Paul Neagu

Paul Neagu

Zondag was ik bij de opening van de Paul Neagu-expositie in PARTS Project (Toussaintkade, t/m zondag 17 maart). Paul Neagu werd in Boekarest geboren en verruilde Roemenië voor London, drie jaar voor mijn geboorte. Alsof ik een nieuwe editie van ‘Oedipus’ las, zo voelde het. En soms, naarmate ik verder keek, veranderde de lectuur van Sophocles in Afrikaanse verhalen. Want dat wil ik vooral zeggen: het bezoeken van Paul Neagu’s tentoonstelling, samengesteld door curator Maria Rus Bojan, was voor mij vooral een lectuur. En geen gewone, maar een lectuur over de oorsprong van de mens, over de eenvoud van het bestaan en het ontdekken van de kosmos, een soort ‘Mahabharata’ of ‘Gilgamesj’. Zeker een van mijn favoriete boeken.
Op een scherm bladerde ik digitaal door zijn tentoongestelde schetsen en las ik nog eens zijn woorden onder de beelden. Woorden van een kosmoloog of filosoof of priester. Wat aangeeft in welke dimensie Paul Neagu werkte: een dimensie van het mysterie en de eenvoud, van de essentie, van de balans die de natuur ooit had en nu misschien alleen de laatste van de zeven hemels nog heeft. Je kunt niet anders dan aan Brâncuși denken, maar ik dacht ook aan mijn eigen opa, in mijn dorp. Mijn opa had een werkpaard en in de schuur waar hij de wagen stalde bewaarde hij allerlei voorwerpen zoals ik ze bij de expositie zag: zware objecten van ijzer of brons, die ik niet kan benoemen, maar die voor de wagen essentieel waren: misschien een wielblok om te voorkomen dat de met hooi beladen kar achteruit de helling af zou rijden.
Mijn opa zou de woorden van Neagu niet begrijpen: ‘Apolonian lucidity’, ‘Accepting balance’, ‘Chora mythes’, ‘Cosmosizing man’, ‘Antropocosmos’, maar een van de objecten was hem zeker van pas gekomen voor zijn kar.
En dan de ‘Hyphen’. De ‘Hyphen’ (het koppelteken) zette me aan het denken. Omdat het weer over woorden ging. Eigenlijk over wat woorden bindt en scheidt, iets taalkundigs. Ook nu eenvoudig en bijna mystiek. Toen ik jaren geleden naar Nederland verhuisde, was een van de weinige objecten die ik uit Roemenië meenam een krukje met drie poten, iets wat in Roemeense dorpen in elk eenvoudig huishouden te vinden is, de meest eenvoudige vorm van een meubel. Door de vele verhuizingen zijn twee van de poten zoekgeraakt, ik heb alleen nog het zitvlak en een poot. Dit is de ‘Hyphen’ bij Paul Neagu: de drie eenvoudige koppeltekens met elkaar verbonden. De Roemeense boer maakte er een stoel van en Neagu brengt het verder, in zijn ‘Antropocosmos’. En hij noemt het ‘Hyphen’. Of: wat overblijft van het Woord dat in den beginne was.

Den Haag Centraal, 24 januari 2019