Blogs

Pasen

Pasen

De enige traditie die niet verdwaalde tussen de twee culturen waarin ik leef, is Pasen vieren. Een psychoanalyticus zou zeggen dat dat niet toevallig is, dat ik vasthoud aan iets wat gaat over schuld en magisch realisme.
Maar het is zoals het is. Ik zou de psychoanalyticus kunnen tegenspreken en zeggen dat de omstandigheid dat Pasen in de lente valt, ook een rol speelt bij mijn vasthoudendheid. In mijn kindertijd was na de harde winters met Pasen bijna alles groen en was ik er getuige van dat in de natuur wonderen mogelijk zijn. Niets magischer dan de aarde die zich vernieuwde, opnieuw en opnieuw, elk jaar weer, met een kracht die me versteld deed staan! Een tijdje geleden heb ik begrepen dat ik twee levens nodig zou hebben om kwijt te raken wat ik als kind, in een land waar geloof werd afgekeurd, in een dorp dat geen kerk of kerkhof had, leerde van geloven in de natuur en het goede. In mij zit een Bernadette, ook al heb ik van haar alleen de overtuiging dat Maria haar in het patois toesprak. Geloof zou een intieme overtuiging moeten zijn, in ieder geval een persoonlijke zoektocht en niet een die je met de hele kerk deelt. Als meisje vond ik al meer mysterie en goddelijk bewijs in de schoonheid van de natuur dan in de letter van de Bijbel. Dat meisje dat ik was, ben ik ook niet kwijtgeraakt tussen deze twee culturen.
Maar hoe kan het dat we de kruisiging en het enorme lijden van een mens als onze eigen redding en zaligmaking kunnen zien?
Geen psychoanalyticus kan me ervan overtuigen dat zoiets koosjer is.
Op mijn twijfels vind ik nog steeds meer antwoorden in de natuur, zoals toen ik kind was. Na de val van de Muur kregen we op tv met Pasen ‘Jesus of Nazareth’ met Robert Powell, elk jaar opnieuw, en elk jaar moesten mijn ouders me de kamer uit sturen, want ik viel bijna flauw van het huilen wanneer Jezus werd gekruisigd. Ik was wanhopig van onbegrip. Wat voor religie kon zo wreed zijn? Het feit dat hij na drie dagen uit de dood verrees, maakte op mij veel minder indruk dan zijn lijden.
Wreedheid zit overal, ook in Urk en Krimpen aan den IJssel. Naast ons, in ons.
Wat ik van elke paasviering in mijn dorp heb overgenomen, en deze overtuiging heb ik meer op de heuvels dan in de kerk gekregen, is dat het leven krachtiger is dan alles. En dat pijn een functie kan hebben in het vernieuwen.
Ook van de ziel. Maar schop je naaste niet, zoek liefde en vertrouw op de goddelijke schoonheid van de natuur! De lente komt! Vrolijk Pasen allemaal!

