Blogs

Dion Graus

Dion Graus

Veel mensen wantrouwen wel iets of iemand. Sommigen mistrouwen buitenlanders. Anderen de Belastingdienst. Ik wantrouw politici. Maar ik werk eraan. En altijd zijn er wel stemmen die door mijn schild van wantrouwen heen komen.
Af en toe hoor je een discours dat niet uit het hoofd komt, maar uit het hart. Soms is er iemand die ‘het spel’ niet speelt. Ik doe ook mijn best. Maar hoe hoopvol kun je blijven als types die op de Wallen thuishoren zich politici noemen?
Hoe is het mogelijk dat een Dion Graus nog steeds Den Haag pollueert? Nee, de meeste mensen deugen niet, en in de politiek geldt dat zeker. Wat heeft zo’n ‘Addams Family’-type, dat volgens beschuldigingen zijn eigen vrouw dwong tot seks met anderen, nog in Den Haag te zoeken, vraag ik me oprecht af.
Hoeveel vrouwen moeten zich melden met klachten over ongewenst gedrag van de politicus? Is er een complot tegen hem beraamd, zoals hij zelf stelt? Ik hoop het!
Want als die vent naast je gaat staan, lopen de koude rillingen al over je rug. Dan hoeft ie niet eens wat te doen of te zeggen. Voor mij als buitenstaander is het grootste mysterie toch wel dat er ooit een vrouw bereid is geweest om met hem te trouwen. NRC vermeldt dat Graus de afgelopen twintig jaar door verschillende vrouwen is beticht van seksuele intimidatie, mishandeling, bedreiging en stalken. Hoe kan zo iemand kiezers vertegenwoordigen? Wat voor kiezers? Van die enge zestigplussers op klompen die op de brommer naar de Geleenstraat komen? Beschuldigingen die een periode van twintig jaar bestrijken en desondanks een politieke carrière van zo’n vijftien jaar. De politiek kijkt toe. Zwijgt.
Maar wie zo lang zonder in te grijpen toekijkt hoe vrouwen worden geïntimideerd, is medeschuldig! Ik ben gewend aan rare types in de politiek, je roeit met de riemen die je hebt. Maar Graus? Als je naar de beschuldigingen van de afgelopen twintig jaar kijkt, lijkt die man genetisch geprogrammeerd om vrouwen lastig te vallen. En die beschuldigingen roepen erom serieus te worden genomen. Om ingrijpen. En niet om die houding van die vertrouwenspersonen die al op de hoogte waren en niets deden. Immers, de ‘laatste ridder van Limburg’ is niets anders dan een ontspoorde bok, een stalker, een machtsmisbruiker. En dat zo’n man, die vrouwen lastigvalt, misbruikt, dan opkomt voor de rechten voor dieren? Wat een ironie! Kom op, Den Haag, onderneem eens actie! Politieke klasse, schaam je ervoor dat deze man zo lang zijn gang heeft kunnen gaan! Een man die zijn eigen vrouw dwingt tot seks met derden. Ja, ik heb eerder over zulke types gehoord. Oost-Europese pooiers, die in de gevangenis belanden. In de gevangenis, nooit in de politiek.

