Hoe ik de lockdown tijdens het communisme heb overleefd #3: Europa
Zullen er weer Europeanen op Europa wachten terwijl ze hun doden begraven?
Mijn grote verbazing toen ik vijftien jaar na de val van de Muur voor het eerst naar het buitenland reisde, was dat alles zo dichtbij was. Europa was niet ver, maar juist dichtbij, amper drie uur met het vliegtuig. Het Westen, voor velen van ons een Eldorado, was helemaal niet moeilijk te bereiken, althans niet meer na de Revolutie van 1989. Want daarvóór, in de tweeënveertig jaar van het communisme, hadden duizenden Roemenen geprobeerd om naar dit Eldorado te ontsnappen, maar was het maar weinigen gelukt; veel anderen bleven achter, wachtend op de Amerikanen. Of op Europa.
Toen ik naar Nederland verhuisde wachtte me nog een verrassing: Nederland wist zo weinig van wat wij achter het IJzeren Gordijn hadden meegemaakt! En dat terwijl wij, omgekeerd, juist jarenlang aan de radio gekluisterd hadden gezeten om illegale zenders als Europa Liberă (Radio Free Europe) te beluisteren, om te horen wanneer de Amerikanen ons zouden komen bevrijden! We kenden toen nog niet het verhaal van het schetsje waarmee Churchill en Stalin Europa hadden verdeeld, en we wisten ook niet dat Churchill er later spijt van had gekregen en het bewuste papiertje terug had willen hebben, maar dat Stalin het niet meer wilde geven. Waar was Europa toen wij verhongerden? Of toen de politieke gevangenen in de gevangenissen werden gemarteld?
Nu is héél Europa getroffen door de coronapandemie. Oost en West. En iedereen zit thuis, zoals wij veertig jaar lang in Roemenië. Via boeken en literatuur bouwden wij in die tijd een parallel universum, een wereld die in niets leek op de asgrijze samenleving van het communisme, en die slechts een zandkasteel was, uiteindelijk niet meer dan een vorm van lafheid, van medeplichtigheid aan het regime bijna. Dat parallelle universum hielp je om het vol te houden, om beter te kunnen ademen in de mist van het communisme, maar je raakte er ook verdoofd door. We noemden het ‘verzet door cultuur’. Maar daardoor werd je eerder contemplatief dan actief.
Ook nu zitten we in een soort standby-situatie, ondanks alle moeite die we ons getroosten om alles online te laten verlopen. Met drones of megafoons uit politieauto’s worden we naar binnen gestuurd. Je krijgt boetes als je in gezelschap buiten bent. De overheid heeft het goed met je voor. Het klinkt me zo bekend in de oren, ook al zijn de woorden nu minder met propaganda geïmpregneerd dan toen. Maar ik kan niet anders dan gelijk weer denken dat een bevolking die binnen wordt gehouden niet kan protesteren, niet in opstand kan komen, passief is. Zoals wij veertig jaar geleden.
‘Maar waarom zouden we ook?’ sus ik mijn eigen demonen uit de tijd van het communisme. We leven immers in andere tijden! We mogen best in een parallel universum vol boeken en muziek leven totdat het coronavirus is uitgeroeid. We hopen dat onze regeringen de juiste beslissingen nemen, dat Europa het deze keer wél goed doet. Dat de landen die minder door corona worden getroffen de verwoeste landen als Italië en Spanje zullen helpen. Dat die landen niet op ‘de Amerikanen’ of op de ‘groene mannetjes’ hoeven te wachten, zoals de Roemenen destijds tweeënveertig jaar lang deden.
Europa kan zichzelf nog bewijzen, ook al is er tot nu toe geen Europese consensus en lijkt het er weer op dat het toch iedereen voor zich is – vooral Nederland, als je kijkt naar de reactie van Rutte over het aanspreken van het Europese noodfonds. Het Europa van 2020, midden in de coronapandemie, lijkt op Chronos uit de Griekse mythologie, die zijn eigen kinderen opat. Zullen er weer Europeanen op Europa wachten terwijl ze hun doden begraven?
De Groene Amsterdammer, 2 april 2020