Blogs

Colette

Colette

Boeken. Belangrijk voor ieder van ons. Op verschillende manieren, maar belangrijk. Waarom boeken zo belangrijk zijn? Ik heb in mijn leven tweemaal een perfecte definitie van mijn eigen relatie met boeken gelezen en twee keer heb ik de formulering niet genoteerd. Misschien omdat het voelde alsof iemand me met een man zag en begreep dat dat mijn minnaar was. De publieke onthulling van een intimiteit. Maar op verschillende tijdstippen van de dag zou ik verschillende definities van mijn relatie met boeken geven. In ieder geval houd ik me eraan vast, zoals een schipbreukeling zich aan een plank vasthoudt.
Boeken betekenen veel, op verschillende manieren. Den Haag is een stad die leest. Ik herinner me de niet zeldzame momenten dat ik vanachter de balie van de bibliotheek waar ik ooit werkte, ware lezers ontdekte. Een keer vroeg iemand aan de telefoon om Laclos, ‘Les Liaisons dangereuses’. Het mysterie achter de stem. Dan zijn er de Dante-lezers. Een keer Eco, ‘De geschiedenis van imaginaire plekken’. Wat ik wil zeggen: het gebeurt maar zelden dat een mens met ons doet wat boeken met ons doen. En het is prima zo, want vreemdgaan met een boek is minder gevaarlijk dan met een mens. Maar onze boeken binden ons meer dan wij zelf kunnen. Als we samen in de trein zouden zitten, zou ik je misschien vreemd vinden, en wie weet, vervelend. Of wellicht zou ik je geur niet kunnen verdragen. Of omgekeerd. Maar allebei hebben we Dante gelezen en stel je voor dat je zou weten welke passage mijn favoriete is. Er was ooit iemand die heeft geraden welk gedicht van Borges mijn lievelingsgedicht was. Dat zeg ik: gevaarlijk. Boeken zijn gevaarlijk. En omdat boeken zo gevaarlijk zijn, houden we er allemaal van.
Vandaar ook dat het leukste antiquariaat van Den Haag, Colette, zo snel gered kon worden en zo veel publiciteit kon krijgen. Landelijk, van De Telegraaf tot NRC. Een verademing om te zien dat niet iedereen het stomme beleid van de bibliotheken volgt, die steeds kleinere collecties willen. Jogchum de Vries, de eigenaar die nu het estafettestokje van Colette doorgeeft, heeft nooit afgeschreven, alleen verzameld. Een boekenminnaar, zoals de beste minnaars. En Colette gaat door, want er zijn gelukkig nog genoeg boekenminnaars en -minnaressen in deze stad.
Deze stad heeft niet alleen boekenliefhebbers, maar ook schrijvers. Haagse schrijvers. Yvonne Keuls, Justine le Clercq, Christiaan Weijts en ondergetekende komen op zaterdag 3 juli bij Colette om over onze boekenkoorts te vertellen. Tussen 13.00 en 16.00 uur. Kom ook, alsof je naar een liefdesafspraak komt. Wij zullen met onze boeken op je wachten!