Den Haag Centraal, 10 juni 2021

Lees verder

Inferno

Inferno

Beste Sylvain Ephimenco, ik schrijf u naar aanleiding van uw column van 29 mei in Trouw. Als ‘Fransoos’ (uw woorden) te worden gediscrimineerd lijkt me toch een tikje anders dan als Turk of Ghanees in Nederland. Het lijkt me net het verschil tussen brioche eten als je honger hebt, naar het recept van Marie Antoinette, en met een opgezet hongerbuikje lopen, een buik die niet weet wat brioche is. Ik kom zelf niet uit de derde wereld, hoewel de meningen verdeeld zijn in dit opzicht, maar ik zou toch iets anders voelen als ik zou worden uitgemaakt voor ‘Paturain’ of ‘knoflook’ dan voor ‘Oost-Europese hoer’ of voor de mildere variant: ‘Oostblokbarbie’. Maar het verbaast me niet dat u de nuance niet ziet, dat kunnen immers alleen de anderen, die graag de slachtofferrol omarmen, die de erwt voelen onder de door deze maatschappij neergelegde matras. Wat de slachtofferrol betreft, denk ik dat het beste is om het slachtoffer ruimte te geven, om hem te laten praten, ook degene die de slachtofferrol graag omarmt.
Het blijkt dat we het meeste begrip voor iets hebben als we het zelf ervaren. Het is mogelijk dat u gelijk hebt en dat degenen over wie u in uw artikel spreekt aan de tepel van het slachtofferschap zuigen. Maar dat stoort mij minder dan dat u zichzelf als voorbeeld geeft. Het inferno heeft meerdere Borgia’s en ik moet toegeven dat ik best begrip heb voor degenen die te veel Paturain aten in de derde kring van Dante, maar mijn hart bloedt bij de lagere kringen, waar Ugolino zijn (klein)kinderen van de honger opat. Groot verschil: niet voor niets plaatst Dante hen in verschillende kringen. Maar laten we zeggen dat dat literatuur is. Ik zie echter ook een groot verschil tussen twee weken omringd door lijken, dobberen op zee, op weg naar het Westen, en met de Thalys naar Nederland komen. Wat ik wil zeggen is dat ik, vrouw die in haar geboorteland de honger van de jaren ’80 en andere ongemakkelijkheden heeft meegemaakt, mijn mond houd naast een slachtoffer van een groepsverkrachting uit Rwanda. In ieder geval zou ik mezelf niet als voorbeeld stellen. Als u hulp nodig hebt, denk dan eens aan het ‘Inferno’ van Dante. Dat helpt.
In sommige kringen was best te leven, de andere waren het echte inferno.
Als we ons gevoel niet meten met een thermometer van redelijkheid en empathie, dan lijkt de vertraging van de Thalys een grotere ramp dan die genocide van, nee, niet de Fransen, maar hun buren, de Duitsers, op de Namibiërs – net erkend. Als we ons altijd net iets beter dan de anderen voelen, zijn wij de grote verliezers. Niet mijn woorden, hoor, wijsheid van de geschiedenis.

Den Haag Centraal, 3 juni 2021

Lees verder

Het kind als prooi

Het kind als prooi

Geen plek op aarde waar een kind kwetsbaarder is dan in een internaat. Als de Griekse tragedies later waren geschreven, dan hadden ze zich ongetwijfeld in een internaat afgespeeld, waar alle kinderen iets van Oedipus hebben. Ik denk aan die film van Pier Paolo Pasolini waarin op alle wegwijzers ‘Theba’ stond. Welke weg je ook nam, hij leidde onveranderlijk naar Theba, de plek van ellende. De weg van kinderen in internaten leidt zelden naar iets anders dan naar een kleine of grote tragedie.

Ook mijn hart breekt, zoals dat van premier Justin Trudeau, bij het lezen van het bericht dat bij een voormalig Canadees internaat de stoffelijke resten van 215 kinderen zijn gevonden. In mijn Roemeense internaat waren we met ongeveer evenveel. Allemaal meiden. Ik denk dat ik van die tweehonderd meiden met wie ik ben op­gegroeid, geen gezicht ben vergeten. De onvoorwaardelijke liefde die ik heb voor les jeunes filles en fleurs, ongeacht hun ras, lengte of gewicht, is daar ontstaan, in mijn internaat. Zij waren de meiden met wie ik de honger en het gemis van ouders, familie en heuvels heb gedeeld. Als je op één internaat hebt gezeten, dan heb je op alle internaten van de wereld gezeten. Je voelt je daarna als een kankerpatiënt die het geluk had te genezen. Je hebt het gered. Je bent niet alleen een prooi geweest, je mag volwassen worden. De pech om in een internaat te belanden, was in jouw geval dus niet totaal, wat het wel was voor die215 Canadese kinderen.

Ik zie ze, alle 215. Bang, verhongerd, geterroriseerd door een strenge ‘pedagoge’, door honger en gemis. Ik hoor hun gehuil. Ik zie hun blikken, eerst bang, daarna verloren. Hun kleine knieën, hun vieze vingers, hun ongepoetste tanden. Hun smalle militaire kledingkast, hun tranen, hun dierlijke haast om te eten wanneer ze iets te eten krijgen. Ik voel hun kou, ik zie hun schouders schokken van het huilen. Een kind weet niets van de dood en denkt niet als een volwassene over zijn eigen dood. Een kind is bang. Een kind moet je troosten, liefhebben. Beschermen. Laten groeien.

