‘Also Sprach’ mijn dochter
Alles wat van belang is, gebeurt onverwacht. Zo ook het moment in mijn leven dat mijn ogen werden geopend: het was op een zaterdagmiddag dat ik van mijn bijna zestienjarige dochter begreep dat het feminisme niets met vrouwen te maken heeft. “Maar met het feit dat vrouwen gelijk aan mannen zijn en gelijke rechten verdienen.” Ik had de intuïtie om niet te reageren, een talent dat ik te laat in mijn leven heb ontwikkeld. Helemaal wakker geschud werd ik niet lang daarna, toen ik hoorde dat mijn generatie ‘veel verpest heeft’. Ik geef al een paar jaar toe dat ik veel fouten heb gemaakt en dat ik mijn leven probeer te beteren, maar na Roemenië, mijn geboorteland, heb ik me nooit meer aan een generatie gelinkt gevoeld. Ik weet ook dat ik veel meer fouten heb gemaakt dan waarvan ik me bewust ben, en aangezien ik toch nolens volens aan een verpestende generatie ben gelinkt, vroeg ik haar om een lijst van mijn persoonlijke fouten en de zonden van mijn generatie. Ik heb het verpest, mijn ouders hebben het verpest en zelfs opa heeft het verpest. Het stigma rondom de psychismeproblematiek, de opwarming van de aarde, het gebruik van plastic, de vleesconsumptie, onverantwoordelijkheid tegenover LHBT’ers, en de lijst is nog niet af. De eerste stap was vervolgens om mezelf (en mijn ‘generatie’) niet meer te verdedigen. Volgens mijn dochter ken ik zelf veel te veel waarde toe aan… romantische liefde en baseer ik mijn eigenwaarde op de ander (lees: haar vader). Zelf zou zij nooit de woorden ‘mijn wederhelft’ gebruiken, omdat ze zelf een compleet persoon is, niet de helft van ‘iets’. En het idee dat ze op deze aarde gedurende tachtig jaar alleen met zichzelf bezig zou zijn, vindt ze ‘walgelijk’. Het moeilijkste vindt ze dat haar ‘generatie’ geen stemrecht heeft, want ‘schreeuwen’ zonder te kunnen veranderen, helpt niet. Er was nog iets in de lijst die ze uitsprak, wat mij direct aanging en mijn strijd en bestaan onder een dictatuur bijna in één adem annihileerde: ‘het communisme’ bestaat niet en is nooit uitvoerbaar. De conclusie is dat ik mezelf niet meer vertrouw en mijn ‘generatie’ al helemaal niet. Ik begrijp van mijn dochter dat mijn eigen moeder en vader fluisteren bij het uitspreken van het woord ‘homo’ en ik ben van plan om dit met hen te bespreken. Ik maak een heropvoeding door, niet op de Sovjet-manier, maar door mijn puberdochter. Waarom ben ik veertig jaar met gesloten ogen door het leven gegaan, vraag ik mezelf. Mijn dochter zal mijn antwoord niet goedvinden, maar soit: ik denk dat ik als kind te vaak naar ‘de Dikke en de Dunne’ heb gekeken en nooit naar een ‘TEDTalk’.
Den Haag Centraal, 7 maart 2019