Den Haag Centraal, 1 april 2021

Lees verder

Maar één Kaag

Maar één Kaag

De resultaten van deze verkiezingen deden me denken aan de situatie op school waarbij je een vak niet leuk vindt, maar de docent wel. En de docent is zo cool dat je het vak een kans geeft en het zelfs leuk begint te vinden. De docent is zo buitengewoon dat je uiteindelijk een passie voor zijn vak krijgt en het zelf gaat studeren. Een goede, gepassioneerde docent doet wonderen. Kan dat ook in de politiek? Zo te zien wel. Sigrid Kaag is het bewijs.
Want velen van ons hebben deze keer op de docent gestemd en niet per se op zijn vak. Of beter gezegd: uiteindelijk ook op zijn vak, maar alleen vanwege de docent. Velen hebben voor Kaag gekozen, omdat zij met haar discours boven alle partijen uitsteeg. Boven alle politici uit.
Ze is cool, ze kan onderhandelen, en ze weet iets over de wereld. Bovendien is ze getrouwd met een buitenlander. Net als Wilders, zou je kunnen zeggen. Maar wat bij Wilders een klein detail in zijn sowieso oninteressante biografie is, wordt bij Kaag een politieke daad.
Kaag is de docent die de saaie materie aantrekkelijk maakt. En de stemmers vielen voor haar. De stemmers hebben hun ding gedaan. Nu is het aan Kaag. Als je in je schoolleven een of twee van zulke docenten ontmoet, zit je goed. Wat je van je docent meekrijgt, draag je je hele leven mee, tenminste in je herinneringen – als je het zelf, op jouw beurt, niet ook doorgeeft of transformeert in iets anders, wat anderen kracht en richting geeft. Met politici is het net zo. Ik heb het nu niet over de partijen. Ik heb het over de Jan Terlouw van een partij, de Sigrid Kaag en – hoewel ik zeker niet voor zijn ideeën was, maar zijn charisma (en zijn mooie taal) niet kan ontkennen – Pim Fortuyn.
Tip voor de verliezende partijen: zoek jullie eigen Kaag! Iemand die echt iets te zeggen heeft, dat ‘iets’ dat geen politieke blabla is, weliswaar goed geformuleerd in het Nederlands maar niet meer dan dat. Zoek iemand die ons écht iets kan vertellen. Want hoe kil Kaag bij sommigen ook overkomt, ze heeft wel veel minds, en misschien ook harten, weten te overtuigen.
Maar ook de ‘leerling’ die uiteindelijk, dankzij de docent, voor het vak viel, was geen gewone leerling. Het was een intelligente, hoogopgeleide, maar zoekende stemmer. Die zich niet vertegenwoordigd voelde. Tot nu toe.
Geen wonder dat de andere partijen verloren hebben. Er was immers maar één Kaag. Helaas.

Den Haag Centraal, 25 maart 2021

Lees verder

Paradijsje

Paradijsje

De Haagse bibliotheek zal een nieuwe directie krijgen. Het is de plek waar ik de boeken uit mijn leven in Roemenië terugvond en waar ik werkelijk de Nederlandse taal heb geleerd. En niet alleen dat. Ik heb er veel meer geleerd en ik zal de bibliotheek altijd een warm hart toedragen. Het is de plek waar ik en anderen zoals ik richting hebben gekregen, omringd door boeken. De bibliotheek is groter dan haar naam, en haar functie is groter dan in politieke toespraken wordt gezegd. Ze is geen addendum van de gemeente en moet ook geen cadeau onder de kerstboom voor tijdelijke machthebbers zijn.
Daarom wens ik de bibliotheek een boekenmens toe als directeur! Immers, wie boeken leest, weet de mens de waarde te geven die hij verdient. Ik wens de bibliotheek een directeur toe die de schatten van de bibliotheek kent en ze kan belichten. In Den Haag is er geen andere plek zoals de bibliotheek. Een sober paradijsje, maar wel een paradijsje voor iedereen! Een plek met boeken geeft iedereen die er zit waarde. Daarom wens ik de bibliotheek een directeur toe die de boekencollectie wil ontdekken en de mensen die er soms hun hele leven werken, wil leren kennen. Een directeur die af en toe van zijn positie op de hoogste verdieping afdaalt tot op de begane grond. Een directeur die weet dat in de kleren van Assepoester een prinses zit en die weet dat de mens de plek heiligt. In een bibliotheek wordt de plek ook geheiligd door de boeken. Tegen iedereen zeg ik dan ook: Je bent geen Hagenaar als je niet weet waar de Haganacollectie in de bibliotheek staat. Ik gun de Haagse bibliotheek een directeur die, ook al staat het niet in zijn functieomschrijving, de Haganacollectie met gesloten ogen kan vinden. Een directeur die zijn eigen herinneringen uit de tijd dat hij naar de bibliotheek ging, koestert en ook onder druk nooit vergeet dat de bibliotheek voor iedereen is, voor alle mensen die vanaf 10.00 uur binnenkomen en er tot 20.00 uur kunnen blijven, en voor hun kinderen en hun kleinkinderen. En die niet vergeet dat de bibliotheek het anker van onze stad is en geen vehikel naar een nog betere functie. En dat de wethouder die de bibliotheek in zijn portefeuille heeft, ook maar een mens is die ’s avonds zijn sokken uitdoet, hoe machtig hij ook lijkt. Ik gun de bibliotheek een directeur die zijn eigen mensen kan vertrouwen.
Ik gun de bibliotheek een directeur die geen filialen sluit en twee, drie jaar later nieuwe opent. Die kan denken, eigen beslissingen kan nemen. Die, voordat hij zijn positie aanvaardt, weet wat een bibliotheek is: de beste plek om te zijn.