De aarde is een onbekende begraafplaats. Dat wist ik al in Roemenië, toen na de val van de Muur het ene na het andere communistische massagraf werd ontdekt. Maar 215 kinderlijken? Mensheid, je bent je kinderen niet waard.

De Standaard, 2 juni 2021

Lees verder

Windturbine

Windturbine

Het mocht niet baten. Oud-wethouder Rabin Baldewsingh wordt geen wethouder. Niet nu en niet in Leidschendam-Voorburg. 28 raadsleden stemden tegen zijn benoeming, 7 vóór. Het is niet altijd makkelijk om te verwoorden wat niet gaat als het niet gaat. Maar in het geval van het (niet) benoemen van Baldewsingh tot wethouder in Leidschendam-Voorburg lijkt het vrij makkelijk te formuleren. Want het ging over een windturbine. Dan is het immers duidelijk dat het niet gaat.
In mijn geboortedorp onder de Karpaten ging het ook zo, al was daar geen windturbine in het spel – want een windturbine zou daar nog steeds als een ufo worden gezien. Het ging daar om iets anders, maar de effecten herken ik. In mijn dorp was het geen windmolen maar een koe. De koe van ome Ion at namelijk de klaver voor de konijnen van tante Mila. En dus was er geen klaver meer voor de konijnen. Maar dat was niet het ergste; het ergste was dat de koe geen klaver mag eten, want dan wordt haar buik dik, de buik zet op en als niemand er een lange naald in prikt om de lucht te laten ontsnappen, gaat de koe dood. De koe van ome Ion werd gered, maar de konijnen aten elkaar op van de honger, en tante Mila heeft het ome Ion nooit vergeven dat haar konijnen elkaar opaten en vooral niet dat zijn koe níét doodging.
Toen ik over die windturbine las, moest ik aan de konijnen van tante Mila denken. Die 28 raadsleden hadden in het verhaal van de windturbine de rol van de naald kunnen spelen en de buik van Leidschendam-Voorburg kunnen laten leeglopen. Zeven anderen hebben het geprobeerd, maar in de politiek gaat het om de meerderheid.
We zijn een dorp. Ondanks de internationale tribunalen, de expats en de multiculturaliteit zijn we een dorp. Binnen en buiten Den Haag. De technologie mag van de laatste generatie zijn, de vele (inter)nationale bedrijven mogen ‘shinen’ in duurbetaalde magazines, de expats mogen klagen over hoe koud het is in Den Haag, als ze maar dure bakfietsen kopen en de huizenprijzen hooghouden, want ‘the money must rule’.
Den Haag heeft nog een gezicht, minder shiny, en ik denk dat Rabin nog niet is vergeten dat het geld voor wijlen het Migratiemuseum van de rekening werd gehaald. Het gedoe met de windturbine lijkt een geschikte plot voor een aflevering van ‘Murder, She wrote’ in Cabot Cove, Maine (VS). Alleen is er niemand doodgegaan, behalve de politieke dromen van Rabin Baldewsingh en het Migratiemuseum. En Leidschendam-Voorburg zal een wethouder naar zijn gelijkenis krijgen.

