Vadercentrum

Vadercentrum

Vader zijn moet je leren. Sommigen krijgen het snel onder de knie, anderen blijven het heel hun leven proberen en je hebt ook mannen die hem smeren, nog voordat het kind hen met hun nieuwe naam kan roepen: ‘Papa.’
Vorige week zat ik in het Haagse Adam Vadercentrum in een zaal met vijftig vaders. Beangstigend gewoon! Maar soms moet je door eigen angst heen en na tien minuten geluisterd te hebben naar een Nederlandse man op leeftijd die meende dat moeders een wat beperkte woordenschat hebben en dat vaders daarom veel moeten communiceren met hun kinderen, kon ik echt lachen. Tijdreizigers heb ik altijd grappig gevonden.
Maar wat daarna kwam, vond ik boeiend. Want het ging niet alleen over het vader-zijn, maar ook over het man-zijn, een onderwerp waarover ik bijna niets weet. Er volgde een interview met mannen die zich via het Vadercentrum hebben ontwikkeld en nu zelf ook rolmodel zijn. En ook al zou je een afkeer hebben van het woord ‘rolmodel’, zou je ontroerd zijn door de menselijkheid van de sprekers. Mannen zijn ook maar mensen. Iemand vertelde dat hij vroeger werkte als glazenwasser en nu, dankzij het Vadercentrum, verkeersregelaar is. Een jongeman vond het jammer dat zijn vader in zijn moeilijke jaren in Nederland niet gebruik heeft kunnen maken van zo’n Vadercentrum. Voor de pauze vertelde een kunstenares haar verhaal over haar zoektocht naar haar vader, die ze uiteindelijk vond en ontmoette, kort voordat hij overleed. Dat haar vader zo’n mooie, positieve dochter, met zo’n prachtige glimlach, heeft kunnen missen, is iets wat ik niet kan begrijpen en stilletjes bewonderde ik haar voor haar levensfilosofie.
Stel je voor dat die afwezige vader voor wie zij zoveel liefde had, een vreselijke, dagelijks aanwezige vader was geweest! Dan zou je minder positief zijn, denk ik. Soms is het leven al beter zoals het is.
Het viel me op hoe mensen zich thuis voelen in het Vadercentrum aan het Jonckbloetplein. Een gastvrijheid die is gelinkt aan de vele nationaliteiten die er rondlopen. Marokkaanse thee, Turkse hapjes, in de pauze speelde iemand mandoline. En de middag voelde niet als een programma, ook al gebeurde het allemaal tijdens de tweede Nationale Mannenconferentie. Het voelde heel gewoon. Workshops, praatjes, muziek, lekkere hapjes, een warmte die gewoon was, door de gastarbeiders meegenomen uit hun eigen land. Een verrijking voor een land dat is opgevoed met één koekje uit de trommel!
Er zijn vaders en er zijn vaders. Maar die vijftig in het Vadercentrum vorige week hebben me het gevoel gegeven dat er ondanks onze soms nare ervaringen altijd hoop is op betere tijden en betere vaders.

Den Haag Centraal, 14 maart 2019