Den Haag Centraal, 24 juni 2021

Lees verder

Qatar

Qatar

2711 Indiërs, 1641 Nepalezen, 1018 Bengalezen, 824 Pakistanen en 557 Sri Lankanen zijn de afgelopen periode in Qatar om het leven gekomen. Zes en een half duizend migranten zijn overleden tijdens werkzaamheden in de aanloop naar het WK voetbal in Qatar. Ik lees de cijfers een paar keer. Alsof ik tussen de elegante 2, de eenvoudige 1 en de volgepropte 8 een smal gezicht van een Nepalees zou zien. Of het zwarte haar van een Sri Lankaan. Alsof ik onder de buik van het cijfer 4 een Pakistaanse moeder zou ontwaren, in elkaar gezakt nadat ze heeft te horen gekregen dat haar zoon nooit zal trouwen, nooit kinderen zal krijgen en nooit meer haar kip tikka zal eten. Cijfers beschikken over een soort magie en hoewel de pijn van de moeder er niet door zal worden verzacht, kun je ze toch om het uur of elke dag lezen. 6500 migranten.
Ik moet denken aan het nog onbekende dodental van de aanleg van het Donau-Zwarte Zeekanaal, een van de dromen van de Roemeense farao Ceaușescu. Voorlopige cijfers geven aan dat bij de realisering van ‘Grandioos Roemenië’ zo’n tweeduizend mensen zijn omgekomen. Volgens sommige bronnen zelfs veel meer. De lijken werden ’s nachts vervoerd met een kiepwagen. Nog eens tienduizenden anderen overleefden het concentratiekampregime, maar hielden aan de ‘bouwplaats’ blijvend letsel over. Bij het kanaal, destijds ook wel aangeduid als het Kanaal van de Dood, hebben in totaal negentienduizend politieke gevangenen dwangarbeid moeten verrichten. En dictator Ceaușescu, die in 1973 opdracht gaf om het kanaal af te maken, wilde na een bezoek aan de havens van Antwerpen en Rotterdam in datzelfde jaar, ook nog een haven en een waterkrachtcentrale.
Toen ik een paar jaar oud was, vertrokken veel vaders uit mijn dorp een tijdlang naar de andere kant van het land om er te werken aan het kanaal. Verplicht door het regime. Voor mijn vader was het de eerste en ook de laatste keer in zijn leven dat hij heeft gezwommen. Jonge vaders waren het, net zoals veel van de duizenden Sri Lankanen, Nepalezen en Indiërs die in Qatar tien uur per dag moeten werken in de hitte, maar geen verkwikkende duik kunnen nemen.
Er zijn historici die beweren dat de slaven die de piramiden hebben gebouwd geen slaven waren, maar behoorden tot een volk dat al vóór de Egyptenaren in Egypte woonde, arbeiders die werkten in diensten van drie maanden en dagelijks 21 runderen en 23 schapen aten. Het legendarische volk van Atlantis. Ik heb geen wetenschappelijk bewijs, maar ik vrees dat ze de verre voorouders zijn van de Indiërs, Sri Lankanen, Bengalezen, Pakistanen en Nepalezen die stierven in Qatar.

Den Haag Centraal, 17 juni 2021

Lees verder

Dion Graus

Dion Graus

Veel mensen wantrouwen wel iets of iemand. Sommigen mistrouwen buitenlanders. Anderen de Belastingdienst. Ik wantrouw politici. Maar ik werk eraan. En altijd zijn er wel stemmen die door mijn schild van wantrouwen heen komen.
Af en toe hoor je een discours dat niet uit het hoofd komt, maar uit het hart. Soms is er iemand die ‘het spel’ niet speelt. Ik doe ook mijn best. Maar hoe hoopvol kun je blijven als types die op de Wallen thuishoren zich politici noemen?
Hoe is het mogelijk dat een Dion Graus nog steeds Den Haag pollueert? Nee, de meeste mensen deugen niet, en in de politiek geldt dat zeker. Wat heeft zo’n ‘Addams Family’-type, dat volgens beschuldigingen zijn eigen vrouw dwong tot seks met anderen, nog in Den Haag te zoeken, vraag ik me oprecht af.
Hoeveel vrouwen moeten zich melden met klachten over ongewenst gedrag van de politicus? Is er een complot tegen hem beraamd, zoals hij zelf stelt? Ik hoop het!
Want als die vent naast je gaat staan, lopen de koude rillingen al over je rug. Dan hoeft ie niet eens wat te doen of te zeggen. Voor mij als buitenstaander is het grootste mysterie toch wel dat er ooit een vrouw bereid is geweest om met hem te trouwen. NRC vermeldt dat Graus de afgelopen twintig jaar door verschillende vrouwen is beticht van seksuele intimidatie, mishandeling, bedreiging en stalken. Hoe kan zo iemand kiezers vertegenwoordigen? Wat voor kiezers? Van die enge zestigplussers op klompen die op de brommer naar de Geleenstraat komen? Beschuldigingen die een periode van twintig jaar bestrijken en desondanks een politieke carrière van zo’n vijftien jaar. De politiek kijkt toe. Zwijgt.
Maar wie zo lang zonder in te grijpen toekijkt hoe vrouwen worden geïntimideerd, is medeschuldig! Ik ben gewend aan rare types in de politiek, je roeit met de riemen die je hebt. Maar Graus? Als je naar de beschuldigingen van de afgelopen twintig jaar kijkt, lijkt die man genetisch geprogrammeerd om vrouwen lastig te vallen. En die beschuldigingen roepen erom serieus te worden genomen. Om ingrijpen. En niet om die houding van die vertrouwenspersonen die al op de hoogte waren en niets deden. Immers, de ‘laatste ridder van Limburg’ is niets anders dan een ontspoorde bok, een stalker, een machtsmisbruiker. En dat zo’n man, die vrouwen lastigvalt, misbruikt, dan opkomt voor de rechten voor dieren? Wat een ironie! Kom op, Den Haag, onderneem eens actie! Politieke klasse, schaam je ervoor dat deze man zo lang zijn gang heeft kunnen gaan! Een man die zijn eigen vrouw dwingt tot seks met derden. Ja, ik heb eerder over zulke types gehoord. Oost-Europese pooiers, die in de gevangenis belanden. In de gevangenis, nooit in de politiek.

