Inferno
Beste Sylvain Ephimenco, ik schrijf u naar aanleiding van uw column van 29 mei in Trouw. Als ‘Fransoos’ (uw woorden) te worden gediscrimineerd lijkt me toch een tikje anders dan als Turk of Ghanees in Nederland. Het lijkt me net het verschil tussen brioche eten als je honger hebt, naar het recept van Marie Antoinette, en met een opgezet hongerbuikje lopen, een buik die niet weet wat brioche is. Ik kom zelf niet uit de derde wereld, hoewel de meningen verdeeld zijn in dit opzicht, maar ik zou toch iets anders voelen als ik zou worden uitgemaakt voor ‘Paturain’ of ‘knoflook’ dan voor ‘Oost-Europese hoer’ of voor de mildere variant: ‘Oostblokbarbie’. Maar het verbaast me niet dat u de nuance niet ziet, dat kunnen immers alleen de anderen, die graag de slachtofferrol omarmen, die de erwt voelen onder de door deze maatschappij neergelegde matras. Wat de slachtofferrol betreft, denk ik dat het beste is om het slachtoffer ruimte te geven, om hem te laten praten, ook degene die de slachtofferrol graag omarmt.
Het blijkt dat we het meeste begrip voor iets hebben als we het zelf ervaren. Het is mogelijk dat u gelijk hebt en dat degenen over wie u in uw artikel spreekt aan de tepel van het slachtofferschap zuigen. Maar dat stoort mij minder dan dat u zichzelf als voorbeeld geeft. Het inferno heeft meerdere Borgia’s en ik moet toegeven dat ik best begrip heb voor degenen die te veel Paturain aten in de derde kring van Dante, maar mijn hart bloedt bij de lagere kringen, waar Ugolino zijn (klein)kinderen van de honger opat. Groot verschil: niet voor niets plaatst Dante hen in verschillende kringen. Maar laten we zeggen dat dat literatuur is. Ik zie echter ook een groot verschil tussen twee weken omringd door lijken, dobberen op zee, op weg naar het Westen, en met de Thalys naar Nederland komen. Wat ik wil zeggen is dat ik, vrouw die in haar geboorteland de honger van de jaren ’80 en andere ongemakkelijkheden heeft meegemaakt, mijn mond houd naast een slachtoffer van een groepsverkrachting uit Rwanda. In ieder geval zou ik mezelf niet als voorbeeld stellen. Als u hulp nodig hebt, denk dan eens aan het ‘Inferno’ van Dante. Dat helpt.
In sommige kringen was best te leven, de andere waren het echte inferno.
Als we ons gevoel niet meten met een thermometer van redelijkheid en empathie, dan lijkt de vertraging van de Thalys een grotere ramp dan die genocide van, nee, niet de Fransen, maar hun buren, de Duitsers, op de Namibiërs – net erkend. Als we ons altijd net iets beter dan de anderen voelen, zijn wij de grote verliezers. Niet mijn woorden, hoor, wijsheid van de geschiedenis.
Den Haag Centraal, 3 juni 2021