Bedelen
Ik heb een oog voor bedelaars, misschien ook een zwak. Ongetwijfeld door mijn herkomst. Daardoor heb ik in Parijs of Brussel ook meteen het gevoel dat ik thuis ben, waar het wemelt van de bedelaars, vreemden met wie je makkelijk in contact komt. Ze willen immers allemaal iets van je. Het wemelt er ook van de verhalen. Want waar pijn is, is een verhaal dat moet worden gebaard. Bij ons in Den Haag wordt deze verhalenvertellers vaak de mond gesnoerd. De Haagse regels zijn duidelijk, bedelaars tolereren we niet; als er een aan de horizon verschijnt, wordt hij gesaneerd, nog lang voordat je zijn verhaal kunt horen. We geloven meer in succesverhalen en ik hoop dat u de volle ironie van deze zin voelt. Vandaar mijn verbazing dat kennelijk niemand het drama ziet of wil zien dat een uitgebuite vrouw in Den Haag centrum meemaakt. De politie niet, de sociale dienst niet, niemand. Haar naam ken ik niet, ook die van haar uitbuiter niet. Een dunne vrouw, donkerblond haar tot op haar schouders. Al jaren zie ik haar in het centrum bedelen, eerst halfslachtig, duidelijk gedwongen, helemaal niet overtuigend. Nu, een paar jaar later, loopt ze er nog steeds. Magerder dan toen, krommer en wanhopiger. De tranen spatten nu uit haar ogen, ze heeft bijna geen stem meer. De woorden mompelt ze onduidelijk en ze smeekt iedereen om iets te geven.
Haar uitbuiter ken ik ook al jaren van gezicht, ik heb hem jaren geleden aangesproken toen ik zijn ‘praktijk’ ontdekte en ik heb ook de politie ingelicht. Een man met een getint uiterlijk, een smal gezicht en langwerpige ogen, en met een gouden ketting om, meestal op de fiets, nooit ver van zijn slachtoffer vandaan. Jaren geleden zag ik hoe hij haar sloeg, omdat ze haar kunstje niet overtuigend genoeg deed. Nu, een paar jaar later, is zij een ruïne, een wandelende ‘Schreeuw’ van Munch in onze stad; de man lijkt relaxter, maar niet minder alert.
Ik kom beiden dus bijna dagelijks tegen. Vanochtend zat de vrouw voor de Zara en fietste hij niet ver van de Jumbo. Ik volgde zijn blik en zo bemerkte ik dat mijn fietstas openstond. Hij ziet alles, volgt alles, kent de stad en zijn mensen beter dan u en ik, vermoed ik. Hij buit niet alleen dat arme vrouwtje uit, maar ons allemaal, wij die haar willen helpen.
Vandaar dat ik iedereen die hen kent vraag om aangifte tegen de man te doen, ik vraag de wijkagent in Den Haag centrum om alerter te zijn en de sociale dienst om in te grijpen. Als je het centrum van Den Haag kent, weet je welke vrouw en uitbuiter ik bedoel. Help haar!
Den Haag Centraal, 29 oktober 2020