Den Haag Centraal, 10 juni 2021

Lees verder

Inferno

Inferno

Beste Sylvain Ephimenco, ik schrijf u naar aanleiding van uw column van 29 mei in Trouw. Als ‘Fransoos’ (uw woorden) te worden gediscrimineerd lijkt me toch een tikje anders dan als Turk of Ghanees in Nederland. Het lijkt me net het verschil tussen brioche eten als je honger hebt, naar het recept van Marie Antoinette, en met een opgezet hongerbuikje lopen, een buik die niet weet wat brioche is. Ik kom zelf niet uit de derde wereld, hoewel de meningen verdeeld zijn in dit opzicht, maar ik zou toch iets anders voelen als ik zou worden uitgemaakt voor ‘Paturain’ of ‘knoflook’ dan voor ‘Oost-Europese hoer’ of voor de mildere variant: ‘Oostblokbarbie’. Maar het verbaast me niet dat u de nuance niet ziet, dat kunnen immers alleen de anderen, die graag de slachtofferrol omarmen, die de erwt voelen onder de door deze maatschappij neergelegde matras. Wat de slachtofferrol betreft, denk ik dat het beste is om het slachtoffer ruimte te geven, om hem te laten praten, ook degene die de slachtofferrol graag omarmt.
Het blijkt dat we het meeste begrip voor iets hebben als we het zelf ervaren. Het is mogelijk dat u gelijk hebt en dat degenen over wie u in uw artikel spreekt aan de tepel van het slachtofferschap zuigen. Maar dat stoort mij minder dan dat u zichzelf als voorbeeld geeft. Het inferno heeft meerdere Borgia’s en ik moet toegeven dat ik best begrip heb voor degenen die te veel Paturain aten in de derde kring van Dante, maar mijn hart bloedt bij de lagere kringen, waar Ugolino zijn (klein)kinderen van de honger opat. Groot verschil: niet voor niets plaatst Dante hen in verschillende kringen. Maar laten we zeggen dat dat literatuur is. Ik zie echter ook een groot verschil tussen twee weken omringd door lijken, dobberen op zee, op weg naar het Westen, en met de Thalys naar Nederland komen. Wat ik wil zeggen is dat ik, vrouw die in haar geboorteland de honger van de jaren ’80 en andere ongemakkelijkheden heeft meegemaakt, mijn mond houd naast een slachtoffer van een groepsverkrachting uit Rwanda. In ieder geval zou ik mezelf niet als voorbeeld stellen. Als u hulp nodig hebt, denk dan eens aan het ‘Inferno’ van Dante. Dat helpt.
In sommige kringen was best te leven, de andere waren het echte inferno.
Als we ons gevoel niet meten met een thermometer van redelijkheid en empathie, dan lijkt de vertraging van de Thalys een grotere ramp dan die genocide van, nee, niet de Fransen, maar hun buren, de Duitsers, op de Namibiërs – net erkend. Als we ons altijd net iets beter dan de anderen voelen, zijn wij de grote verliezers. Niet mijn woorden, hoor, wijsheid van de geschiedenis.

