Controleren, controleren

Controleren, controleren

Polska Porada is de naam van een adviesbureau voor migranten in het dorp De Lier, dat in 2004 versmolt tot de grote tuinbouwgemeente Westland. Ik ben er om te spreken met Jarek, een van de duizenden arbeidsmigranten die de Westlandse glastuinbouw draaiende houden. Jarek is Pool. Na een jaar werken in de kassen werd hij gediagnostiseerd met een post-traumatische stressstoornis en ik ben hier om zijn verhaal te horen. Ik weet nog niets over hem, maar Polska Porada-eigenaar Hans Thunnissen, met wie ik op Jarek zit te wachten, heeft me niet voor niets uitgenodigd.

Gedurende de afgelopen zes maanden dat ik onderzoek naar migranten deed, heb ik veel verschillende verhalen gehoord. Goede ervaringen, maar ook verhalen over misstanden, uitbuiting, mishandeling zelfs. Arbeidsmigratie heeft in mijn ogen soms iets weg van het communisme in mijn geboorteland: het land kan niet zonder de hardwerkende migranten, zoals het communisme niet zonder de arbeidersklasse kon, maar na verloop van tijd duiken er steeds meer ernstige verhalen op. Op zo’n verhaal wacht ik nu, op deze zaterdagochtend in het hart van de kassen in De Lier. En hoewel ik weet dat ik een ernstig verhaal ga horen, ben ik veel rustiger dan het hondje van Thunnissen dat om de seconde tegen mijn knieën op springt.

De man met wie we hebben afgesproken laat op zich wachten. Als hij maar komt, denk ik. Vorige week zaten we hier in dezelfde samenstelling, de hond incluis, te wachten op een Poolse mevrouw die uiteindelijk niet durfde te komen. Thunnissen vertelt intussen over de zaken van buitenlandse werknemers die hij in behandeling heeft, veel ernstige verhalen.

Ik speel advocaat van de duivel: “Maar waarom blijven ze dan komen, als ze hier zo veel ernstige dingen meemaken?”

Te mooie verhalen

“Ze komen omdat er nog steeds ‘mooie’ verhalen worden verteld”, zegt Thunnissen. “En de grens wordt letterlijk verlegd. Eerst kwamen de Polen (die overigens goede en betrouwbare werkers zijn), daarna proberen ze de Litouwers en zo verder. Veel Polen blijven komen. Meestal uit gebieden die tegen de Russische of de Oekraïense grens liggen. Omdat het daar nog redelijk onontwikkeld is, er niet zoveel wordt verdiend en de werkloosheid hoog is. En niemand wil boer worden of een ander zwaar beroep doen. Bovendien worden ze door de eigen recruiter van een uitzendbureau benaderd. In Nederland verdienen ze ten opzichte van het thuisland drie tot vier keer zoveel. Maar hier wordt hun een worst voorgehouden, dat het allemaal goed zal gaan en ze met veel geld terug zullen keren. Dat is een misverstand. Het is en blijft onwetendheid. En de contracten kloppen veelal niet.” Thunnissen kijkt me aan. “Je moet eens naar zo’n malafide uitzendbureau bellen!”

Ik herinner me een Roemeense krantenkop: ‘Roemenen verdragen de misstanden in het buitenland, omdat niemand in het thuisland hun heeft geleerd dat ze rechten hebben.’ Geldt dat niet voor elk herkomstland? Wat doen de herkomstlanden voor arbeidsmigranten? En is iemand zonder scholing niet in het algemeen kwetsbaarder, vatbaarder voor uitbuiting? Om te spreken met de woorden van een van de arbeidsmigranten die ik interviewde: veel werk, weinig rechten. Bescherming van migranten zou moeten beginnen in de herkomstlanden. De slavernij, zoals Jarek straks tijdens het gesprek zijn eigen situatie in de Nederlandse kassen zal omschrijven, is immers begonnen in zijn land van herkomst, waar hij heel slecht werd betaald.

Het afgelopen anderhalf jaar heeft ook laten zien welke risico’s arbeidsmigranten lopen in de landen waar ze komen te werken. Ook voor hen is de pandemie een sociaaleconomische schok. Velen zijn hun werk kwijt en sommigen daardoor ook hun huis. Voor arbeidsmigranten ontsloot de pandemie een ware doos van Pandora. En nog een effect van corona-berichtgeving over migranten: een explosie van horrorverhalen van arbeidsmigranten in de media: opsluiting in barakken, inname van paspoorten, mishandeling.

Wantrouwen

Hoe komt het dat de arbeidsmigrant bang is om hierover te spreken? Niet alle Bulgaren met wie ik sprak tijdens mijn onderzoek, zouden bijvoorbeeld naar de Bulgaarse ambassade gaan als er problemen op hun werk waren. Waarom niet? Omdat ze niet geloven dat ze geholpen zouden worden. Oud wantrouwen, van voor de val van de Muur. Nog een krantenkop uit mijn geboorteland: ’77 procent van de Roemenen wantrouwt de overheid’.

Maar het wantrouwen is niet alleen aan de overheid gericht. “Als mensen niet naar de vakbond komen, kunnen ze niet geholpen worden”, zei ook Izabela Muchowska, projectleider bij het FNV, met wie ik over de problematiek sprak. “In het land van herkomst worden ze verkeerd geïnformeerd. Grote bureaus hebben locaties alleen in grote steden. Zij komen uit dorpen en daar horen ze niet het hele plaatje, dat ze bijvoorbeeld in een kamer zullen verblijven die ze delen met nog vijf anderen of dat ze in een ander sector gaan werken dan ze hadden gewild. Ze komen uit regio’s met veel werkloosheid, dus beter een slechte baan in Nederland dan geen baan in Polen.” Het komt overeen met het algemene beeld dat ik zelf van de arbeidsmigranten in Den Haag en het Westland kreeg.

Oplossingen

“Waar ligt de oplossing?” vraag ik aan Hans Thunnissen. Zijn antwoord laat niet op zich wachten: ‘In de controle-instellingen.’ De zin die hij toevoegt, doet me denken aan vadertje Lenin, die ook van herhalingen hield: ‘Controleren, controleren, controleren!’. Volgens hem moet de arbeidsinspectie meer teams samenstellen om strenger toe te zien op naleving van de arbeidswetgeving. En ook meer onaangekondigde controles uitvoeren, want volgens Thunnissen horen bedrijven nu soms dagen van tevoren over een controle, tijd die ze benutten om eventuele misstanden te verdoezelen. En ik zou daar zelf aan willen toevoegen dat deze controles ook nadrukkelijk moeten worden uitgevoerd bij de talloze uitzend- en bemiddelingsbureaus voor arbeidsmigranten. Want bij hen gaat het maar al te vaak mis. En, zoals Thunnissen ook bepleit, bij geconstateerde overtredingen: minder waarschuwingen, meer boetes! In het algemeen, een veel strenger handhavingsbeleid voeren. Hoe moeilijk kan dat zijn?

Jarek is gearriveerd. Hij komt binnen. Een kleine man van mijn leeftijd. Voordat hij gaat zitten, zie ik dat hij drie vingers van zijn rechterhand mist. En een paar tanden.

Dit artikel is tot stand gekomen met de steun van Luis in de pels, fonds voor politieke en onderzoeksjournalistiek voor de regio Haaglanden.

Trouw, 30 juni 2021

Delen: