Secret Garden

Secret Garden

Niets van ‘buiten’ heeft me de laatste tijd zo geraakt als Aglaia Bouma’s artikel in NRC: ‘Aglaia Bouma liet een koningin in haar koelkast overwinteren. In diapauze’. Meer dan het lezen waard, voer voor de ziel.
Tot tranen toe geroerd, was ik. Met het verhaal van de wespenkoningin haalde Bouma in mij het meisje naar boven dat vlinders en vogels redde, dat met haar moeder vocht om de mieren in de pan een voor een te redden voordat het warme eten voor het varken erin werd gegooid. Elke dag opnieuw. Reddingsacties kennen niet altijd victories. Mijn hele kindertijd heb ik gerouwd om drie kleine biggetjes die niet gered konden worden omdat er geen dierenarts in de buurt was. Het harde leven van het dorp in de vallei: wie kan, ontsnapt.
Ook mollen heb ik niet kunnen redden. Als ik ’s ochtends het erf overstak op weg naar de wc diep in de tuin, struikelde ik soms over het bleke kadaver van een mol: een stukje donker vlees, door de dood lichter gemaakt. Mollen en dode vogels heb ik regelmatig achter in de tuin begraven, tussen grote bossen weegbree.
Schrijver heb ik ook in de nieuwe taal en in het nieuwe land kunnen worden, zoals ik in mijn geboorteland was. Maar in mijn nieuwe land heb ik meer aandacht voor mensen dan voor de wereld van vogels, insecten en tuinen. Alle tuinen die ik in Nederland heb gehad, konden beter zeggen dan een psycholoog hoe het met me ging, maar het was altijd ons geheim, van de tuin en mij.
In de vallei in mijn geboortedorp groette ik de bloemen, zei ik sorry tegen de bietenbladeren als ik ze plukte voor het varken. Hier, bij een van de huizen waar ik heb gewoond, zat ik in tranen op mijn knieën toen ik een witte sering ontwortelde om hem mee te nemen naar een andere tuin, naar een ander huis. Want hoe kon ik weten of de sering mee wilde?
Ik ben beter met de biologische wereld dan met de mensenwereld, en toch heb ik voor de mensen gekozen. Was het een keuze? Elke keer als ik een bloemenwinkel binnenga, wil ik vragen of ze mensen nodig hebben. Om elke dag tussen bloemenstengels te mogen zijn, de geuren in m ’ n longen te zuigen en de kleuren m ’ n vermoeide ogen te laten strelen. Maar ik heb jarenlang last van blaasontsteking gehad en ik kan niet lang in de kou staan.
Het artikel van Aglaia Bouma maakt het meisje in mij wakker. En stiekem hoop ik dat het meisje de volwassene die ik ben bij de hand zal nemen, en dat ze samen en voor altijd in een ‘secret garden’ zullen leven.

Den Haag Centraal, 3 februari 2022