Den Haag Centraal, 3 juni 2021

Lees verder

Het kind als prooi

Het kind als prooi

Geen plek op aarde waar een kind kwetsbaarder is dan in een internaat. Als de Griekse tragedies later waren geschreven, dan hadden ze zich ongetwijfeld in een internaat afgespeeld, waar alle kinderen iets van Oedipus hebben. Ik denk aan die film van Pier Paolo Pasolini waarin op alle wegwijzers ‘Theba’ stond. Welke weg je ook nam, hij leidde onveranderlijk naar Theba, de plek van ellende. De weg van kinderen in internaten leidt zelden naar iets anders dan naar een kleine of grote tragedie.

Ook mijn hart breekt, zoals dat van premier Justin Trudeau, bij het lezen van het bericht dat bij een voormalig Canadees internaat de stoffelijke resten van 215 kinderen zijn gevonden. In mijn Roemeense internaat waren we met ongeveer evenveel. Allemaal meiden. Ik denk dat ik van die tweehonderd meiden met wie ik ben op­gegroeid, geen gezicht ben vergeten. De onvoorwaardelijke liefde die ik heb voor les jeunes filles en fleurs, ongeacht hun ras, lengte of gewicht, is daar ontstaan, in mijn internaat. Zij waren de meiden met wie ik de honger en het gemis van ouders, familie en heuvels heb gedeeld. Als je op één internaat hebt gezeten, dan heb je op alle internaten van de wereld gezeten. Je voelt je daarna als een kankerpatiënt die het geluk had te genezen. Je hebt het gered. Je bent niet alleen een prooi geweest, je mag volwassen worden. De pech om in een internaat te belanden, was in jouw geval dus niet totaal, wat het wel was voor die215 Canadese kinderen.

Ik zie ze, alle 215. Bang, verhongerd, geterroriseerd door een strenge ‘pedagoge’, door honger en gemis. Ik hoor hun gehuil. Ik zie hun blikken, eerst bang, daarna verloren. Hun kleine knieën, hun vieze vingers, hun ongepoetste tanden. Hun smalle militaire kledingkast, hun tranen, hun dierlijke haast om te eten wanneer ze iets te eten krijgen. Ik voel hun kou, ik zie hun schouders schokken van het huilen. Een kind weet niets van de dood en denkt niet als een volwassene over zijn eigen dood. Een kind is bang. Een kind moet je troosten, liefhebben. Beschermen. Laten groeien.

De aarde is een onbekende begraafplaats. Dat wist ik al in Roemenië, toen na de val van de Muur het ene na het andere communistische massagraf werd ontdekt. Maar 215 kinderlijken? Mensheid, je bent je kinderen niet waard.

De Standaard, 2 juni 2021

Lees verder

Windturbine

Windturbine

Het mocht niet baten. Oud-wethouder Rabin Baldewsingh wordt geen wethouder. Niet nu en niet in Leidschendam-Voorburg. 28 raadsleden stemden tegen zijn benoeming, 7 vóór. Het is niet altijd makkelijk om te verwoorden wat niet gaat als het niet gaat. Maar in het geval van het (niet) benoemen van Baldewsingh tot wethouder in Leidschendam-Voorburg lijkt het vrij makkelijk te formuleren. Want het ging over een windturbine. Dan is het immers duidelijk dat het niet gaat.
In mijn geboortedorp onder de Karpaten ging het ook zo, al was daar geen windturbine in het spel – want een windturbine zou daar nog steeds als een ufo worden gezien. Het ging daar om iets anders, maar de effecten herken ik. In mijn dorp was het geen windmolen maar een koe. De koe van ome Ion at namelijk de klaver voor de konijnen van tante Mila. En dus was er geen klaver meer voor de konijnen. Maar dat was niet het ergste; het ergste was dat de koe geen klaver mag eten, want dan wordt haar buik dik, de buik zet op en als niemand er een lange naald in prikt om de lucht te laten ontsnappen, gaat de koe dood. De koe van ome Ion werd gered, maar de konijnen aten elkaar op van de honger, en tante Mila heeft het ome Ion nooit vergeven dat haar konijnen elkaar opaten en vooral niet dat zijn koe níét doodging.
Toen ik over die windturbine las, moest ik aan de konijnen van tante Mila denken. Die 28 raadsleden hadden in het verhaal van de windturbine de rol van de naald kunnen spelen en de buik van Leidschendam-Voorburg kunnen laten leeglopen. Zeven anderen hebben het geprobeerd, maar in de politiek gaat het om de meerderheid.
We zijn een dorp. Ondanks de internationale tribunalen, de expats en de multiculturaliteit zijn we een dorp. Binnen en buiten Den Haag. De technologie mag van de laatste generatie zijn, de vele (inter)nationale bedrijven mogen ‘shinen’ in duurbetaalde magazines, de expats mogen klagen over hoe koud het is in Den Haag, als ze maar dure bakfietsen kopen en de huizenprijzen hooghouden, want ‘the money must rule’.
Den Haag heeft nog een gezicht, minder shiny, en ik denk dat Rabin nog niet is vergeten dat het geld voor wijlen het Migratiemuseum van de rekening werd gehaald. Het gedoe met de windturbine lijkt een geschikte plot voor een aflevering van ‘Murder, She wrote’ in Cabot Cove, Maine (VS). Alleen is er niemand doodgegaan, behalve de politieke dromen van Rabin Baldewsingh en het Migratiemuseum. En Leidschendam-Voorburg zal een wethouder naar zijn gelijkenis krijgen.

Den Haag Centraal, 27 mei 2021

Lees verder

Homo Omscholicus

Homo Omscholicus

‘Dj kiest voor omscholing’ luidde de onderwerpregel van een e-mailbericht dat ik gisteren ongevraagd ontving van het UWV, zoals de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening in Nederland heet. Ik was er de hele avond misselijk van. Niet vanwege de houten taal waarin de mail was opgesteld, taalgebruik dat ik verafschuw, ook al verwacht ik van het UWV geen Proust. Maar vanwege de boodschap en het verhaal eromheen.

Omscholing. Bijscholing. Carrièreswitch. Het zijn de toverwoorden waarmee de overheden je in deze tijden van corona te pas en te onpas benaderen met als doel ons economische systeem ‘veerkrachtig’ (lees: in stand) te houden. Maar ik wil helemaal geen omscholing. Ook al verdien ik minder en heb ik de laatste tijd het syndroom van onrustige benen zodra ik in het donker in bed lig. Wat zal het in dit postcoronatijdperk betekenen om artiest te zijn of schrijver, schilder, danser, dj? Zullen we weer zoals de artiestenkolonies uit Montmartre en Montparnasse eeuwig met geldgebrek kampen, auteurs van ongeschreven meesterwerken zijn?

We zullen leven met hoop. We zullen weer ambtenaar worden, zoals Kafka, want als je als artiest niet tot de tien gevestigde namen behoort, zul je verhongeren. Je verlaat de beste versie van jezelf, omdat de maatschappij de beste versie van jezelf niet nodig heeft. In mijn werkkamer in het centrum van Den Haag vraag ik me af of er echt plek is voor de artiest tussen al die hardwerkende Hagenaars in hun tuinen en op hun balkons.

Al drie weken schuurt een buurman deuren in zijn tuin, dubbele deuren, met apparaten van verschillende snelheid en geluid. De hele dag door. Je vraag je af hoeveel deuren een appartement in het centrum van Den Haag kan hebben. En waar de schrijvers die schrijven zijn. Zijn ze allemaal omgeschoold of bijgeschoold en schuren ze deuren? Het is absurd, het lijkt De stoelen van Ionesco wel, alleen gaat het hier om deuren. Welke plek heeft de Artiest in deze maatschappij? Zijn er genoeg deuren voor iedereen?

