heeft veroorzaakt. Nee, het heeft me ook gegeven wat we in het Westen ‘tools for the future’ noemen.
Leven met een kaars, minder eten, minder of eigenlijk helemaal niet vliegen, geen vakantie in het buitenland. Ik sluit niet uit dat onze dictator een soort gemene futuroloog was die ons voorbereidde op een leven waarin we niet allemaal tegelijk stroom kunnen gebruiken. In huizen met generatoren en thuisaccu’s, voor wie het zich permitteert, zoals ik drie jaar geleden in Stellenbosch zag. Ik weet niet of ik me een thuisaccu zou kunnen veroorloven, maar ik ben al heel mijn leven klaar voor de toekomst. Die vreselijk klinkt.

Den Haag Centraal, 20 januari 2022

Lieve mannen

Het nieuwe jaar is in ons progressieve land begonnen met twee moorden op twee vrouwen. In de kranten staat dat de politie onderzoek moet doen, op de sociale media zie je reacties van mensen die een executiepeloton missen en foto’s van die afschuwelijke koets die het gedode 14-jarige meisje naar de begraafplaats rijdt, als een Sneeuwwitje, niet gekust door een man maar door een moordenaar. En that’s it. Op naar de volgende moord op een vrouw.
Nee! Hier moet over worden gepraat, gedebatteerd! Tot er iets verandert. Reacties op Facebook veranderen geen wetten. We doen alsof het meisje aan het virus is overleden. Meer dan dat, je leest in de krant dat de verdachte ‘zo’n normale, lieve man leek’. Hou toch op! ‘Lieve’ mannen hebben een fysieke kracht die een vrouw niet heeft; als hij die kracht tegen je gebruikt, kan hotel Van der Valk 112 bellen vanwege een dode (trans) vrouw in de kamer die eerder ruzie met haar man had, een reus van een man. Dit is de maatschappij waarin vrouwen doodgaan door de schuld van mannen en wij de politie onderzoek laten doen. En daarna gaat het leven verder. Weer een dode, weer een verkrachting, weer MeToo’tjes.
Twee gedode vrouwen in drie dagen, rond onze huizen. Ik fiets elke week langs dat hotel waar de tweede vrouw werd gedood en tijdens een van de recente versoepelingen heb ik er geluncht. Een man die haar mond voor altijd snoerde. En dan een meisje van veertien, slachtoffer van ontucht en vervolgens gedood door een anders ‘lieve man’. Kom op! Vrezen jullie niet voor jezelf, voor jullie dochters, nichtjes, voor je geliefde? We zijn een primitieve, rauwe maatschappij waarin geweld tegen vrouwen domineert. Vrouwen zonder wie deze wereld niet eens zou bestaan. Vogels verkrachten hun partners niet. Het zijn meestal de mannetjes die de paringsdans doen. Zij weten wat de vrouw waard is. Als de man geluk heeft, ontmoet hij een vrouw die hem inzicht geeft, hem steunt en liefheeft. We zijn een slecht geschapen maatschappij. Wij vrouwen zouden als kleine meisjes niet met poppen moeten spelen, maar moeten leren vechten. Om terug te kunnen slaan, te vechten tegen diegenen die kunnen verkrachten en doden, die meer fysieke kracht hebben dan wij.
Wanneer krijgen we een maatschappij die meisjes traint voor het harde leven? Het leven waarin je klappen krijgt, wordt verkracht en in plaats van een paringsdans een MeToo-aanval krijgt? Met een ‘laat me even met rust’ kom je niet verder. Misschien komen vrouwen van Venus, maar veel mannen komen uit een onderwerelds primitief universum waarin verkrachten, aanranden, slaan, MeToo’en de regel is. Wie van gelijke rechten spreekt, is naïef, de vrouw moet de aanval van de man overleven.

Den Haag Centraal, 13 januari 2022

Docenten

Ik wens mezelf een jaar vol studie en kennisverbreding toe. Ik wens mezelf weken achtereen waarin ik alleen even voor boodschappen ga en dan snel terug naar de studie, naar het lezen en leggen van verbanden. Naar het op ideeën komen. Ik wens mezelf ontmoetingen toe met mensen in wier mind en hart het licht aan staat. Ik wens mezelf de belangrijkste boeken op mijn pad dit jaar. Ik wens me toe dat mijn innerlijke oog net zo openstaat als mijn buitenogen. Ik wens mezelf ontdekkingen in boeken die mijn hersenen in vlam zetten en mijn hart harder doen kloppen. Ik wens mezelf ontmoetingen toe met mensen die een mooie taal spreken, die inspireert en sust als een kinderliedje. Ik wens mezelf tijd en rust om de trappen naar mijn ziel te bewandelen.
En ik wens iedereen goede docenten. Want je hoeft niet op school te zitten om te leren, te begrijpen, beter te willen worden. Om te snappen wie je was en wie je wilt worden. Wie je in het verleden hebt gekwetst en wie je wilt sussen. Ik wens iedereen de docent en de les die hij nodig heeft. Niet hard, maar mild. Wel helder.
Ik wens iedereen de boeken, de muziek, de podcasts en de voorstellingen die hij nodig heeft. De wegen die leiden naar zijn ziel, de armen die het beste omarmen, het oor dat luistert, het hart dat vangt.
Ik wens iedereen goede docenten die de juiste zin zeggen op het moment dat je die nodig hebt, het juiste citaat dat een lichtje doet branden in je hoofd en je naar een groter licht brengt, docenten die geduld en passie hebben. Passie om door te geven wat je ziel en brein bezielt, geduld voor de ander.
Ik wens iedereen het pad naar zichzelf en zijn ‘needs’. Ik wens iedereen veel wandelingen in het bos en veel aandacht voor de seizoenen. Er is geen betere docent dan de natuur, geen betere les, geen grotere overgave.
Ik wens iedereen liefde en het eurekagevoel, heldere dagen, minder wanhoop. En liefde, een zee van liefde.
Ik wens mezelf een goed geheugen, een doelgerichte weg, openbaringen en goede docenten. Dat ik meer liefheb dan ik vermijd, dat ik nieuwsgierig blijf en meer geef.
Dat ik dagelijks als een vos in zijn hol mag zitten in mijn werkkamer, gekruld om een boek, dat ik meer boeken heb die ik met een potlood lees dan de boeken die ik niet uitlees. Dat ik geniet van de zon en het licht, dat ik bloemen mag verpotten en water geven, dat ik zachter en niet harder word. Dat ik lezers heb die ik mag bedanken dat ze me lezen.
De beste wensen allemaal!

Den Haag Centraal, 6 januari 2022

Meer lezen? Zie Archief blog 2013-2019