Den Haag Centraal, 27 mei 2021

Lees verder

Vakantiedag

Vakantiedag

‘Toen de Ottomanen op de deuren van Byzantium bonkten, zaten de theologen daar te ruziën over het geslacht van engelen,’ placht mijn favoriete docent op de universiteit te zeggen als hij het gevoel had dat wij onze aandacht voor zijn college verloren. Daar moest ik het afgelopen weekend aan denken toen ik in Noordwijk naar de intens blauwe hemel keek, waarvan het blauw door een vliegtuig met een banner werd verstoord. Iedereen op het terras waar ik aan de appeltaart zat, had moeite om de boodschap te ontcijferen: ‘Martijn, gefeliciteerd! Je Corren.’ Blijkbaar zag Martijn de boodschap uit de blauwe hemel niet, want het vliegtuigje bleef rondjes maken, zodat iedereen in Noordwijk Martijn kon feliciteren. Maar wat een blauwe hemel was dat, wat een vakantiedag!
Hoe kon je niet denken aan al die raketten die de hemel van Israël en Palestina dagen en nachtenlang doorkruisten om de vele Martijns, Ruths of Samirs te doden, niet te feliciteren. En niet alleen Ruth en Samir, ook hun kinderen. ‘Iemands dood is een tragedie; de dood van een miljoen mensen een statistiek,’ zei vadertje Stalin ooit. En zittend op de comfortabele stoel op het Noordwijkse terras had ik het gevoel dat ik ze zag, zwaaiend vanuit de hemel: die doden die niet meer dan een statistiek zijn. Intussen viel het vliegtuig met de boodschap op het hoofd van Martijn, want de rondjes stopten. Kijkend naar de blauwe hemel kon ik de raketten aan de hemel van Israël en Palestina bijna horen. Naast me bewonderde een groep jongemannen elkaars dure sportschoenen en dure zonnebrillen. Door hun stemmen heen hoorde ik het kabaal in Gaza. Verderop speelde half Noordwijk midgetgolf op een terrein met kleine, aangelegde heuvels en een reliëf dat bij zo’n recreatiesport hoort.
Wat een gelukkig volk in Noordwijk, zeg! Wat een leuke vakantiedag! Wat een rijke gemeente, dat Noordwijk, wat een luxe! Ik bedacht dat ons Den Haag met Scheveningen normaler lijkt. Of misschien wilde ik me er gewoon van overtuigen dat het zo is. Dat Palestijnen en Joden in Israël op een dag samen humus zullen eten, dat de kinderen in Gaza naar de blauwe hemel zullen kijken zoals de kinderen in Noordwijk, zonder angst. Ik fietste terug vanuit Noordwijk door de duinen, een lange, maar prachtige weg met af en toe een meertje, en ‘echte’ heuvels, die me aan mijn geboortedorp deden denken. Toen ik eenmaal in Den Haag was, ging het regenen, almaar harder, je kon de hemel niet meer zien.
Hoe zit het met de raketten als het regent? Kun je raketten afvuren als het regent?

Den Haag Centraal, 20 mei 2021

Lees verder

Kattenleven

Kattenleven

‘Ik heb in mijn leven twaalf honden gehad,’ zegt A.L. Snijders. We zitten te wachten voor de opnames van het nieuwe tv-programma ‘Brommer op zee’. ‘Tegelijk of na elkaar?’, vraagt Esther Gerritsen. We lachen alle drie. Stel je voor: tegelijk! Ik zie het al voor me, het beeld lijkt wel een Roemeens tafereel met straathonden. Straathonden, daar maar al te vaak alleen verzorgd door bedelaars of daklozen.
Ik bedenk dat twaalf honden na elkaar voor een nomade zoals ik onmogelijk zou zijn. Hoeveel honden kun je hebben als je in een nieuw land een tweede leven begint? Ik bedenk een alternatieve vraag voor ‘Hoeveel jaar zit je al in Nederland?’: ‘Hoeveel honden heb je hier gehad?’ Als je labrador twaalf is, heb je hier dus al een klein leven, een hondenleven in de letterlijke zin van het woord, hopelijk niet de figuurlijke. Heb je al twee honden gehad, vanaf dat ze puppy waren, dan zit je er al een tijd. Neem je als nieuwkomer een hond? Dan wil je echt blijven. Een hond is net een paspoort, je blijft!
Misschien nemen mensen daarom eerder een kat. Studenten nemen katten, alleenwonenden en mensen die iets groters dan een cavia willen, nemen een kat. Een kat als definitie van ‘ik wil het proberen, dat leven, en ik hoop dat het lukt’. Een kat is een huurhuis, een hond al een hypotheek.
Toen wij naar Nederland kwamen, namen we een kat. Uit het asiel. Om te proberen. Vijf jaar later een hond erbij. Niet omdat we meer vertrouwen hadden in het leven of in onszelf, meer omdat we bleven proberen. De kat was ziekelijk, en omdat hij erg verzwakte, hebben we hem laten inslapen. Toen we zaterdag in de auto met z’n drieën zaten te huilen voor de kliniek waarvandaan onze kat naar het kattenparadijs zou gaan, bedacht ik dat we al een leven in Nederland zijn: het leven van onze kat, waarvoor wij alles waren wat hij kende. In veel opzichten leken wij zelf op onze schuwe asielkat toen we naar Nederland kwamen. We hadden niemand, maar gaven onze kat een gezin, ondanks ons wankele lopen. Misschien omdat we bleven proberen. We zijn zo menselijk als onze dieren ons laten zijn. Misschien hoe onze dieren ons in veel gevallen léren te zijn. Ik bedacht ook dat je, hoe zwak, wankel, onzeker of verpletterd door het leven je ook bent, je altijd je menselijkheid kunt tonen. Aan je huisdier, aan je mede-treinreiziger, aan wie dan ook.
Ik denk weer aan de bedelaars en daklozen met hun honden. Ook in de Nederlandse steden zie je ze vaak samen. Hoeveel menselijkheid valt er van hen te leren? Hoeveel (mede)menselijkheid tonen wij?

