Boekenbal

Boekenbal

Dear bewoners van Bridgerton, pardon, Boekenbal 2022. ‘Er werd gezegd dat van alle teven, levend of dood, een schrijfster het meest op een hond lijkt. Als dat waar is, laat deze schrijfster graag haar tanden zien.’ Zo begint de Netflix-hit ‘Bridgerton’ en tijdens het Boekenbal van vorige week moest ik daar een paar keer aan denken. Maar ik ben geen Lady Whistledown en mijn tanden laat ik graag bij andere omstandigheden zien. Dit is niet meer dan een klein relaas van ons Bal.
Om naar binnen te kunnen stond ik een uur in de rij, anderen wel anderhalf uur. In een galajurk.
Zoals iedereen die daar in de kou stond, om te zien en gezien te worden. Aandoenlijk gewoon.

Had iemand me veertig jaar geleden in communistisch Roemenië verteld dat ik op een koude avond op stilettolaarzen in een ander soort rij zou staan, een waar je geen brood krijgt, zou ik ‘flikker op!’ hebben gezegd. Toch stond ik daar net als die andere honderden mensen die min of meer iets met de letteren in ons landje te maken hebben. Waarom ga je een uur in de rij staan om vervolgens in een superdrukke Escape niet te kunnen ademen? Ik zag mensen die na een uur geduldig in de kou te hebben gestaan, na twee minuten rechtsomkeert maakten, naar buiten. Toen ik eenmaal binnen was, begon het gedoe met de lockers. En daarna wil je natuurlijk aan een drankje komen. Vraag iedereen wat hij of zij op het Bal deed. Ik denk niet dat je snel een zinnig antwoord zult krijgen. Handjes schudden, wangen kussen. Corona? Nooit van gehoord. Wat deden al die mensen op een bal in Bridgerton? Groeten, dansen, praten, hoewel in Escape niemand je echt kon horen door de herrie.

Rondjes maken om te zien en gezien te worden. Op de roze jurk met lange sleep van Heleen van Royen gestapt, of stapte ik op haar vriend? ‘Ik zou hem niet willen zijn,’ zei de collega met wie ik rondjes maakte. ‘Waarom niet?’ Dit is altijd de positie van de vrouw geweest, naast of achter een min of meer machtige man staan.
Het viel me op dat er steeds meer jonge mensen op het Boekenbal komen. Ben ik oud geworden? Of is het een teken dat steeds meer jonge mensen boeken maken?
Ik zei jong, niet onervaren. In de klare ochtend, uren na het Bal, toen ik langs Escape liep richting het station, zat er een dakloze iets te eten. Alsof de rijen van gisteren niet echt waren. In scène gezet, zoals de lijken in Boetsja, volgens de Russische autoriteiten. Ik keek naar de dakloze en vroeg me af welke van de prinsen van gisteren nou in een kikker was veranderd.

Den Haag Centraal, 14 april 2022