Den Haag Centraal, 18 maart 2021

Lees verder

Vrouwen

Vrouwen

Het was weer 8 maart, de dag waarop we ons herinneren dat Eva, na de korte episode met de appel en de slang in de Bijbel, nog altijd een stap achter Adam loopt. En niet omdat ze het ritme niet zou kunnen bijhouden; immers, terwijl ze achter Adam loopt, doet ze van alles: voor de kinderen zorgen, het huishouden, zich opofferen, kunst maken en ook Adam niet uit het oog verliezen – want, wie weet, misschien heeft hij ook iets nodig. Toch wil Adam nog steeds bepalen hoeveel bedenktijd Eva na een verkrachting heeft om een abortus te plegen. Waarom kan Eva dat zelf niet bepalen? Waarom vergeten we Eva nog altijd?
Als journalist bezocht ik deze week een expositie van drie vrouwen, in het hart van onze stad. Drie vrouwen die de expositieruimte veranderen in een wereld waarin je je meteen op je gemak voelt, omdat het de ruimte van de vrouw is. Zeven kamers die mij sterk deden denken aan mijn eerste kinderjaren, toen ik min of meer opgroeide in een fabriek met honderden Eva’s die naalden, draden en naaimachines manoeuvreerden; de enige Adam daar was de directeur. Het verschil tussen de ruimte van toen en deze zeven kamers van nu zit in de boodschap. De rumoerige ruimtes waarin vrouwen werkten, hebben een heldere stem gekregen, een boodschap. Om de sacraliteit van zo’n ruimte van vrouwen te nuanceren is de expositie naar de drie schikgodinnen vernoemd: ‘She spins the thread, she measures the thread, she cuts the thread’ – de drie zussen uit de Griekse mythologie, Lachesis, Klotho en Atropos. Lachesis was degene die de lengte van de levensdraad van elk mens bepaalde, haar zussen weefden de draad en knipten die door. De drie kunstenaressen die deze rollen spelen, zijn Mila Lanfermeijer, Ana Navas en Evelyn Taocheng Wang.
Als je de zeven kamers die architecte Donna van Milligen Bielke ontwierp allemaal doorloopt, begin je op een gegeven moment te begrijpen welk werk van wie is.
De materialen en objecten dragen niet de naam van de kunstenaar.
Een huiselijkheid en intimiteit waarnaar we in onze relaties altijd op zoek zijn. Gewoontes, huiselijkheid en rituelen. Objecten van toen als symbolen van nu. Boodschappen. Het is een expositie die vragen stelt over wat vanzelfsprekend was. Waar is de plek van Eva? In een van de zeven kamers? Zijn de kamers, het huiselijke, geen Mario-game geworden, waarin de held(in) de obstakels moet overwinnen om in de agora te mogen staan? De huiselijkheid van het leven. Een expositie die ons er ten minste tot 2 mei aan kan herinneren dat Eva nog steeds achter Adam loopt. Bij Nest in het hartje van Den Haag. Voor als we weer naar musea en exposities mogen.