Den Haag Centraal, 13 mei 2021

Lees verder

Poppenspel

Poppenspel

Het was een bijzondere week, waarin Biden in zijn discours de Armeense genocide genocide noemde. De geschiedenis van honderd jaar geleden wordt nog steeds geschreven.
Maar het nieuws dat de afgelopen dagen even mijn totale aandacht had, was dat Nederlandse parlementariërs via Zoom een gesprek hebben gevoerd met een nepversie van de stafchef van de Russische oppositieleider Aleksej Navalny. En niet alleen onze politici hadden de eer om vragen te kunnen stellen aan een deepfake-imitatie van de naaste medewerker van Navalny, ook een Letse en een Britse politicus hebben een uur vragen gesteld aan, eigenlijk, een dienaar van Poetin. Vermomd als stafchef Volkov.
Is de Koude Oorlog eigenlijk ooit beëindigd of is er een nieuwe gaande?
De gebeurtenis die niet alleen aan de Koude Oorlog doet denken, maar ook aan de ‘commedia dell’arte’, toont de arena van de internationale politiek.
Ik heb me afgevraagd of zo’n actie, waarbij je denkt dat je met iemand spreekt maar eigenlijk met een deepfake-imitatie praat, in alle domeinen van het leven mogelijk zou zijn. Ik stel me bijvoorbeeld voor dat ik een Zoom-gesprek heb met Cees Nooteboom of Antjie Krog. Zou ik echt niet doorhebben dat Nooteboom niet Nooteboom is en dat de fakestem van de fake Antjie Krog minder emotie toont? Zou ik of een andere literatuurhebber dat echt niet doorhebben, vraag ik me af – en ik besef tegelijk dat ik degene was die een fakebrief over een gestolen Picasso authentiek achtte. Maar toch maak ik mijn punt: hoe klinken die gesprekken tussen internationale politieke gasten eigenlijk? Wat heeft Wilders, die deelnam aan het nepgesprek, eigenlijk gevraagd? Heeft hij gezegd dat er internationaal gezien minder-minder-minder behoefte is aan figuren als Darth Vader Poetin? Of gaan zulke gesprekken niet verder dan ‘Nice to meet you en we leven mee met Navalny?’ Als de Nooteboom in mijn imaginaire gesprek de naam van Borges verkeerd zou uitspreken, zou ik al zo mijn vermoedens hebben, maar hoe kun je vermoeden dat Volkov geen Volkov is? Als het niet sinister zou zijn, zou de politiek een scene kunnen zijn voor Scaramouche, Pantalone en Harlequin, een act zonder regels, waarin improvisatie een grote rol speelt.
Met zulke internationale ‘gesprekken’ vraag je je ook af wat het lot van Navalny zal zijn. Wie kan hem redden uit de handen van onze eeuwige Tartaglia?
Of Darth Vader? Het lijkt er soms op dat we blind zijn voor het poppenspel dat voor onze ogen wordt gespeeld. Het poppenspel is echter dan ooit. En je weet niet meer wie wie is en wat ieders rol is. Ondertussen spelen wij, de toeschouwers, onze eigen kleine komedie. Het leven gaat door, want de terrassen zijn open!

Den Haag Centraal, 29 april 2021

Lees verder

Viezeriken

Viezeriken

Ik zou niet in andere tijden willen leven en misschien ook niet in een ander land. Tegelijkertijd ben ik wel op zoek naar wat ik mis, wat me verblindt. De diversiteit van de meningen in onze maatschappij houdt me scherp en zet me aan het denken. Zo heb ik soms meer aan degenen die níét op mij lijken en ánders denken. Als ze integer zijn en niet fake, wil ik graag weten wat ze te zeggen hebben.
Als vrouw doet het me goed om te zien dat je viezeriken tegenwoordig kunt aanpakken, hoewel ik, zoals in de gezondheidszorg, meer ben voor preventie dan voor behandelen. Laat het niet zover komen dat er behandeld moet worden! Hoe Sidney Smeets tot in de Tweede Kamer heeft kunnen komen of namens een bekende partij kon optreden, zijn niet de juiste vragen. Wat hij over zichzelf denkt, interesseert me meer. Hij ‘wist niet dat hij met zijn berichten iemand kwetste’. Om te kotsen. Wat een brutaliteit!
Of waanzin à la Foucault? Buiten Nederland wordt ons land vaak niet alleen als belastingparadijs gezien, maar ook als een paradijs voor pedofielen. Voor viezeriken. Don’t ask me why. Desondanks koos de Franse filosoof Foucault destijds voor Tunesië. Ik zie hem niet in Scheveningen met muntjes strooien om jongens op het kerkhof te kunnen neuken.
Waarom reageren we altijd zo laat? Waarom pas als Smeets in de Tweede Kamer zit? Mag je zulke berichtjes wel als gewone mens sturen, maar niet als politicus?
Als het om moraal en wetgeving gaat, bewegen we als een mollige worm, half slapend, inert. Waarom moeten de slachtoffers het voor ons en voor onze kinderen oplossen? Waar komt deze amoraliteit vandaan, vraag ik me steeds af.
Oh, het is de lust!
‘De seks is het waard om voor te sterven,’ zei Foucault en hij had het niet over voortplanting.
Doen vrouwen ook zoveel voor de lust? Heeft de man meer lust dan de vrouw? Ik vraag dit, omdat bekend is dat hij ook meer hersenen heeft. Was Foucault het product van zijn tijd? Laat me niet lachen! En nu serieus, welk aandeel heeft de tijdgeest in je daden? Ook voor zijn liberale tijdperk was Foucault extreem. Heel Frankrijk wist dat hij seks met kinderen wilde, officieel, en dat hij het had, onofficieel. Waarom schrikken wij er nu van, zestig jaar later?
Zijn de boeken van Foucault er minder interessant door? Ik weet het niet. Wat ik wel weet, is dat de slaperige larve die onze moraal is, meer impulsen moet krijgen.
Viezeriken zijn overal. En als wij onze ogen sluiten, is het antwoord op de bekende vraag van Foucault ‘Qu’est-ce qu’un auteur?’ makkelijker dan in de literatuurtheorie. Wij allemaal zijn de auteur.

Den Haag Centraal, 22 april 2021

Lees verder

Helden

Helden

Aleksej Navalny is binnen een maand al dertien kilo kwijtgeraakt in zijn strafkamp, zijn rugpijn neemt toe, hij heeft een dubbele hernia en de internationale organisaties die zich inzetten voor mensenrechten en politieke gevangenen wachten op Godot. Waarom er twijfel ontstond? Omdat Navalny niet de perfecte sprookjesheld bleek te zijn. En eer de internationale organisaties zichzelf zullen hebben overtuigd dat ze zelf ook geen Bollywood zijn, is Navalny al bijna dood.
De situatie heeft wel wat weg van zo’n sprookje van Grimm dat kinderen angst moet aanjagen: keizer Poetin slaagt erin om zichzelf tot farao uit te roepen, zijn tegenstander Navalny zit in een strafkamp en wordt ’s nachts elk uur door bewakers wakker gemaakt – een bekende martelmethode, die ook in de communistische gevangenissen in Roemenië heel populair was. Het kwaad ontwikkelt zich niet, het is al geniaal geboren.
Er zijn meer Navalny’s in de wereld, maar een zaal in Bollywood zou je niet met hen kunnen vullen, denk ik. Ze zijn per definitie zeldzaam.
Toch laten we ze doodgaan. Omdat ze niet perfect zijn. Omdat ze, naar verluidt, ooit toch iets hebben gezegd dat niet met de tijden van nu rijmt. In mijn naïviteit dacht ik dat de internationale organisaties eerst menselijkheid op het menu hebben en pas daarna trouw aan de finesses van de ‘political correctness’. Menselijkheid, vóór alles. Ik dacht dat een internationale organisatie geen tribunaal was. En bovendien: een held, hoe groot ook, is ook maar een mens, een product van zijn wereld, hoe oprecht hij ook is. En dus kijk je naar zijn daden en naar zijn lijden, je gaat geen hermeneutische analyse van zijn discours maken.
Wij verdienen onze helden niet. Ze zijn goed voor sprookjes en films, maar als hun leven in onze handen ligt, beginnen we te twijfelen: zijn ze echt wel helden?
Ik stel me voor dat we Navalny op een groot scherm in een Pathé zien, we zien hoe de beul van Poetin elk uur binnenkomt om hem wakker te houden, we zien Navalny kreunend van de pijn. En wij zitten achter de knoppen van ‘help hem’ en ‘laat hem creperen, want hij was niet ‘politically correct’ in een van zijn toespraken’. We twijfelen welke van de knoppen we moeten indrukken. We kijken en laten hem creperen en we lopen de zaal uit.
Als we niet menselijk zijn, zijn we andere dingen voor niets, hoe belangrijk die andere dingen ook mogen zijn. Menselijkheid is zeker wat ik verwacht van internationale organisaties die zich inzetten voor politieke gevangenen. En dat ze tenminste de juiste adviseurs hebben, als ze niet zelf een keuze tussen de knoppen kunnen maken.