In maanden ben ik niet meer zo misselijk geweest. Omdat ik het gevaar loop, zoals in de tijd van de communisten onder wie ik ben opgegroeid, om weer De Nieuwe Mens te worden. Geen Homo Sovjeticus ditmaal, maar Homo Omscholicus. Dankbaar, zoals de dj in het verhaal van de instelling van sociale zekerheid. De Homo Omscholicus die geen land meer heeft, maar een vaderland. Een vaderland dat hij dankbaar is, omdat hij niet verhongert. De nieuwe culturele revolutie kan beginnen.

Ik kies om Homerus te herlezen op de dagen dat ik omgeschoold zou moeten worden. Ik kies om te schrijven. Om te schelden. Op deze tijden, op politici, op de wethouders voor Cultuur die in mijn stad niet eens de namen van gevestigde schrijvers kunnen uitspreken. Ik wil geen Nieuwe Mens worden, ik wil de beste versie van mezelf worden. En daarvoor moet ik schrijven, lezen, lezen, schrijven.

Uit masochisme heb ik de e-mail van het UWV drie keer gelezen. Wat voor dj was de man die nu in de zorg werkt? Wat weet ik eigenlijk van dj’s?

Want als je eenmaal schrijver bent, kun je nooit meer iets anders zijn.

De Standaard, 27 mei 2021

 

Lees verder

Zeus op leeftijd verkracht Europa opnieuw

Zeus op leeftijd verkracht Europa opnieuw

Ik herlees La vie devant soi van Romain Gary en kom een zin tegen die zomaar uit de mond van Jurgen Conings had kunnen komen: ‘Ik wist nog niet zeker of ik bij de politie zou gaan of me bij de terroristen zou aansluiten, dat zal ik later wel zien, als het zover is.’

Op het moment van schrijven is Conings nog niet gevonden, maar ik hoop dat de wereld ondertussen ook beter naar de andere terrorist van dit moment begint te kijken: de arrogante, dictatoriale Aleksandr Loekasjenko, die een vliegtuig kaapte om een jonge moedige journalist te arresteren. Dat we in de lucht niet veilig zijn, krijgt door Loekasjenko een nieuwe betekenis. Hij is een creepy mastodont, die mooie vrouwen als ‘bodyguard’ gebruikt, eigenaar van een modellenbureau, een man die het in een normalere wereld niet verder zou schoppen dan pooier op leeftijd, denkt dat hij de tweede Vladimir Poetin is. Maar in vergelijking met Loekasjenko is Poetin een vertegenwoordiger van het magisch realisme: die komt nooit te dicht bij de plaats delict en zelfs zijn minnaressen en hun kinderen bestaan niet echt. En terwijl Poetin ‘Ceci n’est pas une pipe’ blijft spelen, is Loekasjenko een soort Javert van het laagste niveau. En de internationale gemeenschap, de Europese Unie incluis, liet hem jarenlang zijn gang gaan.

Hoelang zal de EU nog blijven kijken naar deze dictator van Wit-Rusland, deze vreemde combinatie van Julio Iglesias en Dzjengis Khan, zonder sancties op te leggen die zijn regime echt raken? Een investeringsplan bevriezen, is dat toereikend? Een vliegverbod voor Belavia? Waarom zat de EU tot nu toe koffie te drinken, terwijl het leven van een journalist die zijn leven riskeerde voor de vrijheid van het woord en de waarheid, misschien al (mond)dood is?

Wat een leuke bezigheid hebben ze daar in het Oosten: vliegtuigen kapen of neerhalen. Ze spelen er met vliegtuigen in de lucht zoals een rijk kind met treintjes speelt. Eerst vlucht MH17 neerhalen, nu de vlucht naar Vilnius kapen. Het gaat niet alleen om de gearresteerde journalist, maar ook om al die andere mensen in het vliegtuig. Hun families die op hen wachtten. Hun kinderen.

Ik stik van woede. Poetin Voldemort heeft een Harry Potter nodig om te worden uitgeschakeld, laten we hopen dat Aleksej Navalny in de buurt komt, maar EU, laat je koffie staan, en doe meer dan blaffen naar deze Corleone van het Oosten. Bijt! Kijk nooit meer weg. Want de vervallen Zeus op leeftijd verkracht Europa opnieuw.