Den Haag Centraal, 11 maart 2021

Lees verder

Nieuwe tijden

Nieuwe tijden

Jaren geleden zei een literair criticus tegen me: ‘Je bent geen Nederlandse en je komt ook niet uit het Midden-Oosten. In Nederland is er geen gunfactor voor een Oost-Europese.’ Ik stond perplex, want ik was er zeker van dat ik alles kon zijn en veel kon voelen, juist door mijn afkomst. Ik was veel meer dan een Oost-Europese. Ik heb toen besloten om te doen alsof ik de opmerking niet had gehoord. Naïviteit geeft soms vleugels. Want ik kon alles zijn, omdat ik literatuur… kon. Via de literatuur ben je zwart en wit en geel en kun je alle kleuren van de regenboog zijn. Juist dat doet de literatuur: ze geeft je de kans om alles te zijn en veel te begrijpen. Via de literatuur kunnen we meer kleuren hebben.
In een Nederlandse volkswijk waar ik heb gewoond, begreep ik dat het paradijs van de een, de hel van de ander kan zijn. Ik hoefde niet eens af te stammen van een zwarte op een plantage om te voelen hoe zwaar het witte paradijs kan zijn voor wie niet dezelfde kleur/afkomst heeft. De werkelijkheid is nog steeds hard en ook een uitgeverij kan een volkswijk zijn, maar we hebben de literatuur nog en de literatuur is gelukkig geen volkswijk. Juist de literatuur moet het dak zijn waar het zeer van de ander vanaf geschreeuwd kan worden. En gehoord. En er is zo veel zeer om vanaf het dak van de literatuur geschreeuwd te worden.
Helaas leven schrijvers zelf in enclaves. En gunnen we elkaar niet veel. Zelfs een ex-Oost-Europese begrijpt dat het tegenwoordig niet meer om gunnen gaat. Het gaat om de oude hel en het eeuwige paradijs. Het gaat om beleid en het zeer van de geschiedenis. Het gaat om een nieuwe wereld. Ook voor degenen die eeuwenlang niet konden lezen.
Het tij keert. Misschien moet iemand de geschiedenis bellen. Het gaat erom dat je pijn wordt gezien. Het gaat om het eeuwige zeer. Maar gun het de witte om zwart te zijn en andersom! In de literatuur. Gun het de Jood om Marokkaan te zijn en andersom, via de literatuur! Gun het de Oost-Europese om uit Irak en Helsinki tegelijk te komen! Via de literatuur. De vertaling van de ‘zwarte’ ervaring door een witte in Nederland had juist een snel voertuig naar de toekomst kunnen zijn. Had zij het zeer niet kunnen begrijpen? Dat weet niemand. Marieke Lucas Rijneveld heeft de kans niet gehad.
‘Things are changing, Jane, and for the better,’ zegt Miss Marple in ‘At Bertram’s Hotel’. En ondanks het feit dat ze in de serie ‘Miss Marple’ maar één kleur heeft, wit, weet ik dat ze gelijk heeft.

Den Haag Centraal, 4 maart 2021

Lees verder

Apartheid

Apartheid

Grotere onzin dan dat we in Nederland alleen maar succesvolle migranten zouden moeten toelaten, het verzinsel van de inmiddels Amerikaanse oud-VVD’er Ayaan Hirsi Ali, dat zij ook in haar nieuwe boek ‘Prooi’ bepleit, heb ik tot nu toe niet gehoord!
Straks zijn migranten succesvoller dan de witte directeur, vaak zwak en onzeker, maar stevig in het zadel zittend, met een roedel jaknikkers om zich heen, en ja, wat te doen? Wat te doen, Nederland? Hirsi wil migranten testen op hoe succesvol ze kunnen worden en ze terugsturen als ze niet slagen voor de test! ‘Daarom is er aan het einde van het traject, als je niet slaagt, een repatriëringselement: jij hebt het geprobeerd, wij hebben het geprobeerd, je bezet de plek van iemand anders die wél geslaagd zou zijn, je gaat nu naar huis,’ lichtte ze haar ideeën de afgelopen week toe in NRC.
Schande! De migrant als proefdier. We zijn zo respectloos tegenover het leven van de ander dat we van hem vragen wat ons zelf niet lukt! En wat betekent succesvol eigenlijk? Wat als je thuis een waardeloze moeder of vader bent, of een vreselijk mens, als je in je carrière over lijken gaat, als je egoïstisch bent, een wolf in schaapskleren, maar wel weet hoe je het moet máken? Word je dan wel of niet naar de hel (terug)gestuurd?
Dat NRC zo’n schandalig interview publiceert, is voor mij ook een raadsel. Een aanval op de integriteit van de persoon, een monument van racisme en waanzin! The New York Times benoemt Hirsi’s onverdraagzaamheid, maar NRC geeft haar zieke ideeën alle ruimte! Qua beleid lijkt Nederland soms op het ‘Ship of Fools’ van Katherine Anne Porter. We zijn cynisch geworden, altijd klaar om anderen een les te leren. Alleen al het woord ‘succesvol’ en mijn huid begint te jeuken! Emigratie is niet alleen een levenslang gevecht van Jakob met de engel zoals in de Bijbel, maar ook met de duivels, honderd duivels tegelijk. Als je na alle gemis en heimwee gezond blijft in je hoofd, als je met plezier kunt lopen in je nieuwe geografie en na vijf jaar beseft dat het vele water hier, dat je in je vorige leven niet kende, je geest kalmeert en je kunt genieten van de vele regen, dan ben je de succesvolste variant van wat jij kon worden!
We zijn succesvol als we mens zijn, als we redelijke afspraken kunnen maken met ons geweten en geen uitgezaaide haat tegen de ander koesteren. We zijn succesvol als we helpen en steunen en geen apartheid willen institutionaliseren. We zijn succesvol, omdat we van ons nieuwe land houden en omdat zij van wie we het meest houden, onze kinderen, tweehonderd procent Nederlands zijn.

