Gat in ons hart

Gat in ons hart

Als de niet-bestaande God zijn activiteiten eventjes zou staken en zou kijken hoe de wereld eraan toe is, zou hij ongetwijfeld een paniekaanval krijgen. Krantenkoppen lezen zou ik hem zeker afraden als hij al oud en kwetsbaar is; als het moest, zou ik hem alleen behoedzaam laten weten dat zijn schepping er slecht aan toe is en ik zou hem een paar plaatselijke kranten geven waarin de ernstigste berichten gaan over het kappen van een paar bomen en een licht verkeersongeluk. Want hoeveel kan het hart van een oude man nog aan? Mijn hart werd gebroken deze week. En vandaag voel ik me lichtelijk verloren. Niet na een huiselijke ruzie, nee, en ook niet omdat er zoveel huizen leegstaan in Den Haag terwijl er een woningcrisis is. Nee, het waren twee krantenkoppen die me braken: vorige week las ik dat de taliban de middelbare scholen in Afghanistan heropenen, maar alleen voor jongens, en vandaag dat de Portugese André Ventura, oprichter van de radicaal-rechtse partij Chega, bij de verkiezingen hoopt te ‘scoren’ met Roma-haat.
‘We zijn uitbehandeld,’ zou ik tegen de oude God zeggen. ‘Richt je op je andere creaties. Er zijn nog zoveel dingen om van te genieten. Ik neem aan dat je vroeg wakker bent, luister naar de vogels, word vogelaar, neem een hobby, iets wat niets met mensen te maken heeft. Want hoewel we de maan koloniseren, hebben we een gat in ons hart. We voeren gecompliceerde operaties uit, maar we hebben dat gat in ons hart en we zijn niet meer te behandelen!’
Het dikke ‘In Memoriam – Addendum’ over Joodse, Roma- en Sinti-kinderen die tussen 1942 en 1945 werden gedeporteerd en vermoord, heeft mijn netvlies verbrand toen ik het de eerste keer in de vitrine van Verwijs zag staan. En als je het durft te openen voel je je een schim. Jij hebt hen immers overleefd. Waarom leef jij wel en zij niet? Toen ik deze week het artikel over Ventura in de Volkskrant las, dacht ik even dat ik de oude man, God zeg maar, niet langer zou sparen en hem zou confronteren: waar zat de fout? Zijn we een rekenfout, een misrekening? Kan niemand het gat in ons hart vullen?
We vechten als gekken voor een persoonlijk leven, maar we hebben geen inzicht in het grotere plaatje. Zullen wij beter zijn dan die Duitse kopstukken uit de Tweede Wereldoorlog die naderhand zeiden dat ze niet hadden geweten dat het zó erg was? Het ís al heel erg. Roma-haat is een woord dat mijn mond verbrijzelt. Het feit dat in Afghanistan alleen jongens mogen studeren, maakt mijn hart klein. De Roma-haat die Europa als gordelroos oversteekt, verstikt me. Kleine, miezerige mens.

Den Haag Centraal, 23 september 2021