De Standaard, 25 mei 2021

Lees verder

De uitverkoop van Roemenië

De uitverkoop van Roemenië

‘Had hij een Roemeense naam gehad, was hij misschien niet dood’, jammeren de ultranationalisten in Roemenië. Maar zelfs westers georiënteerden zien in de dood van Arthur, de grootste beer van Roemenië, een symbool. ‘De beer is voor ons, Roemenen, en voor onze voorouders, een totemdier, het symbool van een leven in vrede en harmonie, een symbool van onze kracht en weerstand’, zijn de gevoelens die Roemenen op sociale mediakanalen en in de Roemeense pers delen. ‘Wij allemaal zijn Arthur’, is nu de Roemeense variant van ‘Je suis Charlie’.

‘Beer Arthur, dat zijn alle Roemeense industrieën, banken en breinen die door de buitenlanders zijn gestolen. Net zoals Arthur waren sommige ervan uniek in Europa, ze waren vet en mooi. Maar ze stonden hun in de weg’, schrijft de Facebookgroep ‘Beer Arthur – wij beschermen de natuur’, die na de dood van de beer werd opgericht. Nog even en Arthur overtreft Balou of beer Edward, alias Winnie de Poeh, in populariteit. Waarom Arthur veel kans maakt om populairder dan alle beren te worden? Omdat er naar mijn weten tot nu toe geen beer is geweest die het oosten en het westen verdeelde. Van de ene op de andere dag is de dood van Arthur een metafoor geworden van: ‘Something is rotten in het westen.’

‘Buitenlanders leiden ons land en verkopen volk en vaderland’, roepen de (ultra)nationalisten, een duidelijke verwijzing naar de Roemeense president Klaus Johannis, die behoort tot de etnisch Duitse minderheid en bevriend zou zijn met de dader, de in het Oostenrijkse Stiermarken residerende prins Emanuel von und zu Liechtenstein. Van het Roemeense ministerie van Milieu bleek de prins een ontheffing te hebben gekregen om een berin met welpen, die vorig jaar schade zou hebben aangericht aan enkele boerderijen, uit te schakelen, maar hij doodde gewoon de grootste beer die in Roemenië is gezien. Volgens specialisten was Arthur waarschijnlijk zelfs de grootste beer in de hele EU. Uit metingen aan het kadaver bleek dat Arthur goed was voor 593 van de 600 punten die de hoogst mogelijke score vormen in kringen van trofeejagers.

Strooppartij

‘Ik vraag me af hoe de prins een wijfjesbeer met welpen, die tot in een dorp kwam, kon verwarren met het grootste mannetje dat diep in de bossen leefde. Het is duidelijk dat de prins niet kwam om het probleem van de dorpelingen op te lossen, maar om de beer te doden en zijn grootste trofee mee naar huis te nemen en daar aan de muur te hangen. Dit is een strooppartij, aangezien ze de verkeerde beer hebben doodgeschoten’, verklaarde Gabriel Păun, voorzitter van het Roemeense Agent Green, en heel Roemenië deelt zijn mening.

Ik bedenk ineens dat het boek van Herta Müller De vos was de jager verplichte lectuur zou moeten zijn voor buitenlandse trofeejagers die in Roemenië gaan jagen.

‘Wij allemaal zijn Arthur’, is nu de Roemeense variant van ‘Je suis Charlie’

Wereldwijd worden er dagelijks zoveel dieren doodgeschoten of gesmokkeld, groot of klein, maar die halen de krant niet en doen het bloed van een natie niet koken. Sinds de olifantenjacht van de Spaanse oud-koning was er geen ophef meer. Want er is iets wat deze twee schietpartijen in de ogen van het volk gemeen hebben: de decadentie, de decadentie van het Westen, de decadentie van het blauwe bloed. Degenen die de olifanten en de beer doodschoten zijn vertegenwoordigers van de wereld qui s’amuse in tegenstelling tot de wereld qui travaille en dat weegt net zo zwaar als – misschien wel zwaarder dan – de grootse beer van Roemenië. En daar komt nog bij dat Arthur Arthur was en de Roemeense nationaliteit had.