Den Haag centraal, 25 februari 2021

Lees verder

Trojaanse paarden

Trojaanse paarden

‘Bezwaar Crossing Border gegrond verklaard’, stond onlangs in deze krant. Voor velen, ook voor mij, was dat een van de goede nieuwsberichten van de week. Ha, dus ook Den Haag kan netjes doen als het moet! Voor Crossing Border is de strijd nog niet afgelopen, maar van dit slagveld valt al een heleboel te begrijpen en te leren. Vooral dat zij die een zwak voor Trojaanse paarden hebben, elf jaar op zee blijven drijven en niet thuiskomen. Zelfs de goden verafschuwen hen. Dat is wat de boeken vertellen over Odysseus die de oorlog tegen Troje tegen elke prijs wilde winnen. Al zijn mannen verdronken en in zijn eentje moest hij de weg naar huis vinden. En als zelfs Odysseus uiteindelijk zijn lesje heeft geleerd, kunnen de comités en commissies en vooral Writers Unlimited dat ook. Wees correct, wees eerlijk en vooral: heb respect voor de ander, ook voor degene die géén melkkoe of directeur is en voor degene die géén functie heeft die jou goed uitkomt! Als ‘weten hoe het moet in Den Haag’ in de cultuursector niet gebeurt met respect en binnen de grenzen van correctheid, wat voor zin heeft een overwinning dan? Probeer niet tegen elke prijs te winnen, ga niet over lijken, zou ik dan ook willen zeggen tegen degenen die niet hebben geluisterd naar de lessen van de boeken, ook al ‘werken’ ze hun hele leven met boeken en moeten ze zich op een dag met de staart tussen de benen en de medailles om hun nek terugtrekken. Wat niet hardop mag worden gezegd, blijft immers liggen stinken onder het tapijt. Maar wie te hard hapt van de taart (lees: publieke middelen), verslikt zich en moet opnieuw leren ademen. En wie iedereen te slim af wil zijn, zal, om zich te redden in het land van Polyphemos, de cycloop uit de Odyssee, op een dag met Odysseus zeggen: ‘Ik ben niemand!’
In het leven is het nooit te laat om een les te leren. Het is nooit te laat om correct te leren handelen. Den Haag is geen Troje, ondanks de vele Trojaanse paarden. Het resultaat van de commissie is een langverwachte les over eerlijkheid en transparantie in de literaire sector in Den Haag en ik hoop dat de strijd voor gerechtigheid hier niet stopt. Want, zoals de conclusie van de onafhankelijke commissie luidt: ‘Gelet op het vorenstaande kan het bestreden besluit niet ongewijzigd in stand blijven.’ Wordt vervolgd.

