Amsterdam zegt sorry
Amsterdam zegt sorry
De gemeente Amsterdam gaat sorry zeggen, de eerste Nederlandse gemeente die haar excuses aanbiedt voor het slavernijverleden. Het is een ding, dat ‘sorry’. Iedereen lijkt er moeite mee te hebben, ook naties. In de geschiedenisboeken waarmee ik ben opgegroeid, stond dat mijn volk nooit een ander volk had onderdrukt (zigeuners werden niet meegeteld, toen niet, nu niet).
Maar elke natie heeft zijn lijken in de kast, sommige een heel kerkhof, andere een paar vingerkootjes en af en toe een tong. Collectieve schuld is moeilijk te bekennen. Regimes worden niet gemakkelijk als misdadig bestempeld. In mijn land van herkomst werd het communisme pas zeventien jaar na de val van de Muur ‘misdadig’ verklaard, ‘sotto voce’. En er zijn altijd stemmen gebleven die het anders karakteriseren. Slavernij, apartheid, totalitarisme, genocide, uitroeiing, het zijn net verkrachtingen waarbij de verkrachter nog zoek is. Decennialang, eeuwenlang. Het verschil is dat de nakomelingen van een natie met velen zijn. Ze krijgen een stem en gebruiken die. Tussen de naties is geen Jane Doe. Maar er waren wel veel Saartjie Baartmans.
Europa heeft geen waarheids- en verzoeningscommissie, zoals Zuid-Afrika of Chili. We geloven in internationaal recht en niet in verzoening. Toch zegt de gemeente Amsterdam ‘sorry’. Ik hoor de hordes stemmen al die er tegen zijn. Daarom moet het ook gemeentegewijs worden gedaan en niet per land. Want een kleinere groep is williger dan een grotere. En toch, zo tolerant en progressief als wij Nederlanders denken te zijn, zijn we niet de eersten die ‘sorry’ zeggen. Liverpool, Benin, Frankrijk, Ghana, Londen, de Amerikaanse senaat, de Raad van Kerken en Charleston gingen ons voor. Maar als we het volhouden, voorzie ik in 2020 een blanke ‘zwarte’ piet op klompen. Ten minste de kleuters zullen dan niet meer schrikken.
Tijdens het communisme circuleerde er in mijn geboorteland clandestien een boek dat ik op mijn veertiende ook in handen kreeg. Een samizdat. ‘Bid voor degenen met macht’ heette het. Voor het eerst in mijn leven vroeg iemand zich af wie eigenlijk de overwinnaars waren. Het deed mijn hersenen bijna opzwellen, maar het veranderde mijn kijk op mijn toen kleine wereld.
‘Sorry’ is een teken van kracht, niet van zwakte. De geschiedenis heeft geen tapijt dat groot genoeg is om al de shit eronder te houden. Dit is juist de paradox van de geschiedenis, het boemerangeffect: wat je hebt weggeveegd, komt terug.
Amsterdam laat nog eens zien dat het geen Nederland is, maar Amsterdam. En hoewel ik Haagse ben en blijf, voel ik me ook heel Amsterdams.
Den Haag Centraal, 27 juni 2019