Nachtegalen

De notoriteit van Arthur is net ontstaan en het is heel goed mogelijk dat zijn leven na de dood bekender wordt dan zijn echte leven van zeventien jaren in de bossen van Roemenië, tot die noodlottige ontmoeting met een westerse prins, op die noodlottige dag van 13 maart. Het zou zomaar kunnen dat de dood van Arthur ertoe gaat leiden dat trofeejacht helemaal wordt verboden. De Roemeense minister van Milieu, degene die de prins de ontheffing had gegeven om een berin te doden, heeft in ieder geval al aangekondigd dat hij naar aanleiding van de casus-Arthur de regels heeft veranderd, zodat buitenlanders niet meer kunnen worden uitgenodigd om in Roemenië op beren te komen schieten. Heel Roemenië kijkt nu naar buitenlanders die Roemenië binnenkomen. Velen herinneren zich ook nog de Italiaan die bij de grens werd aangehouden met twaalfhonderd nachtegalen in de kofferbak van zijn auto. Ik vraag me af of die nachtegalen ook namen hadden.

De Standaard, 10 mei 2021

Lees verder

Vakantiedag

Vakantiedag

‘Toen de Ottomanen op de deuren van Byzantium bonkten, zaten de theologen daar te ruziën over het geslacht van engelen,’ placht mijn favoriete docent op de universiteit te zeggen als hij het gevoel had dat wij onze aandacht voor zijn college verloren. Daar moest ik het afgelopen weekend aan denken toen ik in Noordwijk naar de intens blauwe hemel keek, waarvan het blauw door een vliegtuig met een banner werd verstoord. Iedereen op het terras waar ik aan de appeltaart zat, had moeite om de boodschap te ontcijferen: ‘Martijn, gefeliciteerd! Je Corren.’ Blijkbaar zag Martijn de boodschap uit de blauwe hemel niet, want het vliegtuigje bleef rondjes maken, zodat iedereen in Noordwijk Martijn kon feliciteren. Maar wat een blauwe hemel was dat, wat een vakantiedag!
Hoe kon je niet denken aan al die raketten die de hemel van Israël en Palestina dagen en nachtenlang doorkruisten om de vele Martijns, Ruths of Samirs te doden, niet te feliciteren. En niet alleen Ruth en Samir, ook hun kinderen. ‘Iemands dood is een tragedie; de dood van een miljoen mensen een statistiek,’ zei vadertje Stalin ooit. En zittend op de comfortabele stoel op het Noordwijkse terras had ik het gevoel dat ik ze zag, zwaaiend vanuit de hemel: die doden die niet meer dan een statistiek zijn. Intussen viel het vliegtuig met de boodschap op het hoofd van Martijn, want de rondjes stopten. Kijkend naar de blauwe hemel kon ik de raketten aan de hemel van Israël en Palestina bijna horen. Naast me bewonderde een groep jongemannen elkaars dure sportschoenen en dure zonnebrillen. Door hun stemmen heen hoorde ik het kabaal in Gaza. Verderop speelde half Noordwijk midgetgolf op een terrein met kleine, aangelegde heuvels en een reliëf dat bij zo’n recreatiesport hoort.
Wat een gelukkig volk in Noordwijk, zeg! Wat een leuke vakantiedag! Wat een rijke gemeente, dat Noordwijk, wat een luxe! Ik bedacht dat ons Den Haag met Scheveningen normaler lijkt. Of misschien wilde ik me er gewoon van overtuigen dat het zo is. Dat Palestijnen en Joden in Israël op een dag samen humus zullen eten, dat de kinderen in Gaza naar de blauwe hemel zullen kijken zoals de kinderen in Noordwijk, zonder angst. Ik fietste terug vanuit Noordwijk door de duinen, een lange, maar prachtige weg met af en toe een meertje, en ‘echte’ heuvels, die me aan mijn geboortedorp deden denken. Toen ik eenmaal in Den Haag was, ging het regenen, almaar harder, je kon de hemel niet meer zien.
Hoe zit het met de raketten als het regent? Kun je raketten afvuren als het regent?

Den Haag Centraal, 20 mei 2021

Lees verder