Den Haag Centraal, 18 februari 2021

Lees verder

De Mos

De Mos

In mijn geboorteland schrijven politici boeken om strafvermindering te krijgen. Dertig dagen voor elk boek of ‘wetenschappelijk’ artikel. Maar Richard de Mos heeft geen geduld tot het recht zal zegevieren. Hij heeft nu al een boek klaar, ‘Mijn verhaal’, met een voorwoord van zijn advocaat Peter Plasman – hoewel het uiteraard niet aan de lezer is om te beslissen of De Mos corrupt is. Het verhaal is dus eerder populisme van een redelijk laag niveau. Pathetisch is het boek ook. Tegen elke prijs wil De Mos wat van de Haagse politieke vlaai. Oprechte vraag: waarom zou Revis of Van Asten wel een stukje van de taart mogen en Richard de Mos niet?
Jaren geleden was ik al gebiologeerd door Richard de Mos, vanwege zijn taal. Een taalgebruik dat vaak aan onbedoelde humor lijdt, zo ook in dit boek (‘Toen was helemaal duidelijk dat mijn wethouderschap voorlopig ten einde was.’) Soms grijnzen (‘Mijn vriendin, met een vader die bij de KGB heeft gezeten…’). Plasman kon niet ook het redactiewerk doen. ‘Ik laat in dit boek zien dat ik niets te verbergen heb,’ zegt De Mos.
De oud-onderwijzer weet kennelijk niet dat je je lezer nooit moet onderschatten. De fout van De Mos: denken dat heel Nederland is geschapen naar zijn evenbeeld en dat van zijn stemmers. Als De Mos geloofwaardig zou willen overkomen, heeft hij zijn Machiavelli nodig, die van hem El Principe kan maken. De Mos is larmoyant, pathetisch en zijn logica hapert te vaak. Ik zoek naar voorbeelden en kan mijn vinger niet op een bepaalde plek leggen. Het is alles, in het algemeen. In zijn boek lijkt hij meer een lokale Emma Bovary die zich inbeeldt Churchill te zijn. Of, als je wilt denken zoals De Mos, de plaatselijke Napoleon.
Ik begrijp ook waarom hij bij sommigen sympathie wekt: ‘Als Kamerlid was ik goed met de bodes, de koffiejuffrouw en de bediening van het restaurant. Met omhooggevallen Kamerleden, die allen vroeg of laat weer naar beneden vallen, heb ik veel minder op.’
Ik heb het boek voor bijna de helft gelezen. Wat een verschil met Arthur Docters van Leeuwen, die ook een boek over het Haagse schreef, dat ik hier heb gerecenseerd! Waar Docters van Leeuwen gelijkwaardige geesten ontmoette, ziet Richard de Mos alleen maar jaloerse collega’s met dubbele agenda’s, die, in tegenstelling tot Richard zelf, niets over de gewone mens weten. Is De Mos corrupt? Hij omringt zich in ieder geval niet met de juiste mensen. Hij heeft een soort naïviteit die bij sommigen, misschien mensen met dezelfde soort naïviteit, in goede aarde valt.
Niet elke Principe krijgt zijn Machiavelli. Maar om een Machiavelli op je pad te krijgen, moet je toch iets van (een) Principe(s) (!) hebben, denk ik.

Den Haag Centraal, 11 februari 2021

Lees verder

Wat telt

Wat telt

Dit is een ander soort column. Een over het leven. Het leven van mij, van u, van zovelen die dóórgaan, hoe imperfect, moeilijk, verscheurend, leeg of verdrietig het ook is. Deze week heb ik een vriendin verloren aan wie ik niet vaak genoeg heb verteld dat ik van haar hield. En juist deze week heb ik zoveel verhalen gehoord dat ik nu, meer dan ooit, nadenk over het leven. Is liefde alles in het leven? Ik ben een romantica, liefde was altijd mijn kruistocht. Mensen met meer balans in het leven zeggen dat het leven eerder een puzzel is. Familie, baan, vrienden. En het sleutelwoord lijkt, in de Nederlandse versie, ‘genieten’. Genieten van elk element van de puzzel. Maar sommige puzzelstukjes blijken, voor sommigen van ons, moeilijk te passen. Je hebt bijvoorbeeld een goede baan, maar die maakt je niet gelukkig. Een mooi gezin, maar het is niet genoeg. Mijn recept om door te gaan was altijd: je focussen op één element van de puzzel als de rest in het plaatje moeilijk te fixen is. Werken tot je van moeheid van je lichaam vervreemdt. Knokken zodat je gezin het goed heeft. Zelf was ik altijd beter in werken dan in mensen fixen, vooral als het om mezelf ging.
Hoe doe jij het? Wat is de sleutel? Minder nadenken, meer doen? Minder vragen stellen? Ruggengraat hebben? Dat maakt je meer ongelukkig dan gelukkig. Ik weet dat velen van jullie een antwoord hebben. Sommigen hebben een perfect antwoord, met een glimlach en veel zekerheid erbij. Juist zulke antwoorden heb ik altijd gewantrouwd. Want het leven is voor de meesten van ons niet makkelijk. En veel van degenen die zweren bij hun geluk, dragen al sinds ver voor corona een masker.
Vraag door en je ziet de barsten erin. Is het leven voor iedereen een lijdensweg? ‘Nee,’ zei een andere vriend deze week, een tikkeltje té opgewekt. Moeten we het makkelijke, vluchtige geluk plukken en het ‘ware’, diepe geluk niet meer nastreven? Wat is het belangrijkste? Dat je kinderen gezond zijn.
Voor mijn overleden vriendin was het leven geen lijdensweg, als geen ander kon ze genieten van het leven. Naast haar kreeg ik het gevoel dat het leven een genietritueel was. Toen ik een tuin had, dacht ik dat de sleutel van gelukkig zijn tuinieren is. Vooral in moeilijke tijden. Moet je zoeken wat voor jou werkt? Meegaan met de flow? Soms hebben anderen het antwoord op je vraag en verlost dat je toch niet. Het is niet jóúw antwoord.
Blijven zoeken. Dankbaar zijn voor wat er is. Eten van de lekkere chocolaatjes die ik van de opgewekte vriend kreeg. Meer nieuwe boeken lezen, in plaats van herlezen. Misschien ligt daar het antwoord.

Den Haag Centraal, 4 februari 2021

Lees verder

Benali

Benali

Dat Abdelkader Benali zich heeft teruggetrokken voor de 4 mei-lezing zegt niets over Benali, maar wel veel over Nederland. Twintig jaar geleden zou Benali, dronken, iets hebben gezegd over de ‘vele’ Joden in Amsterdam-Zuid. Maar zeggen we niet allemaal weleens foute dingen? Rutte zei niet lang geleden tegen ons allemaal dat we moesten ‘oppleuren’. En hij trok zich vervolgens niet terug. Bij ruzie, met je man of vrouw, bij dronkenschap, tegen een vriendin of juist een onbekende zeggen we soms dingen die we niet echt menen. We gaan door, vergeven, veranderen. Wie nog hetzelfde als twintig jaar geleden is, mag zijn hand opsteken! We ‘vergeten’ (lees: negeren) #MeToo-verhalen, machtsmisbruik, blunders van politici, maar Abdelkader vergeven we niet dat hij van Marokkaanse afkomst is. Want de Marokkaan heeft twintig jaar geleden iets over Joden gezegd.

Ik dacht dat we mensen waren. We zijn toch geen op flessen geplakte etiketten? Ik vond het juist geweldig dat een schrijver met een Marokkaanse achtergrond de lezing zou houden die voor Joden en ons allemaal zo veel betekent. Het verbaast me dat degenen die zijn terugtrekking eisten, er geen rekening mee houden dat gekwetst blijven geen toekomst biedt. Als de ‘daders’ niet veranderen, is het immers aan het slachtoffer om te veranderen. Het was goed geweest om Abdelkader de lezing te laten doen. Degenen die er baat bij hadden gehad waren meer dan degenen die willen blijven ademen in hun bubbel. (Ik voel me dicht bij de Joodse ziel door de boeken van Isaac Bashevis Singer uit mijn jeugd, maar zeker niet door een of andere rabbijn of zijn ‘dagboeken’). Iemand een tik op de vingers geven en eisen dat hij een goede mening over je gaat hebben? Ik vrees dat antisemitisme voor sommigen iets heeft van buikkramp. Dat hebben we allemaal weleens, soms na veel eten of drinken, maar dat betekent toch niet dat we darmkanker (lees: antisemitisme) hebben? Wat bereikt de Joodse gemeenschap met deze hele heisa tegen Benali? Hoe laaghartig en kleingeestig die journalist was die ooit over de dronken uitspraak schreef, hoef ik niet te zeggen. Maar ook hij heeft spijt betuigd. Hem werd het vergeven, Benali niet. Juist gesloten kringen hebben megafoons nodig, en Abdelkader Benali had op 4 mei zo’n rol kunnen spelen. En is het niet beter dat we zulke woorden van iemand als Benali hoorden (bij dronkenschap, twintig jaar geleden), dan van Baudet of erger? Van Benali kun je wat hebben, als je hem kent. Opperrabbijn Jacobs noemt hem ‘zo’n figuur’. Jammer dat hij geen ruimte voor dialoog laat, dat hij niet wil weten wie Abdelkader Benali is! Zo zie je maar dat een rabbijn, hoe wijs ook, soms ook een rabbijn nodig heeft.

Den Haag Centraal, 28 januari 2021

Lees verder