Den Haag Centraal, 15 april 2021

Lees verder

Waarheid

Waarheid

Hoewel momenteel ziek in bed (geen corona), heb ik met een trots die alleen mijn eigen geschiedenis kan verklaren, het gedicht van Lieke Marsman over de laatste nationale (de hele natie rakende) leugen gelezen. Als iets me deze Pasen van mijn ziekbed kreeg, was het wel dit: te kunnen zien dat literatuur kracht toont en de waarheid van de daken schreeuwt. Heel anders dan vroeger in mijn geboorteland, waar de schrijver onder de dictatuur niet veel opties had. Wij zijn een democratie en dat zie je (ook) in de literatuur. Dat het niet ‘iedereen’ kan schelen, is een ander verhaal.
Ik vraag me, nog herstellende maar opgewonden van het gedicht van Lieke, gewoon af hoe de verkiezingen eruit zouden hebben gezien als ‘Een paasgedicht’ een week voor de verkiezingen zou zijn verschenen: ‘Treurig die dag, een donderdagnacht/ waarin een land op waarheid wacht.’
Bam!
Kan dit gedicht geen nationaal lied worden? Want ik ken het al uit mijn hoofd!
Dus het kan, heb ik tegen mezelf gezegd. Het kan! Je hoeft geen oorlog te hebben meegemaakt, geen dictatuur, geen totalitarisme, geen honger, geen politieke gevangenis, geen censuur, om de enorme kracht van de waarheid te kennen. En om te begrijpen hoe belangrijk het is om je pen te gebruiken in dienst van de waarheid!
Er was een nationale leugen voor nodig om bijna iedereen te laten begrijpen dat er geen ‘meer waarheden’ zijn, of dat ‘iedereen’ zijn eigen waarheid heeft en je dus alles moet ‘uitpraten’, zoals ik al jarenlang hoor in Nederland. Ik heb me vaak afgevraagd of de vele waarheden in ons land niet de oorzaak zouden zijn van de nationale ziekte, burn-out, gezien de vele ‘waarheden’ die je hier steeds moet slikken, ook als de waarheid gekruisigd en naakt boven je hoofd staat.
Nee, er is één waarheid. Zwaar, naakt en oncomfortabel. En die zit niet in de buurt van Rutte zoals bergen niet in de buurt van Den Haag liggen. Maar ze zit wel in de literatuur.
Het was lang geleden dat ik van een gedicht zo high werd. En nee, het komt niet door de pijnstillers, het komt door het gedicht van Marsman, Dichter des Vaderlands, die bewijst dat Plato het mis had waar het dichters betreft.
Ik weet zeker dat ik morgen beter zal zijn en zal gaan lopen, want ik kan zingen, ik zing, als een mantra, na elke slok thee: ‘Oh Rutte – door te blijven heeft u ons verlaten.’

Den Haag Centraal, 8 april 2021

Lees verder