Stroomloos
De te voorziene toekomst is herkenbaar. Niet alleen voor mij, maar voor veel buitenlanders uit moeilijke landen, denk ik. Ik denk dat we ons in de toekomst steeds meer thuis zullen voelen in Nederland.
En nee, dat heeft niets te maken met het welzijn van Wilders, Baudet of de net gerecycleerde Rita Verdonk, het heeft te maken met de stroomvoorziening in de toekomst. Met de luxe die geboren Nederlanders gewend zijn. Koelkast, vriezer, vaatwasser, wasmachine, droger 1, droger 2, blender 1, blender 100, apparaten en volle stopcontacten. Eén auto per gezinslid, vliegen voor de skivakantie, vliegen omdat de Nederlander vliegend is geboren, als vliegende Hollander, alleseter, allesuitprobeerder. En bij dat alles staan er ook 100.000 lampen aan, voor ‘de sfeer’.
Na de val van de Muur was er in mijn moeilijke geboorteland een reclame op tv met de slogan ‘De toekomst klinkt goed’. Ik moest eraan denken toen ik las dat er steeds meer kolen- en gascentrales uitgeschakeld worden. Na het lezen heb ik meteen een doos kaarsen besteld. Er was niet genoeg eten in het Roemenië waar ik ben opgegroeid, maar kaarsen kon je wel vinden, verschillende soorten zelfs: voor de levenden en voor de doden. We gebruikten eerst die voor de levenden. Als de elektriciteit onder het Ceaușescu-regime na zeven uur ’s avonds werd afgesneden, had je de kaars al klaarstaan van de voorgaande avond. Er werd gezellig gegeten bij kaarslicht, er werden kinderen gemaakt et cetera. En pas als die kaarsen op waren, gebruikten we de kaarsen voor de doden; geen dode mocht doodgaan zonder een lichtje bij zijn hoofd. Voor de sfeer. Of noem het: Oost-Europees magisch realisme. In tegenstelling tot wat ik Nederlands magisch realisme noem: de hysterie met zonnepanelen in een land met heel weinig zon. We rekenen op orkanen en tornado’s, om tenminste de helft van die 100.000 lampen aan te kunnen doen. Voor de sfeer.
Zo kom ik in dit leven toch op een punt dat ik kan zeggen dat het communisme niet alleen trauma’s heeft veroorzaakt. Nee, het heeft me ook gegeven wat we in het Westen ‘tools for the future’ noemen.
Leven met een kaars, minder eten, minder of eigenlijk helemaal niet vliegen, geen vakantie in het buitenland. Ik sluit niet uit dat onze dictator een soort gemene futuroloog was die ons voorbereidde op een leven waarin we niet allemaal tegelijk stroom kunnen gebruiken. In huizen met generatoren en thuisaccu’s, voor wie het zich permitteert, zoals ik drie jaar geleden in Stellenbosch zag. Ik weet niet of ik me een thuisaccu zou kunnen veroorloven, maar ik ben al heel mijn leven klaar voor de toekomst. Die vreselijk klinkt.
Den Haag Centraal, 20 januari 2022